Vorig jaar heeft de muziekindustrie wereldwijd voor het eerst meer inkomsten gepuurd uit digitale muziek dan uit fysieke dragers zoals platen en cd’s. Dat meldt de belangrijke sectororganisatie IFPI, die spreekt van “een belangrijke mijlpaal”. Voor het eerst in bijna twee decennia tekende de sector bovendien nog eens noemenswaardige groeicijfers op.
De wereldwijde inkomsten van de muziekindustrie stegen vorig jaar met 3,2 procent tot 15 miljard dollar (13,1 miljard euro). Daarbij was digitale verkoop goed voor 45 procent van de inkomsten, tegen 39 procent inkomsten uit verkoop van muziek op fysieke drager. De rest van de omzet komt onder meer uit rechten voor radio-uitzendingen en gebruik van muziek in reclame. Voor de digitale omzet was vooral streaming erg belangrijk, met een omzetstijging van liefst 45,2 procent. De inkomsten uit downloads daalden met 10,5 procent.
De best verkopende artiest van 2015 was – met erg grote voorsprong – Adele. Van haar album “25” werden wereldwijd 17,4 miljoen exemplaren verkocht (fysiek en digitaal). Ed Sheeran en Taylor Swift volgen met elk 3,5 miljoen verkochte exemplaren van hun nieuwste albums. Digitaal scoorde het liedje “See you again” van Wiz Khalifa het best met 20,9 miljoen exemplaren.
Volgens de invloedrijke sectororganisatie bevindt de muziekwereld zich op “een cruciaal punt in haar evolutie”. Er zijn positieve signalen dat de industrie zich heeft aangepast aan het digitale tijdperk en er sterker en slimmer is uitgekomen, luidt het. Maar IFPI-topvrouw Frances Moore trekt ook aan de alarmbel: terwijl de muziekconsumptie explodeert, gaat nog steeds te weinig geld naar de rechtenhouders.
Daarbij past een haast onverholen vingerwijzing naar videoplatform YouTube. “De uploaddiensten ondersteund door reclame beschikken over het grootste on-demandmuziekpubliek ter wereld, met meer dan 900 miljoen gebruikers. Toch zijn ze maar goed voor 4 procent van de omzet van de globale muziekindustrie. Er is geen eerlijke correlatie tussen de muziekconsumptie en de waardegeneratie voor artiesten, producenten en investeerders.” (Belga/WK)
