Spionagediensten doorsnuffelen ook smartphone-apps
Nieuwe documenten van NSA-klokkenluider Edward Snowden blijkt dat Amerikaanse en Britse spionnen uw smartphone kunnen doorzoeken wanneer u apps als Facebook, Angry Birds of Google Maps gebruikt.
De Amerikaanse elektronische inlichtingendienst NSA en haar Britse tegenhanger GCHQ begonnen al in 2007, toen de eerste iPhone op de markt kwam, met het exploiteren van apps om informatie aan smartphones te onttrekken. De inlichtingendiensten breken daarvoor niet rechtsreeks in smartphones in, maar gebruiken de informatie die apps naar hun makers terugsturen.
Seksuele geaardheid
In eerste instantie dient die informatie om de app-makers in staat te stellen om gebruikers gerichte advertenties voor te schotelen. De spionnen kunnen er ook een hoop andere informatie uit afleiden, zoals iemands locatie, zijn adressenboek, zijn vrienden op sociale netwerken, zijn politieke overtuiging en zelfs zijn seksuele geaardheid.
Onder de apps die daarvoor gebruikt worden, zijn Facebook, Twitter, het populaire videospelletje Angry Birds en Google Maps. “Iedereen die Google Maps gebruikt, werkt effectief voor een GCHQ-systeem”, staat te lezen in een van de documenten, waarvan de inhoud gepubliceerd werd door de kranten The Guardian en The New York Times en de website Pro Publica.
Smurfen
Met die methodes kunnen iPhones, Androids en andere smartphones gevolgd worden. Uit de documenten blijkt dat de inlichtingendiensten er ook methodes op na houden om individuele toestellen te hacken en over te nemen.
De Britse GCHQ gebruikt daar programma’s voor de ie ‘Smurfen’ heten. ‘Tracker Smurf’ gebruikt geolocatie om smartphones met grote precisie te volgen. Met behulp van ‘Nosey Smurf’ kunnen de spionnen meeluisteren door de microfoon van een smartphone. ‘Dreamy Smurf’ stelt hen in staat om een telefoon te activeren zonder dat de eigenaar daar wat van merkt.
Volgens The Guardian heeft de NSA al meer dan een miljard dollar uitgegeven aan het volgen van smartphones. Ook terroristen, zo luidt de redenering, maken daar namelijk hoe langer hoe vaker gebruik van.
Bevelschriften
Uit de VS komt ondertussen het bericht dat de regering Obama de Amerikaanse internetbedrijven toestemming geeft om iets meer openheid te scheppen over de informatie die ze op basis van gerechtelijke bevelschriften moeten overmaken aan de NSA en andere spionage- en politiediensten.
Bedrijven als Yahoo, Microsoft, Google en Facebook hebben daar de voorbije maanden juridisch over gebikkeld met de overheid. Zij zijn afhankelijk van het vertrouwen dat klanten in hen stellen met hun persoonlijke gegevens. Dat vertrouwen wordt aangetast door de aftapprogramma’s van de NSA, stellen zij.
Van de regering mogen ze nu nauwkeuriger laten weten hoe vaak ze dat soort gerechtelijke bevelschriften ze krijgen. Ze mogen echter nog steeds niet bekendmaken wat er precies wordt opgevraagd en hoeveel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier