Uitspraak in Facebook-proces valt over een maand

© Reuters

De Brusselse kortgedingrechter spreekt zich volgende maand uit over de vordering die de Belgische Privacycommissie heeft ingesteld tegen de sociale netwerksite Facebook.

Volgens de Privacycommissie schendt Facebook op grote schaal de privacy van niet-gebruikers door hun surfgedrag te volgen via zogenaamde cookies, die op hun browsers geplaatst zouden worden. Facebook voert aan dat die cookies essentieel zijn voor haar beveiliging en dat de Belgische Privacycommissie en rechtbanken niet bevoegd zijn.

“Facebook is het grootste online-netwerk ter wereld en verdient geld met gepersonaliseerde advertenties, die aangeboden worden op basis van de webpagina’s die de gebruikers bezoeken”, pleitten de advocaten van de Privacycommissie.

“Facebook houdt echter ook, in het geheim, het surfgedrag van niet-gebruikers in de gaten. Iedereen die ooit op de Facebook-site is terechtgekomen of een zogenaamde social plug-in heeft aangeklikt, heeft op zijn browser een cookie ontvangen die zijn browser identificeert. Sinds kort waarschuwt Facebook gebruikers met een zogenaamde banner maar de uitleg over het cookie-beleid die de gebruiker te zien krijgt, is uitermate vaag en wie meer uitleg wil, krijgt meteen zo’n cookie geplaatst.”

IP-adressen van computers en browser-identificatiecodes zijn persoonsgegevens, aldus de Privacycommissie. “Het is ongehoord dat een private partij de privégegevens van miljoenen personen bijhoudt. Bovendien worden die gegevens niet uit veiligheidsoverwegingen bijgehouden maar uit commerciële. Facebook had en heeft van de niet-gebruikers niet de toestemming om hun surfgedrag bij te houden en pleegt dus een inbreuk op een grondrecht. We eisen dat die inbreuk wordt stopgezet, dat Facebook stopt met het verzamelen van gegevens van niet-gebruikers en de consument minstens op een gedetailleerde wijze informeert, en dat op straffe van een dwangsom van 250.000 euro per dag.”

Aangezien Facebook een vestiging in België heeft, is de Belgische Privacycommissie en de Belgische rechter bevoegd, aldus nog de advocaten van de Privacycommissie. Alvast met die laatste stelling zijn de Facebook-advocaten het niet eens.

Ierland

“Het Europees recht is daarover duidelijk”, klonk het. “Het is de toezichthouder van de staat waar de vestiging gelegen is die de fysieke verwerking van de verzamelde persoonsgegevens doet, die bevoegd is. In dit geval is dit Ierland. Daar gebeurt niet alleen de fysieke verwerking van de persoonsgegevens, maar ook de controle daarop. Alle contracten met Europese bedrijven, worden ook door Facebook Ierland afgesloten.”

Voor Facebook is het dus alleen de Ierse privacycommissie die toezicht op haar beleid moet houden. “Die heeft sinds 2011 al verschillende rapporten opgesteld waarin het cookie-beleid van Facebook onderzocht is, én goedgekeurd.

Die Ierse privacycommissie is het ook volledig akkoord met Facebook als aangevoerd wordt dat de bewuste cookie essentieel is voor de beveiliging tegen allerhande cybercriminelen, aanvallen van internetbots, pogingen om malware te plaatsen, pogingen om valse accounts te creëren of gegevens te stelen.

De bewuste cookie is dus strikt noodzakelijk voor het leveren van de diensten die de internetgebruiker vraagt, en Facebook heeft dan ook diens toestemming eigenlijk niet nodig. Tenslotte wordt de cookie ook helemaal niet gebruikt om gericht te adverteren naar niet-Facebook-gebruikers.”

De rechtbank kondigde aan over een maand uitspraak te doen, zonder zich weliswaar vast te pinnen op een datum.

(Belga, FT)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content