Van schoolcomputers tot Afrikaans ondernemerschap
Close the Gap stuurt al meer dan tien jaar pc’s naar Afrika. Dat loopt vlot maar naarmate de wereld verandert kijkt ook de non profit organisatie (NPO) verder dan herverdelen en recycleren. “We willen nu transformeren naar een ecosysteem dat ook morgen kan blijven bestaan.”
De organisatie klopt al sinds begin jaren 2000 aan bij bedrijven in de Benelux om hun afgeschreven computers, tablets, smartphones en andere toestellen te doneren. Die toestellen worden via hun partner Arrow Value Recovery refurbished en verscheept naar een van de 22 Afrikaanse landen waar Close the Gap actief is om daar opnieuw te worden ingezet.
Dat is de erg korte versie van het verhaal want in praktijk gaat de aanpak veel breder. Zo werkt de organisatie samen met lokale organisaties om de projecten in goede banen leiden. In Kenia gebeurt dat met Computers For Schools Kenya (CFSK). Zij zorgen ter plaatse voor de verdeling naar scholen maar ook voor ondersteuning (zie kader).
Europees leveren, lokaal uitwerken
Data News trok naar Kenia en bezocht Computers For Schools Kenya, diens zusterorganisatie WEEE Centre en een van de scholen waar pc’s opnieuw worden ingezet. Dat laatste was een feestelijk moment voor de scholieren waarbij zelfs de gouverneur van Nairobi het project publiekelijk een hart onder de riem steekt (al moeten we daarbij nuanceren dat het bijna verkiezingen zijn in Kenia).
Maar de realiteit is dat Close the Gap projecten opzet in een niet-evidente omgeving en in een snel evoluerend landschap, omdat ze zich richten op de scholen in zogenaamde ‘base of the pyramid’ omgevingen, waar kinderen schoolgaan van ouders die slechts enkele euro’s per dag verdienen. De organisatie werkt bewust samen met lokale partners die de noden in Kenia, Tanzania, Congo of de vele andere landen veel beter kennen dan.
“Het laatste wat we willen is hier een ‘nederzetting’ van Close the Gap’ opzetten,” legt Olivier Vanden Eynde, oprichter en ceo van Close the Gap, uit. “We zijn er om partijen op het terrein te ondersteunen en elkaars zwaktes op te vangen door net de sterktes uit te bouwen langs beide kanten van het continent. Wij geven hen de mogelijkheid om capaciteit op te bouwen en brengen hen in contact met OEM’s, internationale recyclers, softwarebedrijven enzovoort. Zij doen de werking op het terrein. Dit is wat ik de ‘nieuwe school ontwikkelingssamenwerking noem”
Manoeuvreren in een hectisch landschap
Tegelijk moet de organisatie zich blijven onderscheiden van anderen met minder goede bedoelingen. Het is meer dan enkel perceptie dat het westen van Afrika gebruikt om oude elektronische en elektrische apparaten te dumpen. Dat zorgt ervoor dat verschillende Afrikaanse landen vandaag een verbod of hoge taksen heffen op tweedehands toestellen. Iets wat de werking van Close the Gap, dat net wel zorgt voor een recyclagecyclus achteraf, er niet makkelijker op maakt.
Al begrijpt Vanden Eynde de houding: “De realiteit is dat de overgrote meerderheid van de elektrische producten die in Afrika binnenkomen via de grote havens twijfelachtig of gewoonweg afval is. De volumes van Close the Gap en de enkele vergelijkbare organisaties zijn op dat vlak te klein om dat beeld genuanceerder te maken. Wij willen op onze ‘micro’ omgeving aantonen dat het wel kan op een wenselijke, schaalbare en impactvolle manier en als dusdanig de overheid inspireren om ons gecreëerde ecosysteem met lokale actoren een wettelijk draagvlak te bieden zodat vele andere spelers kunnen aansluiten en grotere nationale impact realiseren.” Al werpt de track record van de NPO wel zijn vruchten af.
“Oeganda heeft zeven jaar geleden de grenzen gesloten voor invoer van gebruikt materiaal. Maar omdat ze ons al kenden van voor dat verbod, zowel bij de Belgische ambassade als het ministerie van onderwijs, en we zo transparant mogelijk opereren, hebben we toestemming gekregen om door te gaan met ons werk via een ‘waiver’. Die is achteraf uit politieke druk ook wel stopgezet en vandaag werken we er met nieuwe producten, zoals de BRCK hardware (zie kader, nvdr)”
Al is elektronisch afval niet de enige reden voor heffingen en verbodsborden. Ook de Chinezen hebben Afrika al enige tijd ontdekt en hebben er anno 2017 een stevige voet aan wal. Enerzijds worden ertsen verhandeld voor infrastructuur.
Maar als ‘computerfabriek van de wereld’ heeft China er ook baat bij dat de refurbished markt strikt gereguleerd wordt. Dat maakt dat u in sommige landen van de ene dag op de andere ca. 30 procent invoertaksen en BTW betaalt op toestellen die zo goed als gratis worden verdeeld aan doelgroepen zoals publieke scholen, die in een land als Kenia al zeer moeilijk financieel rond komen.
Afrika 2.0
Maar de belangrijkste evolutie zit bij de bevolking zelf. Een flink aantal Afrikaanse landen kent nog steeds armoede en honger. Maar hoewel landen als Kenia of Zuid-Afrika daar niet van gespaard blijven, kennen zij al meer dan tien jaar een flinke economische opmars met aandacht voor gezondheidszorg en basisonderwijs. Dat betekent dat het land vandaag ook een pak frisse geesten telt die niet van plan zijn om te wachten op de volgende lading hulpgoederen of pc’s.
Die evolutie wil Close the Gap aangrijpen om haar scope te verbreden. Onder meer met een ‘impact-first’ investeringsfonds om lokaal sociaal ondernemerschap te steunen. “Er is een verschuiving aan de gang in landen als Kenia. Tegelijk zien we dat er steeds meer ondernemers (zoals Brck Education en Kytabu – zie kader onderaan) actief worden in deeltrajecten van onze waardeketen. Zij zijn vaak beter, sneller of meer agile in het creëren van oplossingen.”
Dat wil niet zeggen dat de organisatie haar activiteiten met refurbished computers gaat stopzetten. Maar het maakt zich wel op voor een overgang. “Het wordt wellicht een afbouwend en-en verhaal waarbij er een transitie aanbreekt. Moeten we kiezen voor onderwijs of net voor ondernemerschap? De twee moeten samen kunnen. Wat ben je met een onderwijssysteem als er nadien geen job is? Daarom willen we mensen ondersteunen die hun eigen job creëren. Anderzijds krijgen we ook lokaal te horen dat we zeker moeten blijven doen wat we nu doen, in samenwerking met lokale partners als CFSK.”
Van uw kantoor in België naar een school in Nairobi
Gebruikte toestellen een nieuw leven geven is een mooi verhaal, want de meeste Close the Gap donorbedrijven schrijven hun computers af na bijvoorbeeld 30 maanden. Vanuit een circulaire economische visie is hier een enorme opportuniteit en kan ‘urban mining’ op economisch, ecologisch en ontwikkelingssamenwerking vlak overal win-win-win’s creëren.
Maar los daarvan wil Close the Gap en zusterorganisatie WorldLoop, die zich vooral focust op het recyclagetraject en onder meer in 2011 mee het WEEE centre heeft opgericht, ook voor de donatoren een meerwaarde betekenen. Zo worden de toestellen grondig en onherroepelijk gewist van gevoelige data en geïndexeerd. Dit volgens normen die ook de NATO hanteert. Het totale traject bestaat uit drie stappen:
Refurb 1 – verzamelen & wissen
Bij de eerste stap worden gedoneerde toestellen (doorgaans vanaf minimaal 30 exemplaren) verzameld en door Arrow Value Recovery gewist, refurbished en gedocumenteerd. “Dat is niet enkel voor de deelnemende bedrijven belangrijk, maar ook voor de wetgeving”, zegt Olivier Vanden Eynde, oprichter en ceo van Close the Gap.
“Zo lang je niet precies kan aantonen om welke producten het gaat, zit je in een grijze zone tussen ‘product’ en ‘afval’, en dan mag je het ofwel niet uitvoeren van Europa, of niet invoeren voor veel Afrikaanse landen. Die kwaliteitswaarborg, het wipen en controleren, is dus voor iedere partij belangrijk. Ook Recupel is een belangrijke partner en supporter die het WorldLoop recyclagesysteem in Afrika mee financiert sinds de opstart in 2011. Doordat wij alles juist documenteren verminderen wij de zogenaamde wettelijke lekstromen in België van producten die hier op de markt gekomen zijn, maar die hier niet via Recupel gerecycleerd worden.” Ook voor Close the Gap zelf, dat zo zichzelf wil onderscheiden van spelers die enkel werken op het export-verhaal waarbij e-waste, vermomd als oude pc’s, enkel gedumpt worden in het Zuiden.
Refurb 2 – voorzien & verdelen
Fase twee gaat door in het land waar de computers worden heringezet. Lokale partners voeren de toestellen in, betalen indien nodig invoertaksen en verzorgen de take-in bij de lokale scholen.
“We geven de voorkeur aan lokale spelers omdat we zelf de markt niet willen verstoren en omdat we duurzame en lokale jobs willen creëren,” zegt Vanden Eynde. “We willen met Close the Gap vooral de stuwende kracht zijn achter sociale ondernemers die ter plaatse werkgelegenheid creëren en groepen bedienen die de normale weg naar IT niet vinden. Een school kan in theorie perfect naar Apple of Dell Naïrobi stappen voor pc’s met onderhoudscontract. Maar dan kost het vaak tienduizenden euro’s en dat is voor de meeste scholen niet betaalbaar.”
De partnerorganisaties zijn ook verantwoordelijk voor een kwalitatieve verdeling. “Elke school wil graag computers, maar zonder elektriciteit, internet of een minimum aan beveiliging kan je er niet mee werken. Zo moet de school in staat zijn om haar leerkrachten te betalen en moeten er minimum twee mensen zijn die getraind zijn door onze lokale partners, zij kunnen achteraf ook onze helpdesk gebruiken.”
Dat doet de organisatie om de impact van het verloop van de leerkrachten te beperken. De realiteit is dat in sommige regio’s dat dit ook komt door het hoge sterftecijfer, onder meer door aids-hiv, dat zo inhakt op de dagelijkse werking van een school. “Als zoiets gebeurt dan stopt het verhaal, maar met twee leerkrachten heb je al meer zekerheid op continuïteit in een school.” Allemaal maatregelen die moeten voorkomen dat toestellen worden binnengebracht als prestigeproject voor de directeur om nadien enkel stof te vergaren. De organisatie probeert zo op een kwalitatieve manier haar middelen in te zetten en de digitale kloof te dichten.
Refurb 3 – ophalen & verwerken
Het verhaal stopt echter niet bij het verdelen van de pc’s. De toestellen in de scholen komen met onderhoudscontract en een eigen helpdesk. Maar ook dat leven is eindig. In de laatste fase van het traject, wanneer ze echt end-of-life zijn, worden de toestellen opnieuw verzameld door de lokale partner, voor Kenia is dat CFSK. Zij zorgen er voor dat de toestellen niet op de afvalberg belanden.
In praktijk betekent dit dat CFSK een zusterorganisatie heeft, Waste Electrical and Electronic Equipment Centre of kortweg WEEE Centre, die de toestellen openbreekt en de verschillende materialen sorteert, met aandacht voor giftige of gevaarlijke onderdelen, waarbij bepaalde stoffen, eens er voldoende volume is verzameld, vaak opnieuw naar Europa stromen (onder meer naar het Belgische Umicore en naar Van Gansewinkel en Galloo in West-Vlaanderen) voor een finale verwerking. Die loop moet er voor zorgen dat toestellen een volwaardig tweede leven in Afrika krijgen, zonder nadien te belanden op de afvalberg.
Brck Education – Digitaal onderwijs in een koffer
Een van de projecten die Close the Gap ondersteunt is de Kio Kit van BRCK Education. Het Keniaanse tech-ed bedrijf verdeelt de grote zwarte koffers in scholen en wil zo een oplossing op maat van Afrikaanse schoolkinderen en leerkrachten bouwen.
De box bestaat uit veertig Kio tablets en de ‘Super Brick’. Die laatste is een hub waarop lesmateriaal kan worden gedownload en verspreid naar de tablets zodat ze allemaal gelijktijdig dezelfde content hebben. De 7 inch tablets zelf kunnen draadloos worden opgeladen eens ze in de box zitten, ze gaan acht uur mee en zijn bovendien stof- en spatwaterdicht (IP52) en kunnen een val tot 70 centimeter overleven.
“We hebben de oplossing gebouwd vanuit de gebruikservaring van Keniaanse klassen, ook uit scholen buiten de hoofdstad,” licht Nivi Sharma, president van BRCK Education toe. Ze wijst er daarbij op dat kleine zaken, zoals alles tegelijk draadloos opladen of stofdichtheid, er een groot verschil in bruikbaarheid maken. “De kist heeft één stekker en één knop om alles te bedienen. ‘s Nachts wordt alles gedownload zodat iedereen in de ochtend hetzelfde lesmateriaal heeft maar we zorgen ook dat je met de tablets niet op Facebook of aan een browser kan, anders worden het speeltuigen. Al staan er wel spelletjes op die de leerlingen tegelijk wijsheid bijbrengen.”
BRCK Education toont hoe een lokaal ontwikkelde oplossing vaak beter is afgestemd op de lokale noden. Al heeft de organisatie haar product de afgelopen zes jaar ook moeten bijsturen naarmate de Kio Kit werd ingezet. “De toestellen aan de school geven is niet genoeg,” zegt Sharma. “We hebben bijvoorbeeld vrij laat beseft hoe belangrijk het is om de leerkrachten ook te trainen om met de toestellen te leren werken. Je doorsnee onderwijzer kent vaak het verschil niet tussen een ethernet- of een VGA-kabel. Maar dat hoeft op zich niet. Zo lang hij of zij maar weet dat er in de school iemand is met de it-kennis om dat te doen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier