Na jarenlange perikelen lijkt het Europese navigatiesatellietsysteem Galileo nu toch gelanceerd op weg naar een operationele fase. Maar nog loopt de countdown niet zonder obstakels.
In 2008 benoemde het Europese Ruimteagentschap ESA de Belg René Oosterlinck tot director van het Galileo-programma, die hiermee een stevige uitdaging op de boterham kreeg. In 2002 had Europa immers beslist om een eigen, commercieel satellietnavigatiesysteem uit te bouwen naast het van oorsprong militaire Global Positioning System (veel beter bekend als gps) van de Verenigde Staten. Niet alleen zouden Europese gebruikers zo worden verlost van de toenmalige mogelijkheid dat de Amerikaanse overheid het signaal onbeschikbaar zou maken (de ‘selective availability’) maar er waren vooruitzichten op mooie inkomsten uit commerciële toepassingen. Wat volgde was helaas een project dat kreunde onder organisatorische en politieke problemen (o.a. met de Verenigde Staten). Zo kwam van de initiële opzet om er een publiek-private onderneming van te maken niets in huis, met zware budgettaire discussies en problemen tot gevolg. In 2007 leek het project dan ook op sterven na dood. Door de herschikking van middelen uit andere budgetten werd het project evenwel op de valreep gered en werd eind dat jaar een overeenkomst getekend die het begin van operationele diensten in 2013 voorzag.
Hard doorgewerkt
Met de aanstelling van Ooster-linck kwam het heft bij ESA in handen van iemand die het Galileo-project van bij de aanvang heeft gekend. Zijn duidelijke opdracht was de praktische uitwerking ervan (weer) in goede baan te leiden, met een ‘de facto’ deadline van eind 2010. Dan loopt zijn mandaat immers af door het bereiken van de ESA-leeftijdslimiet.
Ondertusssen heeft René Oosterlinck zich al voortreffelijk van die taak gekweten. Vorig jaar tekende hij op de lucht- en ruimtevaartbeurs van Le Bourget al de eerste contracten (voor onderdelen met lange levertijden) en begin dit jaar kon Oosterlinck in opdracht van de Europese Commissie de handtekening zetten onder het eerste contract voor de bouw van operationele Galileo-satellieten. Oosterlinck is blij met die ondertekening, want “vorig jaar had ik verwacht dat hiervoor nog meer tijd nodig zou zijn. Maar ik heb mijn ‘troepen’ ook in de weekends laten werken om de contracten klaar te krijgen!”
Het eerste contract betreft de bouw van 14 satellieten, met levering van het eerste exemplaar in juli 2012. Ondertussen zijn echter wel al vier ‘in orbit validation’ satellieten in aanbouw. Deze laatsten moeten al eind dit jaar en begin volgend jaar met twee Sojoez/Fregat raketten vanaf het Europees lanceercentrum nabij Kourou (in Frans Guyana) in de ruimte worden geschoten.
Naast de bouw van de satellieten tekende Oosterlinck ook de contracten met Thales Alenia Space – hoofdaannemer voor het industrieel complex dat ESA ondersteuning moet bieden in dit project – en met Arianespace voor de lancering van vijf Sojoez/Fregat raketten (met telkens twee satellieten aan boord).
Een rapport van juni 2009 waarin het Europees Auditeurshof de Europese Commissie scherp bekritiseert over het beheer van de ontwerp- en validatiefase van het Galileo-project, wordt dan ook sterk gerelativeerd. “Dat gaat over het verleden, onder meer over de problemen met de Galileo Joint Undertaking [GJU] en het opzetten van de Galileo Supervisory Authority” stelt Oosterlinck, die het overigens niet met alles eens is in dat rapport. “Ze beseffen soms niet hoe de vork in de steel zit in dergelijke projecten!”
Wel heeft hij orde op zaken gesteld op een aantal punten, zoals een oplossing voor mogelijke belangenconflicten tussen ESA als aandeelhouder van de GJU enerzijds en als verantwoordelijke voor de bouw van de satellieten anderzijds. “Vandaag is het duidelijk dat ESA tekent voor het technisch deel en dat de Commissie de beslissingen neemt, zoals de selectie van OHB voor de bouw van de satellieten.” Met andere woorden, ESA neemt de fase van offerte en beoordeling ervan voor zijn rekening, doet terzake een aanbeveling, waarna de Commissie het laatste woord heeft. “In de GJU waren er teveel spelers in het beslissingsproces, wat mee de oorzaak was van de hogere kostprijs.” Niet iedereen in Brussel leek te begrijpen dat je in zo’n project niet ongestraft steeds weer met nieuwe beslissingen of vertragingen in het beslissingsproces kan afkomen, klinkt het uitermate droogjes.
