Vint Cerf: “Ik ben tegen de nieuwe internetextensies”

Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Als het aan internetpionier en voormalig Icann-voorzitter Vint Cerf had gelegen, was er niets in huis gekomen van nieuwe internetextensies als .gent, .canon of .shop. “Waarom zouden er plots honderden nieuwe suffixen moeten bijkomen? Ik zie daar het nut niet van in.”

Als het aan internetpionier en voormalig Icann-voorzitter Vint Cerf had gelegen, was er niets in huis gekomen van nieuwe internetextensies als .gent, .canon of .shop. “Waarom zouden er plots honderden nieuwe suffixen moeten bijkomen? Ik zie daar het nut niet van in.”

Vint Cerf was onlangs in ons land op uitnodiging van het Leuvens Onderzoekscentrum voor Informatie- en Communicatietechnologie en ICRI (Interdisciplinary Center for Law and ICT). De man die bijna veertig jaar geleden mee het Arpanet hielp ontwikkelen en samen met Bob Kahn het TCP/IP protocol uit zijn mouw schudde, schakelde voor enkele honderden studenten tussen de pioniersdagen van het world wide web en recente evoluties zoals de introductie van ipv6 en de komst van nieuwe internetextensies.

Tijdens een gesprek met Data News vertelde Cerf, die jarenlang voorzitter geweest is van de Icann-board, enkele opmerkelijke dingen over de nieuwe top level domeinen. “Ik ben nooit een voorstander geweest van het opengooien van de domeinnaamruimte”, klonk het. “Eén uitzondering misschien: het is geweldig dat tld’s in andere dan de Latijnse tekens mogelijk zijn. Daarover heb ik ook nooit iemand horen klagen (lacht).”

“Maar om nu ook merken en honderden nieuwe generieke namen toe te voegen? Ik zie daar het nut niet van in. Heel wat bedrijven vrezen dat ze straks honderden nieuwe internetextensies moeten volgen om er zeker van te zijn dat hun merknamen nergens misbruikt worden. Ze hebben een punt.”

“In sommige gevallen is er zelfs meer aan de hand. Merken zijn alles behalve uniek: heel wat namen duiken meerdere keren op, in andere sectoren, of in andere landen. In zekere zin is er dus een onevenwicht tussen domeinnamen en merken. Toen we met het design van het domeinnaamsysteem bezig waren, is daar geen rekening mee gehouden. Uiteindelijk zochten we gewoon naar een manier om bestemmingen op het internet te labelen.”

“Ik denk dat het vooral zoekmotoren zoals Google zullen zijn die profiteren. Je zal immers niet zomaar kunnen raden onder welk top level domein je iets moet gaan zoeken. Internetgebruikers zullen dus vaker dan voordien de naam van een bedrijf intikken in Google om te zien wat het resultaat is.”

Is het niet vooral de domeinnaamsector zelf die beter wordt van de nieuwe extensies? Om Icann niet te vergeten?

Vint Cerf: “Je hoort vaak dat Icann dit doet voor het geld, maar dat klopt niet. Toen ik voorzitter was van de organisatie, is het opengooien van de top level domeinnaamruimte nooit een topic geweest. Omdat ik er tegen was, welja, maar als het echt om het geld zou gedraaid hebben, dan had ik het nooit kunnen tegenhouden.”

“Daarnaast mag je niet vergeten dat Icann vaak voor de rechter gesleept wordt. Organisaties die het niet gewend waren om zich aan regels te houden, vonden het immers niet zo leuk dat ze plots naar de pijpen van een regelgever moesten dansen wilden ze registry of registrar worden.”

“Toen we per grote uitzondering toch enkele nieuwe tld’s introduceerden, doken er keer op keer misnoegden op die Icann voor de rechter daagden. Daarom wordt er dus 185.000 dollar inschrijvingsgeld gevraagd. De regelgever heeft proactief proberen te berekenen wat de kosten kunnen zijn op het vlak van rechtszaken en processen.”

Vindt u dat Icann het tld-project goed heeft aanpakt? Het registratiesysteem voor de nieuwe internetextensies heeft 40 dagen plat gelegen, en de Amerikaanse overheid twijfelt nu zelfs of ze Icann het cruciale IANA-contract nog wel wil toekennen.

Cerf: “Het registratiesysteem lag niet plat. Toen duidelijk werd dat er een lek was in de systeemsoftware waardoor gebruikers klantengegevens van derden konden zien, heeft Icann alles meteen offline gehaald. Dat was een voorzichtige maar juiste reactie. Het enige wat je de organisatie kan verwijten, is dat het te lang geduurd heeft voor dat alles terug online stond.”

“Het IANA-contract, dat is een ander verhaal (IANA is als daadwerkelijke rootbeheerder de ‘boekhouder’ van het internet. Momenteel is Icann verantwoordelijk voor de IANA-functies, nvdr.). Kijk, de NTIA (National Telecommunications and Information Administration) is altijd vragende partij geweest voor nieuwe top level domeinen. Toen ik dat proces afblokte, vond de overheidsinstantie dat we met haar voeten aan het spelen waren. En nu het er toch van komt, doet de NTIA niet anders dan klagen. Ik kan daar echt razend van worden.”

“Uiteindelijk had Icann misschien wat transparanter kunnen zijn. Er had misschien wat duidelijker gecommuniceerd kunnen worden, transparancy is your friend. Maar het domeinnaamwereldje is sowieso een erg complexe en politiek geladen omgeving. Als jij de dingen beter geregeld kan krijgen, moet je dat Icann dringend eens laten weten (lacht).”

Lees het volledige interview met Vint Cerf in Data News nummer 11 of in de abonneesectie van onze website.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content