Voorpublicatie: Het Belgische start-up ecosysteem heeft meer ambitie nodig

© iStock

“Het Belgische start-up ecosysteem loopt achter op haar buurlanden en onze start-upsteden spelen nog niet in de eerste klasse van de start-upcompetitie.” Met het boek ‘Get up start-up’ wil Bart Vanhaeren start-ups op de goede weg zetten naar meer ambitie en groei. Data News biedt een exclusieve voorpublicatie aan.

Om meteen met de deur in huis te vallen: hebben wij Belgen te weinig ambitie? Er zijn nu veel meer start-ups dan ooit. Het gaat duidelijk de goede kant op. Er is nooit eerder meer in start-ups geïnvesteerd dan in 2015 en 2016, maar er is nog een lange weg te gaan, willen we ooit meedoen met de Scandinavische landen, Nederland, Duitsland, Israël of zelfs IJsland!

Onze steden lopen helaas (ver) achter op steden zoals Amsterdam, Stockholm, Berlijn, Parijs en Helsinki. Vele analisten en start-upactoren bij onze Noorderburen vinden trouwens ook dat er in Nederland veel te weinig ambitie is en dat er te weinig echte scale-ups zijn. Londen is als start-upomgeving buiten categorie alhoewel het nog te vroeg is om de volledige impact van de Brexit in te schatten. Parijs, Berlijn en Frankfurt staan te dringen om de fakkel (gedeeltelijk) over te nemen.

Er is ook nog geen enkele Belgische start-up, ooit, die op meer dan één miljard dollar werd gewaardeerd. Er zijn met andere woorden voorlopig geen Belgische Unicorns. Andere kleine landen zoals Nederland, Zweden en Israël hebben wel al Unicorns voortgebracht, waarvan het Zweedse Spotify, de muziek-app, het hoogst gewaardeerde en wellicht ook het meest bekende voorbeeld is.

Tine Holvoet, onderzoekster bij de Vlerick Business School, werkte mee aan het rapport van de Global Entrepreneurship Monitor, waarbij gepeild wordt naar de ondernemerszin van de wereldwijde bevolking. Uit het rapport dat in 2016 werd gepubliceerd blijkt dat er nog nooit zoveel Vlamingen een bedrijf wilden opstarten: 9 procent tegenover 3 procent in 2002.

Let wel dat het rapport niet enkel over start-ups gaat zoals we die in dit boek hebben gedefinieerd, maar het ook heeft over ‘gewone’ starters (horecazaken, kappers, zelfstandige consultants, enzovoort). Vlerick-professor Sophie Manigart bevestigt dit: “Er zijn veel meer start-ups dan vroeger, het ecosysteem is geweldig gegroeid en zowel bij de Masters als MBA’s aan Vlerick zien we een indrukwekkende stijging in de interesse in start-ups vergeleken met enkele jaren geleden. Maar… hun ambitieniveau zou hoger mogen liggen.”

In een interview met de Tijd (26 mei 2016) zegt Holvoet dat uit de studie blijkt “dat in het bijzonder twee tendenzen, faalangst en lage status die aan ondernemen wordt toegekend, maken dat het gebrek aan ondernemerszin er bij de Vlaming diep ingebakken zit.”

Vaak ligt ook een minder ambitieuze reden aan de grondslag van het opstarten van een eigen bedrijf: 43 procent van de zaken ontstaat uit pure noodzaak, bijvoorbeeld omdat de ondernemer ontslagen is of te oud is om nog een nieuwe job te vinden. De start-upambitie om een innovatief project te lanceren en dat exponentieel te laten groeien is dus in de realiteit vaak ver te zoeken! Bovendien, en dat is interessant zegt Holvoet ook dat “het aandeel nieuwe ondernemers dat ten minste vijf banen verwacht te creëren in de komende vijf jaren schommelt rond de één procent. Starters lijken dus voornamelijk een baan voor zichzelf te willen creëren.”

Probleemstelling

“Waarom zouden wij niet, binnen de volgende tien jaar, het hele wereldwijde sociale ecosysteem wat ‘eten’ betreft overhoop gooien? Tuurlijk moet dat mogelijk zijn.” Aan het woord is de 35-jarige Zweed Niklas Östberg, mede-oprichter en CEO van het, wat vereenvoudigd gestelde, restaurantplatform Delivery Hero. Östberg was eerder mede-oprichter van Online Pizza waar hij ook voorzitter was en richtte in 2011 Delivery Hero op. Persoonlijk zie ik dat niet onmiddellijk gebeuren. De ‘eetbelevenis’, de marketingkosten en de ‘transportkosten’ worden volgens mij meestal enorm onderschat door dit soort onlineplatformen Er is ontegensprekelijk een markt voor, maar daarover gaat het hier nu niet.

Het gaat mij over de ambitie die Niklas Östberg uitspreekt. Het is dat soort ambitie om ‘de wereld te veranderen’ dat wel eens ontbreekt bij Belgische start-ups en scale-ups. Niet alleen bij start-ups en scale-ups, maar ook in het ‘Belgische start-upecosysteem’ blijft die ambitie te bescheiden en soms zelfs onuitgesproken. Een hele andere situatie zien we in de VS, het VK en in Azië, maar ook in een klein landje als Israël. Bevindt het zich dan misschien ergens in de genen, de cultuur? De Amerikanen bijvoorbeeld zijn altijd al ondernemers geweest. De probleemstelling in dit hoofdstuk gaat dus over die ambitie, durf en visie.

“Ambition is at the very core of success and extraordinary achievement. Unlike greed, it’s a powerful, creative and constructive force”

Jim Rohn (Amerikaanse business philosopher)

Er gebeurt genoeg voor start-ups in België. Waar het ons aan ontbreekt zijn scale-ups. En daar gebeurt anno 2017 nog veel te weinig voor. Ambitie en visie kunnen op verschillende manier worden verwoord. ‘Op elke bureau een PC’ of ‘iedereen moet een Coca-Cola kunnen drinken’ spreken meer tot de verbeelding dan ‘een omzet van 100 miljoen euro halen’. Het eerste gaat over de Big Hairy Goals waar managementgoeroe Jim Collins het over heeft en die visionaire leaders volgens hem gebruiken. Dergelijke semikwantitative visies zijn duidelijk en spreken aan. Ik wil echter toch een poging wagen en een suggestie doen om er wat getallen tegenaan te gooien om het een en ander – in het kader van ambitie – wat tastbaarder te maken.

Hoeveel start-ups (scale-ups) ken jij die meer dan 250 medewerkers hebben, en opgericht zijn in de voorbije tien à twintig jaar? Vente-Exclusive (350), Biocartis (308), Showpad (250), Ogone (350), Clear2Pay (1.200 op het ogenblik dat het verkocht werd), Itineris (350), Acquia (750+) … Blijven de meesten niet te lang trappelen in de ‘starterssfeer’?

Heel wat huidige Belgische start-ups die aan het schalen zijn hadden eind 2016 tussen de 20 en 50 medewerkers zoals Guardsquare, Datacamp, Silverfin, Trendminer en OncoDNA. Maar de meeste start-ups die in de media aan bod komen hebben er minder dan 10 à 15. Een aantal zijn boven de 50-medewerkers grens gekomen zoals Teamleader, Destiny en NGData. En een klein aantal hebben ook de volgende grens genomen (100+ medewerkers) waaronder Real Impact Analytics, Collibra en Sparkcentral. Ter illustratie: het Duitse Zalando begon in september 2008 schoenen te verkopen en telde drie jaar later 500 werknemers. In 2014 waren er dat al 5.000. En in 2016 hadden ze 12.000 medewerkers waaronder 1.600 techneuten.

Nog belangrijker is de omzet en de groei hiervan. Dezelfde vraag kan gesteld worden. Hoeveel start-ups/scale-ups opgericht in de laatste tien à twintig jaar ken jij die een omzet hebben van meer dan 50 of 100 miljoen? Clear2Pay (bijna 100 miljoen euro op het ogenblik dat het verkocht werd), Vente-exclusive (130 miljoen euro), Acquia (100 miljoen euro), Cmosis (65 miljoen euro) … Melexis (beursgenoteerd) ten slotte realiseerde een erg sterk parcours en behaalde een omzet van 456 miljoen euro in 2016. Hier is de spoeling erg dun wanneer we een doelstelling van meer dan 50 miljoen euro vooropstellen. Veruit de meeste start-ups/scale-ups (meer dan 90%) hebben een omzet die minder is dan 10 miljoen euro. Veelbelovende scale-ups zoals Collibra, Real Impact Analytics en Showpad hebben de grens van 20 miljoen omzet bereikt of zitten er kort tegen. Een aantal scale-ups kwamen in 2016 dicht tegen die 50 miljoen euro omzet grens of zijn er op weg naar toe zoals Itineris (die mikken op 60 miljoen in 2017).

Het is duidelijk geen sinecure om een omzet te halen van 100 miljoen euro en meer dan 100 medewerkers werk te verschaffen. Laat staan een omzet van 250 miljoen euro te halen en meer dan 250 medewerkers in dienst te hebben. De 100 (omzet miljoenen euro)/100 (aantal medewerkers) club en de 250/250-club zijn erg exclusief (scale-ups opgericht in de laatste 10 à 20 jaar).

Op zich is er geen ‘theorie’ om omzet te correleren aan aantal medewerkers, laat staan op een lineaire manier. De redenen waarom ik het toch doe zijn de volgende: (a) voor start-ups zijn dit twee belangrijke parameters, (b) als je sector per sector bekijkt is er wel degelijk een correlatie en (c) het roept een makkelijk te begrijpen beeld op, wat nog relevanter wordt in het scaling-upverhaal. Omzet – en nog meer de omzetgroei – is een van de belangrijkste parameters van een groeibedrijf, wat start-ups horen te zijn. En ‘aantal medewerkers’ is wat werkgelegenheid bepaalt, en daarom alleen al relevant. Er wordt in heel de start-up- en zelfs scaling-upliteratuur bijzonder weinig aandacht aan besteed, wat vreemd is gezien de focus op ‘mensen en talent’.

Bijna geen enkel bedrijf kan groeien met ‘weinig’ mensen, zelfs in deze digitale tijden waar robots bijna overal hun intrede hebben gedaan.

Bijna geen enkel bedrijf kan groeien met ‘weinig’ mensen, zelfs in deze digitale tijden waar robots bijna overal hun intrede hebben gedaan. Al eens nagegaan hoeveel mensen er bij Salesforce.com of Facebook werken? In een scaling-upcontext kan men het best met mijlpalen werken. Die 250/250 is al een bijzonder stevig eindplaatje, en zelden te vinden in businessplannen van start-ups. Zinvolle tussenstops zijn omzetdoelstellingen van achtereenvolgens 5 miljoen, 10 miljoen, 50 miljoen, 100 miljoen en dan die 250 miljoen euro. In de hoofdstukken over financiering en waardering ga ik verder in op het belang van groei, de omzet (en de marges), het potentieel (de markt) en ‘traction’ (groei van omzet, groei van recurrente klanten, enzovoort).

Het expliciet uitspreken van ambitie

Ik kan me inbeelden dat de 250/250- of 100/100-club wat discussie kan opwekken. Zeker omdat de huidige realiteit eerder een 10/30-club suggereert. Te weinig, te veel, niet realistisch, niet gedurfd genoeg, ‘getallen werken niet’, enzovoort. Zelf geloof ik sterk in een ‘story’, een visie, ‘waar wil je naar toe?’, dat soort zaken. Het is inspirerend en werkt motiverend. En het kan iets helder maken. Toch meen ik dat, wanneer je in een fase van scaling-up bent aanbeland, of zelfs daarvoor, je een aantal zaken praktisch moet maken. Je moet investeringen plannen en aanwervingen organiseren. En als je (als Belgisch of Nederlands bedrijf) wil schalen naar een bedrijf met minstens 10 miljoen euro omzet, laat staan 50 of 100 miljoen euro, dan zal je bijna verplicht naar het buitenland moeten gaan. Dat doe je niet onvoorbereid. Als we naar eerdere ‘cohortes’ van start-ups/scale-ups kijken die al wat langer bestaan, dan merk je dat er ook hier weinigen zijn die omzetten boven 20, 50 of 100 miljoen halen.

MediaGenix bijvoorbeeld werd opgericht in 1992 en is Europees marktleider met zijn Whats On-platform dat broadcasters toelaat de planning van hun uitzendingen online op radio en op tv te beheren. Het kreeg wel te maken met een faillissement in 2002 waarna een doorstart volgde. In 2015 telde het 130 medewerkers en behaalden ze een omzet van 17 miljoen euro. Die omzet steeg naar 21 miljoen euro in 2016.

Acquia, opgericht in 2008 door posterboy Dries Buytaert, koos al snel voor de VS (Boston) als vaste uitvalsbasis. In 2014 nam het de kaap van 100 miljoen dollar omzet, een groei van maar liefst 35 % t.o.v. een jaar eerder. Het telde eind 2015 meer dan 700 werknemers, en haalde al bijna 190 miljoen dollar VC funding op.

Davy Kestens is nog zo’n voorbeeld van een succesvolle Belgische start-up die het in de VS (Sillicon Valley) gemaakt heeft met zijn bedrijf SparkCentral (opgericht in 2011). Eind 2015 werkten er 100 medewerkers. Omzetgegevens zijn niet publiekelijk bekend, maar Owler, een onlineonderzoeksbureau schat die op 2,5 miljoen dollar. Zelfs als dit een onderschatting is, lijkt het weinig waarschijnlijk dat SparkCentral eind 2016 meer dan 10 miljoen dollar omzet haalde.

Ik zie grote gelijkenissen tussen de bedrijfswereld en de sportwereld. Als je niet de ambitie hebt om te winnen, ga je ook niet winnen

Uit al deze voorbeelden blijkt opnieuw dat omzetten van 50 of 100 miljoen dollar geen sinecure zijn. In deze drie bedrijven (MediaGenix, SparkCentral en Acquia) werd er voor reeds meer dan 220 miljoen dollar geïnvesteerd door VC’s en andere investeerders. Die wil en visie moet ook effectief uitgesproken en gecommuniceerd worden in een verhaal en langetermijnvisie.

Ik zie daar grote gelijkenissen met de sportwereld. Het is toch een heel verschillend verhaal als je gaat lopen om ‘fit’ te blijven, dan wel om een marathon uit te lopen. En of je die marathon wil lopen in minder dan vier uren of minder dan drie uren maakt ook een wezenlijk verschil uit. Of misschien wil je zelfs wel een ultraloop realiseren. Voor mij spreekt daar ambitie uit. En dat moedigt aan om er méér voor te doen, harder en professioneler te trainen, enz. Als je niet de ambitie hebt om te winnen, ga je dat ook niet doen.

Get up start-up ligt vanaf 10 mei in de boekenwinkel en is te bestellen via www.diekeure.be

Over de auteur: Bart Vanhaeren is als mentor van start-ups een veelgevraagd spreker in binnen- en buitenland. Hij is ook mede-auteur van het boek Crowdfunding in België

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content