In het Rijksarchief ligt meer dan 250 km aan documenten. Een onmogelijke klus om dat allemaal te digitaliseren, laat staan volledig ontsluiten. Met het Demogen-project zet het Rijksarchief vrijwilligers aan het werk om een deel van de klus te klaren.
Het idee om met het project te starten, kwam vooral voort uit de behoeften van heel veel hobbyisten, zegt Lucie Verachten, afdelingshoofd digitalisering bij het Rijksarchief: “We beheren meer dan 250 km documenten die dateren van tussen de 8ste en 20ste eeuw. Wij beschrijven wel wat we in ons archief hebben, maar het is niet mogelijk om van al die documenten ook alle namen en andere gegevens te noteren. Een groot deel van onze bezoekers zijn op zoek naar stamboomgegevens en dergelijke, en zij willen die namen wel kunnen opzoeken. Maar van bijvoorbeeld geboorteregisters registreren wij niet alle namen.”
Sommige onderzoekers waren al vrijwillig gestart met het systematisch noteren van persoons- en plaatsnamen die voorkomen in de documenten. Maar vaak gaat het om papieren fiches, of zitten ze verspreid over talloze databestanden zodat de informatie ook maar heel beperkt beschikbaar was. Met het Demogen-project wilde het Rijksarchief tegemoet komen aan de vraag van heel veel vrijwilligers om de verzamelde gegevens op een ruimere schaal te verspreiden en via internet ter beschikking te stellen. Met wat goede wil zou je het een Web 2.0 project kunnen noemen, maar in feite gaat het om het op een digitale manier doen van iets wat al gebeurde. Concreet kunnen de vrijwilligers die zich eerst hebben aangemeld, via de website van het Rijksarchief een kleine toepassing downloaden en die installeren. Deze toepassing is door de interne it-dienst ontwikkeld. Daarnaast halen ze van de website ook pakketjes met telkens 20 ingescande pagina’s. Bovenaan in de toepassing krijgen ze dan het gedigitaliseerde document te zien, en onderaan een aantal invulvelden. Het is dan de bedoeling dat ze zoveel mogelijk gegevens van de aktes overnemen. Van geboorteaktes zijn dat dan onder meer de naam van het kind, de vader en de moeder, het beroep en de leeftijd van de ouders, enzovoort.
Nog decennia werk
Op zich heeft men er bij het Rijksarchief niet heel veel ruchtbaarheid aan gegeven omdat het ook geen toevloed aan vrijwilligers zou aankunnen, maar Lucie Verachten verzekert dat iedereen die wil, eraan kan meedoen: “Veel mensen die het gebruiken, kwamen al bij ons over de vloer of zijn vrijwilligers die er al op hun eigen manier mee aan het werken waren. Maar we krijgen ook redelijk wat reacties uit het buitenland. Vaak zijn het Belgen die in het buitenland wonen en op deze manier hun band met België of hun geboortestreek willen aanhouden. Het project slaat niet alleen bij genealogische verenigingen goed aan, maar veel ruimer.” Om de vrijwilligers te motiveren, biedt men hen zoveel mogelijk pakketten aan waar ze zich mee verwant kunnen voelen, zegt Lucie Verachten: “Iedereen vult liefst gegevens in vanuit zijn eigen omgeving. Van elke provincie zijn er pakketten. Bij voorkeur doen we het wel per periode. We gebruiken dezelfde toepassing ook met studenten.” Het Rijksarchief startte in november 2007 met de toepassing. Er hebben zich ondertussen al iets meer dan 2000 mensen ingeschreven.
Niet iedereen is of blijft even actief. Maar momenteel worden er toch ongeveer 100 pagina’s per dag geanalyseerd door vrijwilligers. Dat lijkt misschien veel, maar het gaat nog zeker enkele decennia duren eer alles op deze manier verwerkt is.
Bruno Koninckx
Met het Demogen-project wilde het Rijksarchief tegemoet komen aan de vraag van heel veel vrijwilligers om de verzamelde gegevens op een ruimere schaal te verspreiden en via internet ter beschikking te stellen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier