Vlaming kijkt vlot op drie schermen tv

© .
Pieterjan Van Leemputten

De doorsnee vlaming kijkt vooral via zijn flatscreen, maar zeven op tien van hen gebruikt drie schermen of meer. Regelmatig betalen voor content blijft beperkt. Dat concludeert de zesde iMinds Digimeter.

De doorsnee vlaming kijkt vooral via zijn flatscreen, maar zeven op tien van hen gebruikt drie schermen of meer. Regelmatig betalen voor content blijft beperkt. Dat concludeert de zesde iMinds Digimeter.
De Digimeter is een steekproef van iMinds bij meer dan duizend Vlamingen naar het mediabezit (en gebruik) in Vlaanderen. De digitale tv of flatscreen blijft met 86 procent penetratie het belangrijkste toestel voor mediaconsumptie, maar tegelijk blijkt dat twaalf procent van de vlamingen tenminste wekelijks televisiecontent streamt via een tablet.

De grote trend voor 2013 is de consumptie van media over verschillende schermen. We kijken tv, maar gebruiken evenzeer onze tablet, laptop of smartphone om audiovisuele content (dus niet noodzakelijk enkel tv-uitzendingen) te bekijken. De studie concludeert dan ook dat het voor de zenders een uitdaging is om ook op die extra schermen bijkomende interactie te voorzien. Ze kunnen immers zowel zorgen voor extra interactie als voor extra afleiding.

Ook digitale tv, waar de Vlaming toch enige tijd aan moest wennen, is vandaag vlot ingeburgerd. Specifiek gaat het dan over het gebruik van de elektronische programmagids (epg) en het opnemen van uitzendingen.

Betalen voor content of niet? De studie stelt vast dat Vlamingen wel willen betalen voor content. Al is het nog lang geen gewoonte. 23,4 procent betaalde ooit al voor muziek. 56,4 procent betaalde ooit al voor een film via VOD, 41,4 procent deed dat voor een tv-programma. Maar wanneer het om gratis programma’s gaat stijgt dat tot 67,5 procent.

Prof. Dr. Lieven De Marez (UGent), die het onderzoek voor iMinds leidt nuanceert de cijfers wel. “Het gaat om het percentage Vlamingen dat er ervaring mee heeft en dat is in stijgende lijn. Het percentage Vlamingen die het op regelmatige basis doen blijft rond de twintig procent hangen voor fims en rond de tien procent voor tv-uitzendingen.”

Online media mastersEen trend die zich aftekent zijn de zogenaamde online media masters. Gebruikers die altijd en overal online zijn. “Wat zich ook vertaalt in hun mediaconsumptie”, zegt Prof. Dr. De Marez. “De online consumptie van televisie- en andere mediacontent zit in hun DNA, waarbij ze volop experimenteren met streamingtechnologie en over-the-top aanbieders van content”.

Opmerkelijk is dat deze groep niet langer de tv als belangrijkste medium zien voor tv-content. “Veel meer dan anderen gaan ze hun laptop en andere schermen gebruiken, voor de consumptie van – en interactie met- televisie en andere mediacontent.” Aldus Prof. Dr Aldus De Marez.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content