Thierry Geerts
‘Waarom zou België niet de hoofdstad van Digitalis kunnen worden?’
‘De digitale trein heeft in België tot dusver enige vertraging opgelopen, maar door ons voluit toe te spitsen op artificiële intelligentie kunnen we opnieuw het voortouw nemen’, schrijft Thierry Geerts. In zijn boek ‘Digitalis’ lanceert hij een oproep tot actie. Data News biedt u een voorpublicatie aan.
Het is niet mijn bedoeling om aan politiek te doen. Ik geloof in een efficiënt functionerend land met regio’s waar iedereen zich thuis voelt. Tegelijkertijd geloof ik in een sterk Europa. Als het efficiënter is om bepaalde zaken op een hoger niveau te regelen, dan zie ik geen enkele reden om dat niet te doen. Ik heb ook niet de ambitie met een plan te komen dat Vlaanderen, België of Europa klakkeloos moet overnemen. Maar sta me wel toe om, zoals de iconische ondernemer André Leysen ooit zei, met ‘weloverwogen lichtzinnigheid’ voorstellen te doen die zowel de beleidsmakers als de lezers kunnen inspireren of aan het denken zetten. Als daar totaal andere ideeën uit voortkomen, dan is dat helemaal goed, zolang we allemaal een aantal versnellingen hoger schakelen.
‘Waarom zou België niet de hoofdstad van Digitalis kunnen worden?’
De digitalisering biedt namelijk enorme kansen voor ons land, onze bedrijven, de burgers en onze samenleving. We vertrekken vanuit een sterke positie en we kunnen met vertrouwen en optimisme naar de digitale mogelijkheden kijken. We beschikken over kapitaal, zijn goed opgeleid, kennen onze talen, hebben een gigantische knowhow opgebouwd en onze internetinfrastructuur is van een uitstekende kwaliteit. Niets houdt ons tegen om het voortouw te nemen.
In 1958 toonden we met Expo 58 ons geloof in de toekomst aan de rest van de wereld. We lieten zien dat het mogelijk was om de wereld opnieuw uit te vinden. In de jaren 1980 deden we hetzelfde met Flanders Technology. Beide keren wisten we met een groot inspirerend verhaal de economie en de samenleving een nieuwe richting uit te sturen. Nu hebben we nood aan een nieuw verhaal, dat de hele bevolking kan enthousiasmeren. ‘Wij, Belgen, zijn minder ambitieus dan pakweg twintig, dertig jaar geleden. Toen ik in de jaren 1980 afstudeerde, was het de tijd van Flanders Technology. Er heerste een enorme fierheid over het kunnen van onze ingenieurs. Een drive ook om de wereld te veroveren. Die sfeer voel ik vandaag niet. Nochtans hebben we dezelfde kunde als toen, we hebben internationale mogelijkheden. Maar de ambitie moeten we weer opkrikken naar het niveau van toen’, zo vat Jan De Witte, topman van het Belgische technologiebedrijf Barco, de huidige tijdsgeest samen.
Waarom zouden we nu niet opnieuw een ambitieus plan uitrollen om van België de hoofdstad van Digitalis te maken? Zoals we in de jaren 1980 de robotica omarmden om daarin te pionieren, zouden we nu hetzelfde kunnen doen met artificiële intelligentie.
Dat domein is namelijk de volgende grote ontwikkeling in de digitale evolutie. ‘Artificiële intelligentie is waarschijnlijk het belangrijkste waar de mensheid ooit aan gewerkt heeft. Ik beschouw het als iets wat nog dieper gaat dan elektriciteit of vuur’, zegt Sundar Pichai, de CEO van Google. Voor de internetreus is het een topprioriteit om zwaar in te zetten op het onderzoek naar artificiële intelligentie en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen. Tal van andere grote ondernemingen varen die nieuwe koers. Waarom zouden de CEO’s van ons land en onze politici niet exact hetzelfde doen?
Artificiële intelligentie is een belangrijke groeimarkt en vanuit economisch oogpunt is het heel verstandig om daarop in te zetten. Bovendien is er een maatschappelijke noodzaak om onze samenleving te wapenen voor de toekomst. Artificiële intelligentie zal vroeg of laat deel uitmaken van ons dagelijkse leven. Het leidt geen twijfel dat daar ethische en morele kwesties aan verbonden zijn. Zelf een voortrekkersrol te spelen in de ontwikkeling van de technologie, is de beste manier om onze eigen normen en waarden te beschermen. Als de overheid een sterke visie neerzet voor de digitalisering en de ontwikkeling van artificiële intelligentie en de beleidsmaatregelen van de verschillende regeringen daarop afstemt, kan dat een belangrijke motor zijn voor onze economie en bij uitbreiding voor de hele maatschappij.
Een dergelijk inspirerend verhaal zou een vervolg breien aan het huzarenstukje van Flanders Technology. Het doel moet zijn om expertise op te bouwen, toptalenten aan te trekken en van daaruit artificiële intelligentie te introduceren bij alle bedrijven. Er zijn al behoorlijk wat specialisten in ons land, maar ze zitten heel verspreid over onze universiteiten. We moeten de krachten en de expertise bundelen, bijvoorbeeld door een ‘virtuele universiteit voor artificiële intelligentie’ op te richten, waar alle kenniscentra aan bijdragen.
Een breed communicatieplan – met ook deze keer iconische affiches langs de snelwegen – moet aan alle burgers en de hele wereld te laten zien dat het ons menens is om uit te groeien tot het wereldwijde kenniscentrum van artificiële intelligentie
De volgende stap is om een omgeving te creëren die heel stimulerend is voor de ontwikkeling van projecten rond artificiële intelligentie. Tal van initiatieven kunnen daartoe bijdragen: het fiscaal gunsttarief inzetten voor de topexperts in artificiële intelligentie, de snelle uitbouw van diverse opleidingen, de oprichting van een incubator voor start-ups en de creatie van een specifiek investeringsfonds voor digitalisering en artificiële intelligentie, zodat ze door gebrek aan kapitaal niet in buitenlandse handen terechtkomen. Elk van die initiatieven moet zich heel specifiek toespitsen op artificiële intelligentie.
De laatste stap is vervolgens om met een breed nationaal en internationaal communicatieplan – met ook deze keer iconische affiches langs de snelwegen – aan alle burgers en de hele wereld te laten zien dat het ons menens is om uit te groeien tot het wereldwijde kenniscentrum van artificiële intelligentie.
Dat kunnen we doen door een ambitieuze beurs en een hoogstaand congres in verband met artificiële intelligentie te organiseren. Net zoals Flanders Technology dat heeft gedaan voor robotica, kunnen die veel studenten, ondernemers en academici inspireren en specialisten van over de hele wereld naar ons land lokken. Een dergelijk ambitieus plan kan jongeren ertoe aanzetten om technologische en wetenschappelijke opleidingen te volgen. Het zal bedrijven stimuleren om sneller te veranderen en zich aan de nieuwe digitale wereld aan te passen. Het zal medewerkers enthousiasmeren om nieuwe opleidingen te volgen. Het zal ondernemers stimuleren om nieuwe activiteiten en bedrijven op te starten. Het zal investeerders en durfkapitalisten de weg tonen naar nieuwe groeimarkten. Het zal de overheid en haar administratie stimuleren om een nog efficiëntere en klantvriendelijke dienstverlening uit te bouwen. Het zal talent en investeerders uit het buitenland overtuigen om naar België te komen. Met BeCentral, de campus voor digitale vaardigheden boven het Brusselse Centraal Station, hebben we alvast een ’embryo’ van de Technopolis voor de digitale wereld.
Het maakt niet uit hoe we het plan noemen: ‘Belgium Digital International’, ‘Belgium Artificial Intelligence Capital’, ‘Belgian Human and Artificial Intelligene’ of gewoon ‘Digitalis’. Maar het feit dat de overheid een sterke, ambitieuze visie neerpoot (een moonshot, zoals dat zo mooi heet in het Engels) en de beleidsmaatregelen van de verschillende regeringen hierop worden afgestemd, kan heel veel mensen geestdriftig maken en weer een heel nieuwe dynamiek op gang brengen. Dat alles, gemanaged door een Chief Digital Officer voor België.
De digitale trein heeft in België tot dusver enige vertraging opgelopen, maar door ons voluit toe te spitsen op artificiële intelligentie kunnen we opnieuw het voortouw nemen. Alle puzzelstukken zijn aanwezig om dat plan te verwezenlijken. We missen alleen nog de ‘goesting’.
Het is vooral belangrijk dat we weer durven te dromen. Van politici krijg ik steevast dezelfde opmerkingen: ‘Daar hebben we geen budget voor’, ‘We zijn al goed bezig’, ‘Dat gaat niet, omdat de bevoegdheden nu verspreid zijn’ of ‘Moet dat nu echt?’. Ik verwijs dan altijd naar een inspirerend citaat uit een speech van John F. Kennedy: ‘We kiezen ervoor om naar de maan te gaan in dit decennium en om de andere dingen te doen, niet omdat ze gemakkelijk zijn, wel omdat ze moeilijk zijn, omdat dat doel zal helpen om het beste van onze krachten en vaardigheden te organiseren en te beoordelen, omdat die uitdaging er één is die we willen aangaan, één die we niet willen uitstellen, en één die we van plan zijn te winnen.’
Laat ons dus werk maken van die digitale droom. Niet omdat het makkelijk is, maar net omdat het zo moeilijk is. Omdat het de beste manier is om te achterhalen hoe ver we raken met onze kennis en technologie. Omdat het de neuzen in dezelfde richting krijgt. Omdat het al onze verschillen zal overstijgen. Durf te dromen. Pas als we op de maan mikken, zullen we er op een dag in slagen de sterren aan te raken.
Als we in België niet mee zijn, zullen we door de nieuwe digitale technologieën van succesvolle Amerikaanse en Aziatische ondernemingen worden overspoeld.
Nu staan praktische bezwaren nog altijd in de weg van die dromen. Wat gaat dat kosten? Hoe leg je dat uit? Wat met de bescherming van privacy? Wat met de veiligheid? Voordat we aan de slag durven te gaan, willen we eerst een antwoord op al die vragen. Helaas hebben we daar de tijd niet meer voor. We leven in een wereld van al doende leren, vallen en opstaan, en van starten en opnieuw beginnen. Dat is de aanpak van de succesvolle Amerikaanse en Aziatische technologische ondernemingen.
Als we in België niet mee zijn, zullen we door hun nieuwe digitale technologieën worden overspoeld. Het mag wel degelijk onze ambitie zijn om die nieuwe technologieën mee te bedenken en mee te ontwikkelen. De echte oplossing is zelf de digitale toekomst in handen nemen.
Ik ben me volledig bewust van de budgettaire beperkingen van onze verschillende overheden, maar ben er eveneens van overtuigd dat we veel kunnen realiseren door de huidige investeringen kritisch te bekijken en de investeringsstrategie aan te passen voor toekomstgerichte, digitale investeringen. Zo kunnen we bijvoorbeeld investeringen in de wegeninfrastructuur heroriënteren naar smart mobility, aangezien de mobiliteit over tien jaar anders zal zijn dan nu. Of de huidige middelen voor het onderwijs investeren in toekomstbestendig onderwijs.
Met duidelijke en ambitieuze plannen, die we breed communiceren naar de verschillende lagen van de bevolking, kunnen we 11 miljoen Belgen activeren om samen de digitale uitdaging aan te gaan. Durven te dromen en die dromen proberen te realiseren, dat is wat mensen gelukkig maakt. Het geeft hoop en ‘goesting’. Het is de beste remedie tegen populisme, extremisme en conservatisme.
Hebben we de trein gemist? Helemaal niet. We zitten nog maar aan het begin van deze (r)evolutie. Tegenwoordig zijn al 4 miljard mensen met elkaar verbonden via het internet, in 2020 zullen er dat ongeveer 5 miljard zijn. Op langere termijn is de hele wereldbevolking met elkaar verbonden. Het is dus nog vroeg in de ochtend van het internet en zeker niet te laat om op de kar te springen. Laten we dat doen. Met visie en ‘goesting’.
Dit stuk verschijnt ook als laatste hoofdstuk ‘Oproep tot actie – A moonshot for Belgium’, in het boek Digitalis van Thierry Geerts.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier