Waarom emoji’s komen en soms ook weer gaan

De lange lijst van gele gezichtjes en allerhande groente en fruit die tegenwoordig onontbeerlijk zijn in de onlinecommunicatie blijft groeien. Maar hoe, en vooral door wie, wordt bepaald welke emoji’s erbij komen en welke verdwijnen?

Geloof het of niet, maar de eerste emoji is al in 1999 bedacht door de Japanse kunstenaar Shigetaka Kurita. Hij zocht een eenvoudige, snelle en aantrekkelijke methode voor het overbrengen van informatie. Kurita werkte destijds als ontwikkelaar voor i-mode, een internetplatform van Japans grootste provider van mobiele telefonie, DOCOMO. Twintig jaar later hebben deze kleine gele plaatjes ineens veel meer betekenis dan je op het eerste gezicht zou zeggen.

Emoji is wel een lingua franca genoemd, een internationale omgangstaal die verschillen in taal en cultuur kan overbruggen. Maar het is meer dan alleen een neutraal communicatiemiddel of een hulpstuk voor onschuldige vormen van sexting: emoji’s hebben zich in het afgelopen decennium ook ontpopt als laagdrempelige beeldtaal voor politiek activisme.

Het lijkt misschien alsof er elk jaar als bij toverslag een verzameling nieuwe emoji’s op je telefoon verschijnt, maar zo werkt het niet

‘De emoji-taal is een soort opsomming van onze maatschappij geworden en is een steeds grotere rol gaan spelen in het publieke discours, ook over politieke kwesties,’ zegt de Nederlandse emoji-deskundige Lilian Stolk. ‘Niet alleen drukken we met emoji’s soms politieke ideeën uit, maar ook het hele proces van de invoering van nieuwe emoji’s is een politiek spel. Grote bedrijven willen ermee uitstralen dat ze voor diversiteit staan, zoals Apple met zijn emoji’s voor verschillende handicaps en Google met zijn genderneutrale emoji.’

Toen in Amerika een paar maanden geleden voor het eerst werd gesproken over mogelijke impeachment van de president, groeide de perzik-emoji – tot dan toe vooral gebruikt als onschuldig sekssymbooltje – ineens uit tot een actueel protestsymbool tegen Trump: een oproep tot impeachment.

Het lijkt erop dat de perzik-emoji zich ontpopte als homoniem (één woord met twee radicaal verschillende betekenissen) toen een tweet van de Amerikaanse singer-songwriter Lizzo bijna 120.000 likes kreeg. Die impeachment-tweet was waarschijnlijk bedoeld als positief commentaar op het besluit van Nancy Pelosi om een impeachment-onderzoek tegen Trump in te stellen.

Gekookte rijst en konijn

Ook de letterlijke betekenis van emoji’s wordt soms gebruikt voor politieke boodschappen, vooral in landen zonder vrijheid van meningsuiting. In China wordt het gebruik van de hashtag #MeToo bijvoorbeeld gecensureerd. Als mensen daar verhalen willen delen over seksuele intimidatie en misbruik, gebruiken ze daarom de emoji’s voor gekookte rijst en konijn, omdat het Chinees voor ‘rijstkonijn’ net zo klinkt als ‘me too’. En tijdens de laatste Britse verkiezingen stond de emoji van een rode roos algemeen symbool voor Labour.

Maar emoji’s worden niet alleen voor positieve boodschappen gebruikt: ook het andere kamp maakt er gebruik van. Er zijn ook diverse emoji’s, zoals de kikker (verwijzing naar Pepe the Frog, een extreemrechts symbool uit de internetmemecultuur), het glas melk en het handgebaar voor ‘oké’, die worden gebruikt als symbool voor ‘white power’.

‘De meest politieke en voor mij verrassende stap is dat Apple in China het symbool voor de Taiwanese vlag op zijn telefoons blokkeert – en sinds kort ook in Hongkong en Macau. Dat geeft wel aan hoe graag Apple de Chinese markt te vriend wil houden,’ zegt Stolk.

‘En de meer omstreden politieke meningen kun je makkelijker uiten met een emoji of een meme dan in woorden,’ zegt Stolk ook. ‘Als je je politieke mening op die manier in ironie hult, kun je je daarachter verschuilen. Als je ergens een Pepe-meme plaatst of de kikker-emoji gebruikt, kun je altijd zeggen dat je geen extreemrechtse ideeën hebt, dat het “gewoon grappig” is. Maar ondertussen verwijst het er wel naar.’

Het lijkt misschien alsof er elk jaar als bij toverslag een verzameling nieuwe emoji’s op je telefoon verschijnt, maar zo werkt het niet. Alle aanvragen van gebruikers, ontwerpers en activisten voor nieuwe symbolen worden elk jaar beoordeeld door het Unicode Consortium, de instantie die over de emoji’s gaat. Die instantie kwam daarvoor de laatste jaren soms onder vuur te liggen. Begin dit jaar werd een emoji van een bloeddruppel toegevoegd, wat algemeen werd beschouwd als een eerste stap in het bespreekbaar maken van en bestrijden van de schaamte rond menstruatie. Dat is te danken aan de non-profitorganisaties Plan International UK en Plan Australia, die in 2017 een campagne voor zo’n emoji lanceerden in hun strijd tegen dat taboe.

Om de keuze van nieuwe emoji’s te democratiseren heeft Stolk de webapp Emoji Voter ontworpen, waarmee gebruikers kunnen stemmen op de emoji’s die zij ingevoerd willen zien.

Je bladert er door de lijst officiële aanvragen voor nieuwe emoji’s die bij het Unicode Consortium zijn ingediend, en je kunt ze swipen zoals op Tinder. Met een veeg naar links wijs je de emoji af, met een veeg naar rechts zeg je dat deze emoji in de volgende update moet worden opgenomen. De uitslag gaat naar het Consortium, en dat bepaalt uiteindelijk welke emoji’s op een goede dag op onze telefoon verschijnen.

‘Een handvol mensen van het Unicode Consortium bepaalt met welke emoji’s wij kunnen communiceren. Stel je voor dat maar een klein groepje mensen zou bepalen welke woorden wij mogen gebruiken. Het is heel raar dat wij als gebruikers daar geen stem in hebben. Met Emoji Voter wil ik daar verandering in brengen,’ zegt Stolk.

Geen afro-emoji

De nieuwe voorstellen omvatten leuke en onschuldige ideeën, zoals een steen, symbool voor de rotsklomp die de aarde is. Maar ook meer inclusieve en politieke plaatjes, zoals de bever, ‘een speels symbool uit de subcultuur van de LHBTQ+-gemeenschap’, en een afrokapsel ‘ter vergroting van de diversiteit’ – en omdat dit het enige haartype is dat in de emoji-catalogus ontbreekt.

Als we zo doorgaan, scrollen we straks door een lijst van vijfduizend emoji’s. Is dat wat we willen?

‘Als poortwachters van de taal die wij online allemaal gebruiken, zijn de mensen die hier bij Unicode over gaan niet altijd consequent in hun keuzes. Ze zeggen dat een nieuwe emoji niet te specifiek mag zijn en het in zich moet hebben om populair te worden,’ zegt Stolk. ‘Maar waarom heb je dan wel een emoji voor rood haar en niet voor een afro, terwijl er wereldwijd veel meer mensen met een afro zijn? Waarom was een emoji voor menstruatie te specifiek, maar heb je straks wel zeventig symbooltjes voor mensen met een handicap? Als we zo doorgaan, scrollen we over acht jaar door een lijst van vijfduizend emoji’s op onze telefoons. Is dat wat we willen? We moeten dit beter doordenken.’

Stolk denkt dat de emoji’s voor knuffelen en op je lip bijten de meeste stemmen zullen krijgen. ‘Dat zijn allebei vormen van non-verbale communicatie, en dat is waar we emoji’s toch het meest voor gebruiken,’ zegt Stolk.

De stemprocedure is dus nog verre van perfect, maar het is geruststellend om te zien dat diversiteit en inclusiviteit een steeds grotere rol krijgen in het debat. Emoji’s alleen kunnen misschien geen echte verandering in de maatschappij teweegbrengen, maar kunnen wel het gesprek stimuleren en als toegankelijk communicatiemiddel tussen talen en culturen fungeren. Je zou kunnen stellen dat een emoji soms meer zegt dan duizend woorden.

Waarom emoji's komen en soms ook weer gaan
© /

Door Cara Curtis voor The Next Web.

Onder curatie en redactie van 360 Magazine.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content