Nog wat obstakels
Ondertussen blijven er toch nog wat obstakels op weg naar de volledige operationele fase. Oorspronkelijk had Europa een systeem met 30 satellieten op het oog, maar eind 2009 werd gesproken over 22 tot 28 satellieten. Ook de oorspronkelijke begindatum voor operationele diensten – 2010 – kon niet worden gehaald, met momenteel eind 2013 of begin 2014 als vooropgesteld streefdoel. Aangezien ook maar de eerste 14 satellieten en vier IOV-satellieten zijn besteld, stellen waarnemers nog steeds vragen bij het tijdstip waarop Galileo echt operationeel zal worden.
Toch niet, countert Oosterlinck, “Het is nog steeds het plan een systeem met 30 tot 32 satellieten te bouwen. De initiële constellatie met 18 satellieten biedt al een goede service voor het ‘open signaal’ (het signaal dat door iedereen gratis kan worden aangewend) en voor reddingsdiensten (‘search & rescue’ in samenwerking met Cospas-Sarsat), terwijl het tevens al een goede basis is voor de ‘public regulated service’ diensten (een verzekerde dienstverlening voor kritieke services als luchtverkeersleiding).” Met 30 satellieten zal het systeem bestaan uit 27 satellieten plus drie reservesatellieten (één reservesatelliet per omloopbaan).
Daarenboven is Galileo “ook 100 procent compatibel met gps, zodat ook het signaal van die 30 satellieten kan worden aangewend.” Dat resulteert in een constellatie met ca. 45 tot 48 satellieten in de ruimte, met een navenant grotere nauwkeurigheid. En als uiteindelijk de 30 eigen Galileo-satellieten in de ruimte zijn, zal naast de eigen hogere nauwkeurigheid ook de gewenste onafhankelijkheid van de Verenigde Staten een feit zijn. Die laatste factor heeft wel aan belang ingeboet omdat de Amerikaanse overheid heeft toegezegd dat de vervangingssatellieten van gps niet meer over de mogelijkheid zullen beschikken om het signaal uit te schakelen.
Oosterlinck verdedigt de beslissing om de productie van satellieten te faseren ook door de onderhandelingen met China, dat in 2003 besloot te participeren in Galileo. Op die wijze kunnen eventuele veranderingen nog in de volgende satellieten worden ingebouwd.
Anderzijds waarschuwde een van de mededingers naar het satellietcontract, Astrium, vorig jaar dat zo’n fasering de kostprijs met 40 procent zou kunnen doen stijgen. En dat voor een project waarvan nu al wordt aangenomen dat het afgesproken budget van 3,4 miljard euro onvoldoende is. Oosterlinck verwijst daarvoor naar de besprekingen over de volgende budgetperiode (vanaf 2013), waarin overigens ook de jaarlijkse operationele kosten moeten worden voorzien. Maar dat is dan wel een klus voor de opvolger van René Oosterlinck. Zelf benadrukt hij dat het onzinnig zou zijn te stoppen bij een constellatie van 18 satellieten, ook al omdat “de eerste satellieten de duurste zijn. Als zich geen grote problemen voordoen, is het nadien een kwestie van seriebouw.” Om niet te zeggen dat zelfs een hogere kostprijs in het niet valt tegenover de uiteindelijke voordelen, zeker in vergelijking met de recent gespendeerde sommen aan allerlei reddingen in de economie.
Anderzijds zal een en ander ook afhangen wanneer het signaal voor de ‘commercial service’ zal beschikbaar zijn, met een uiterst hoge nauwkeurigheid (minder dan 1 meter, tot 10 cm in combinatie met een grondstation). De aandacht voor toepassingen op basis van het Galileo ‘commercieel signaal’ wordt nu aangewakkerd door ‘Galileo Application Days’, een initiatief van de Europese Commissie. De eerste editie ervan zal doorgaan in Brussel, van 3 tot 5 maart. Toepassingen op zes gebieden zullen aan bod komen: ‘location based services’, toepassingen op de weg, uiterst nauwkeurige plaatsbepaling, publieke diensten, vrije tijdstoepassingen en navigatiesystemen.
Guy Kindermans
Niet iedereen in Brussel leek te begrijpen dat je in zo’n project niet ongestraft steeds weer met nieuwe beslissingen of vertragingen in het beslissingsproces kan afkomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier