.vla in de koelkast?

Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

Een internetextensie voor Vlaanderen ligt erg gevoelig in de huidige politieke context.

De Vlaamse overheid twijfelt aan het nut van een eigen internetextensie. Bovendien ligt het onderwerp in de huidige politieke context erg gevoelig. “Een .vla zou vandaag gezien kunnen worden als een stap in de richting van een onafhankelijk Vlaanderen”, luidt het.

De haalbaarheidsstudie die besteld werd op vraag van minister-president Kris Peeters (CD&V), en die door Deloitte werd afgerond in het eerste kwartaal van 2010, was een slag in het water. Bedoeling was om naast stakeholders als webprofessionals, ISP’s en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, ook gewone mensen aan het woord te laten over een internetextensie voor Vlaanderen.

Met in totaal een 40-tal volledig ingevulde vragenlijsten, zijn de resultaten alles behalve representatief. De studie suggereert dat de zaak weinig tot helemaal niet leeft bij het Vlaamse middenveld.

Daarbij komt nog dat uit enkele perceptiestudies blijkt dat de naam ‘Vlaanderen’ internationaal niet veel teweegbrengt, en dat de kostprijs voor een suffix hoog oploopt. De voorbije weken en maanden werden er dan ook serieuze vraagtekens geplaatst bij het project.

“Er is ook een communautair aspect”, zegt een insider. “Met een .vla die aangestuurd wordt vanuit de overheid, zou men kunnen denken dat Vlaanderen zich alvast al digitaal onafhankelijk verklaart.”

Momenteel werkt het kabinet van Kris Peeters aan een nota die zal worden voorgelegd aan de Vlaamse regering. Maar het initiële enthousiasme om voor een .vla te gaan, lijkt verdwenen. Terwijl de overheid nog maar zes maanden heeft om haar dossier rond te krijgen. Op 30 mei 2011 gaat het biedingvenster voor nieuwe internetextensies immers open. Vanaf dan hebben kandidaten enkele weken de tijd om hun voorstel in te dienen. Een herkansing zal ten vroegste voor binnen enkele jaren zijn.

Niet dat de overheid een monopolie heeft op een internetextensie voor onze regio. Ook andere (non profit) organisaties kunnen een dossier indienen bij Icann, de organisatie die wereldwijd het domeinnaamsysteem beheert. “Bij gelijkaardige initiatieven in het buitenland, wordt er bijna altijd gewerkt met partijen uit het middenveld, al dan niet met de steun van de lokale autoriteiten”, zegt ook het afdelingshoofd Communicatie van de Vlaamse Overheid Karl Musschoot.

Intussen zouden een aantal externe partijen trouwens al te kennen gegeven hebben dat ze geïnteresseerd zijn in het opzetten en runnen van een internetachtervoegsel voor Vlaanderen. Het gaat om partijen die, als er niet snel duidelijkheid komt in de zaak, het dossier uit de handen van de autoriteiten willen halen.

Valencia
Overigens is er nog een andere reden waarom de tijd begint te dringen. Onlangs raakte bekend dat de Comunitat Valenciana interesse toont in een .val voor de Spaanse provincie Valencia, naar het voorbeeld van Catalunya. Daar beschikt men met .cat al sinds 2005 over een eigen internetextensie.

“Als Valencia eerst zou zijn met het indienen van een dossier, kan het zijn dat .vla zelfs geen kans meer maakt”, zegt specialist Bart Lieben van het advocatenkantoor Crowell & Moring. “Icann kan immers oordelen dat .vla en .val te veel op elkaar gelijken. Indien de voorstellen als ‘confusingly similar’ worden afgedaan, dan zal de partij die als laatste een dossier indiende, allicht het onderspit moeten delven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content