Niet alle tweets hebben een zelfde impact. Peerindex informeert wie in zijn of haar gebied de te volgen expert is.
Niet alle tweets hebben een zelfde impact. Peerindex informeert wie in zijn of haar gebied de te volgen expert is.
Brute aantallen zeggen weinig over de kwaliteit, laat staan de invloed die een twitteraar met zijn berichtjes uitoefent. Peerindex – een nieuw bedrijfje opgericht door Azeem Azhar, voordien verantwoordelijk voor ‘innovation’ bij het nieuwsbureau Reuters – ontwikkelde een wegingsmechanisme dat aangeeft wiens tweets de meeste invloed uitoefenen.
Daarvoor checkt Peerindex de inhoud van tweets en hoe die informatie zich verspreidt, onder meer in andere tweets. De inhoud van tweets wordt in een graaf gestopt, waaruit de stromen en links tussen berichtjes kunnen worden afgeleid. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken hoe termen en verwoordingen worden opgepikt en hergebruikt door derden. Op basis hiervan bepaalt Peerindex onder meer hoeveel ‘autoriteit’ een persoon in een bepaald gebied heeft. Het bedrijf hoopt dat later die weging ook wordt gekoppeld aan sociale netwerken als LinkedIn, als indicatie van de expertise van de personen.
Beperkingen zijn alsnog dat momenteel slechts een aantal onderwerpen worden gevolgd, maar op termijn zou een gebruiker zelf een onderwerp kunnen definiëren. Voorts is ook niet duidelijk of (en zo ja, hoe) Peerindex niet-Engelstalige tweets verwerkt. Peerindex wordt momenteel in beta aangeboden.
Met deze technologie borduurt Peerindex op een klassiek gegeven in communicatiewetenschappen, waarbij wordt gezocht naar de ‘gatekeepers’ in communicatiestromen. Die personen bepalen waarover wordt gesproken en gediscussieerd door derden, en voegen daar vaak ook al een bepaalde kijk aan toe. Het zijn deze experten waar vervolgens wordt naar gerefereerd en waardoor derden zich bijvoorbeeld laten leiden bij het maken van keuzes.
Een Gartner-rapport stelde onlangs dat nu al de meerderheid van consumenten hun beslissingen in zekere mate laten bepalen door informatie uit sociale netwerken. Een artikel in Fortune stelde onlangs dan ook dat bedrijven als Google met hun klassieke zoekmachines in toenemende mate concurrentie zullen ondervinden van sociale netwerken als Facebook. Je stelt dan gewoon de vraag aan je vrienden in een sociaal netwerk wat je best koopt, in plaats van zelf x-aantal resultaten uit Google te interpreteren om tot een beslissing te komen. Alles wat helpt om de ‘echte’ experten onder die ‘vrienden’ te vinden, kan zich allicht van een goede toekomst verzekerd achten.
Wel wordt nu al gewaarschuwd voor mechanismen die dergelijke rankings zouden kunnen vertekenen, zoals met schier alle rankingmechanismen tot nu toe het geval is geweest. Zeker in het web.
