Pieter Morlion

Wat staat Elektriciteit-as-a-Service nog in de weg?

Pieter Morlion Mobiliteitsexpert

In 2020 mocht je dak nokvol zonnepanelen liggen, maar zonder oprit of garage kon je die stroom niet gebruiken om een wagen op te laden. Dit jaar verandert er een aantal spelregels in het energielandschap, maar die zijn vooral op de netbeheerder gericht. Pieter Morlion pleit voor Elektriciteit-as-a-Service en stelt één abonnement voor waarmee je zowel elektriciteit kan produceren als verbruiken, onafhankelijk van waar je je bevindt.

Toen je in het tijdperk van de vaste telefoon ergens anders dan thuis wilde bellen – bij de buren bijvoorbeeld – moest je hun telefoon én hun rekening gebruiken. Of ergens een betaaltelefoon zoeken en er muntstukken ingooien. Om te betalen voor een aansluiting, een toestel, een abonnement, waar je thuis ook al voor betaalde. Toen verscheen de mobiele telefoon. Met één toestel en abonnement kon je overal bellen. Daar bovenop kwamen regelingen rond roaming en de digital single market, waardoor je nu overal in Europa telefoneert met één abonnement, en bovendien aan hetzelfde tarief als thuis.

Elektriciteit-as-a-Service kan een bruggenbouwer zijn tussen de verschuivingen die het energielandschap te wachten staat

Het roaming-principe toepassen op het elektriciteitsnetwerk betekent dat je maar één abonnement nodig hebt om overal in Europa elektriciteit te verbruiken en te produceren. Zoals bij een gsm kies je een geschikte formule (of koop je een prepaidkaart) en kun je vervolgens overal elektriciteit gaan verbruiken, niet alleen thuis. Dit betekent dat je met één abonnement ook je elektrische wagen oplaadt aan een laadpaal of elektriciteit gebruikt in een vakantiehuisje in Spanje. Op het einde van de maand krijg je één factuur.

Elektriciteitsproductie

Een groot verschil met de telecomwereld is dat particulieren ook elektriciteit produceren. In België is er voor elke inwoner gemiddeld anderhalf zonnepaneel geplaatst. Die elektriciteit moet je wel volledig zelf gebruiken, en dat kun je alleen thuis. Als je meer produceert dan verbruikt, ‘geef’ je die elektriciteit momenteel weg, want je wordt er niet voor vergoed. Dat leidt ertoe dat die overtollige energie soms nodeloos verspild wordt. Die elektriciteit op andere plekken kunnen gebruiken of verhandelen lijkt een goede oplossing.

Elektriciteit opwekken hoeft niet meer per se thuis te gebeuren. Als je in een appartement woont, zou je samen met je buurman panelen op zijn dak kunnen leggen. Of bij je ouders op het platteland. In een verre toekomst zouden jullie kunnen investeren in een coöperatief windmolenpark op zee of een solar farm in Spanje bijvoorbeeld, en die stroom thuis gebruiken. Dat zou dan louter virtueel moeten gebeuren, gezien stroom maar over beperkte afstanden getransporteerd wordt.

Er zou ook een marktplaats opgericht kunnen worden waar particulieren (en bedrijven, waarom niet) hun overtollige elektriciteit kunnen verhandelen. Zo kunnen we van een centrale structuur (waarbij alles via een netbeheerder loopt) evolueren naar een decentraal systeem waarbij de consument overschotten of tekorten op zijn abonnement zelf verrekent met andere particulieren. Dit was voorheen verboden, in 2021 wordt dit in principe ook wettelijk toegelaten, onder druk van de EU.

Plaatsonafhankelijk

Je kunt je eigen abonnement of zelf opgewekte energie overal gebruiken. Dat heeft een aantal interessante toepassingen:

Acht procent van de nieuwe wagens is elektrisch, maar je kunt zo’n auto uitsluitend opladen met je eigen elektriciteit als je over een oprit of garage beschikt. Zo niet, dan ben je aangewezen op publieke laadpalen waar je tot meer dan twee keer de energieprijs van thuis betaalt. Met Elektriciteit-as-a-Service zou je overal kunnen laden met je eigen opgewekte energie of aan de prijs die je thuis betaalt (naast een kost voor het gebruik van de infrastructuur). Ook als je een (deel)wagen bij familie of bij een vakantiehuis oplaadt, zou je daar even kunnen ‘inloggen’ met je eigen abonnement. Vandaag is dit moeilijk te meten/te regelen, wat vaak een drempel vormt.

• Als je op reis gaat, zou je eenvoudigweg kunnen inloggen op de elektriciteitsmeter van je Airbnb of hotel en wordt alle gebruik verrekend met je abonnement thuis. Zo betaal je uitsluitend wat je verbruikt, en vermijd je toeslagen of dubbele abonnementskosten.

• Energie verbruiken op verplaatsing. Dit kan extreem ver doorgetrokken worden als je overal kan inloggen met je eigen elektriciteitsabonnement: van je laptop opladen in een koffiebar over je auto stofzuigen in een carwash tot het gebruik van een gedeelde elektrische step. Alle energieverbruik kan aan een persoon gekoppeld worden in plaats van aan een locatie.

Transparantie

Elektriciteitsverbruik wordt via een roaming-systeem persoonlijker en transparanter.

• Je eigen elektriciteitsgebruik of dat van je gezin kan nauwgezet opgevolgd worden: of je nu thuis elektriciteit verbruikt, op het werk, op kot of op reis. Dit kan gekoppeld worden aan een energiescore, vergelijkbaar met het energieprestatiecertificaat (EPC). Via een dergelijk energieprofiel zou je dan weer in aanmerking kunnen komen voor renovatie- of isolatiepremies, of voor een toelage voor de aankoop van een elektrische wagen. Individuen zouden hun energiescore desgewenst ook kunnen delen met anderen, op een ‘Strava voor energieverbruik’. Voor bedrijven zou het publiek rapporteren van hun energieconsumptie een verplichting kunnen zijn, mogelijks zelfs per product of dienst die ze leveren.

• Je zou in een verdere toekomst zelfs het elektriciteitsverbruik van bepaalde producten of diensten aan je ‘elektriciteitsabonnement’ kunnen koppelen. Denk aan het reinigen van je kledij in de droogkuis of het nemen van een MRI in het ziekenhuis. Zo ontstaat er een extreem bewustzijn rond persoonlijke energieconsumptie. Nu lijken particulieren slechts verantwoordelijk voor 21 procent van het totale energieverbruik in België. Mogelijks geeft dat een vertekend beeld: de industrie verbruikt voornamelijk energie om producten en diensten te maken voor particulieren.

• Er zijn bedrijven die via blockchain de hele aanvoerketen van bijvoorbeeld chocolade, vlees, sla of wijn in kaart brengen om herkomst te kunnen verzekeren en wanpraktijken uit te sluiten. Een doorgedreven toepassing van Elektriciteit-as-a-Service zou iets gelijkaardigs kunnen realiseren voor energie: alle energie in kaart brengen die nodig was voor een product of dienst. Zo is de energieconsumptie bij de productie van een koelkast, zonnepanelen of elektrische wagens niet langer een ver-van-mijn-bed-show.

• Vandaag bestaat al dit interactieve overzicht van de klimaatimpact van de realtime energieconsumptie per land. Bij een Elektriciteit-as-a-Service concept, dat zowel productie als verbruik veel beter in kaart brengt, zou dit mogelijk worden op niveau van een bedrijf of een huishouden.

Actieve sturing voor lagere kosten

Vandaag is de elektriciteitsfactuur al opgesplitst in distributienettarieven (om het elektriciteitsnet te mogen gebruiken) en het effectieve verbruik. Die opsplitsing maakt Elektriciteit-as-a-Service mogelijk: je betaalt om een huis of laadstation op het net aan te sluiten, en apart voor wat je verbruikt. De ‘slimme’ meter bestaat vandaag ook al, maar is helaas niet slim genoeg voor geavanceerde toepassingen. Ze is helaas vooral ontwikkeld vanuit het perspectief van de netbeheerder om meer ‘geavanceerde’ tarieven aan te rekenen, veel minder vanuit dat van de consument.

Er zijn bestaan wel al initiatieven in deze richting: de postcoderoosregeling in Nederland zorgt ervoor dat inwoners zich kunnen verenigen in lokale energiegemeenschappen. Samen plaatsen ze zonnepanelen op een groot dak, en de opbrengst mogen ze verrekenen met de energiebelasting die ze thuis betalen. In Vlaanderen staat het zonnedelen al een aantal jaar op de agenda.

In (hopelijk) 2021 komen er ook nieuwe regels in Vlaanderen (op basis van EU-wetgeving) waarbij particulieren elektriciteit aan elkaar mogen verkopen of energiegemeenschappen vormen. Dit is een belangrijke stap in de realisatie van Elektriciteit-as-a-Service, omdat dit hopelijk ook afspraken tussen particulieren en bijvoorbeeld operatoren van laadinfrastructuur mogelijk maakt. 2021 brengt ook dynamische energiecontracten, waarbij de energieprijs afhangt van de marktprijs op dat moment. Dit betekent dat als er Elektriciteit-as-as-Service applicaties ontwikkeld worden, ze best ook actief al je apparaten of stopcontacten kunnen aansturen om te verbruiken als het tarief laag is. In 2022 wordt dit nog belangrijker, dan wordt de elektriciteitsfactuur gebaseerd op je piekverbruik (hoeveel je maximaal verbruikt op een kwartier – visie Testaankoop). Ook dit zal actieve sturing vergen om je energiekosten laag te houden.

Wat staat het Elektriciteit-as-a-Service principe nog in de weg? Eerst en vooral: de netbeheerders. Net zoals telecomoperatoren uit de jaren 2000 bevinden ze zich vaak in een monopoliepositie. Maar net zoals Europese regelgeving de telefoniemarkt opengebroken heeft, kan ze dat ook doen voor energie. Daarnaast is het grootste probleem bij het uitwisselen van elektriciteit, de opslag ervan. Je kunt niet verwachten dat je zonnepanelen overdag energie produceren, en dat iemand die gratis opslaat om ‘s nachts je auto op te laden. Hier kunnen slimme algoritmes helpen om productie en verbruik binnen één abonnement op elkaar af te stemmen, aangevuld met een geavanceerde marktplaats met vraag en aanbod op niveau van het hele net.

Conclusie

Elektriciteit-as-a-Service kan een bruggenbouwer zijn tussen de verschuivingen die het energielandschap te wachten staat. Het resultaat kan één abonnement zijn waarmee je elektriciteit kunt verbruiken en produceren in gans Europa. En dat bovendien een transparant inzicht geeft in je energieconsumptie en dat van de producten en diensten die je gebruikt. Als dit concept de mogelijkheid zou bieden om stroomverbruik automatisch te spreiden in tijd, lijkt Electricity-as-a-Service een oplossing met bijzonder veel potentieel. De Europese wetgeving evolueert met ‘energiegemeenschappen’ in deze richting, en een verder openbreken van de markt – zoals in de telecomsector gebeurde – kan netbeheerders ook tot de flexibiliteit verplichten die nodig is om het principe in de praktijk te brengen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content