Pascal Tops

Waarom we niet moeten kiezen tussen privacy en gezondheid

Pascal Tops Vennoot, Privacy & Cybersecurity, PwC België

De federale regering heeft zojuist aangekondigd dat er tegen september een app voor contactopsporing klaar zal zijn, om de verspreiding van covid-19 te helpen beperken. Toch blijkt amper iets meer dan een derde van de Belgen (37%) bereid om zo’n app te installeren. ‘Stel je voor dat we altijd zo aarzelend zouden zijn om nieuwe technologieën en ideeën toe te passen’, maakt Pascal Tops zich de bedenking.

Met zoveel argwaan tegenover nieuwe ideeën zouden we ongetwijfeld een heleboel uitvindingen hebben gemist die deel zijn gaan uitmaken van ons dagelijks leven. Een app voor het traceren van contacten is misschien niet honderd procent perfect vanaf het begin, maar kan wel helpen bij het beteugelen van een tweede golf van covid-19. Dat zal echter niet lukken als we niet allemaal deze nieuwe technologie proberen. Het gaat overigens niet om een première; de federale overheid heeft al een tracing-app goedgekeurd, zelfs met gezichtsherkenning, die al meer dan een paar jaar in gebruik is voor belastingdoeleinden (myTaxLocator). Dit is al eerder veilig en succesvol gedaan.

Bij een tracing-app is het zaak om de juiste instrumenten in te zetten, en burgers duidelijk uit te leggen waarom hun privacy niet in gevaar is

Een van de grote angsten bij de app voor het traceren van contacten is wie toegang heeft tot de gegevens en hoe deze gebruikt zullen worden. Het huidige plan is om een tracing-app uit te rollen die gebaseerd is op DP3T (Decentralised Privacy-Preserving Proximity Tracing), zoals ook gebruikt in landen als Italië, Duitsland, Nederland, Zwitserland en binnenkort Estland. De app werkt met ‘willekeurige’ identifiers en Bluetooth-technologie om andere gebruikers van de smartphone-app in de buurt te traceren.

Als een gebruiker door een arts wordt gediagnosticeerd als zijnde geïnfecteerd, wordt hij gevraagd om toestemming te geven om deze informatie via de app te delen. De app op zijn beurt waarschuwt iedereen met wie de gebruiker in contact is geweest, en die mensen kunnen dan contact opnemen met hun arts om zich te laten testen. Er worden geen identiteitsgegevens over de gebruiker gedeeld en andere mensen zullen niet weten op welke locatie ze met de geïnfecteerde persoon in contact zijn gekomen.

De in België gebruikte app zal uiteraard moeten voldoen aan de algemene EU-verordening inzake gegevensbescherming (AVG of GDPR in het Engels). Het Europees Comité voor gegevensbescherming (EDPB) heeft al gezegd dat persoonsgegevens waarschijnlijk een belangrijke rol zullen spelen in de strijd tegen de pandemie. Ze stelt dat de GDPR- en e-Privacy-regels flexibel zijn opgesteld en zo ook een efficiënte respons kunnen bieden om de pandemie te beperken, terwijl de fundamentele rechten en vrijheden van de mens gevrijwaard blijven.

De Belgische gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) heeft benadrukt dat de GDPR moet worden gerespecteerd. Van cruciaal belang is dat de GBA heeft aangegeven dat waar artikel 9.1 normaal gesproken de verwerking van persoonsgegevens met betrekking tot de gezondheid zou verbieden, dit artikel ondergeschikt is aan artikel 9.2. Dat artikel bepaalt dat het rechtmatig is om dergelijke gevoelige gegevens te verwerken, bijvoorbeeld op voorwaarde van toestemming of om de vitale belangen van mensen en/of voor het algemeen belang te beschermen. Zolang er voldoende maatregelen worden genomen om de privacy te waarborgen en aan de bestaande richtlijnen te voldoen, kan de verwerking van dergelijke persoonsgegevens aanvaardbaar zijn.

Onze wetten op het gebied van gegevensbescherming zijn bijgevolg goed uitgerust om de openbare veiligheid te ondersteunen en vormen geen obstakel voor het traceren van het virus. Het is geen kwestie van een afweging tussen privacy en volksgezondheid en veiligheid. Het gaat erom de juiste instrumenten en maatregelen in te zetten om beide te waarborgen, en burgers duidelijk uit te leggen waarom hun privacy niet in gevaar is. Dat is iets wat de meeste mensen zouden moeten omarmen. Betere technologie maakt de dingen niet risicovoller voor de burgers: als het goed ontworpen is, is het tegendeel waar. ‘L’union fait la force’ is ons nationale motto, en een van de drijvende filosofieën achter de strijd tegen het virus: Ensemble contre corona, Samen tegen corona. Laat ons dit dan ook in de praktijk brengen met de app voor contactopsporing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content