Begin oktober organiseerde Google België zijn “Digital Transformation Day”, waarop verschillende bedrijven (en Google zelf) kwamen vertellen hoe ze met nieuwe technologieën en de digitale toekomst omgaan.
Ondernemingen van alle slag maken maar beter de borst nat: “Je moet je niet afvragen of jouw sector op z’n kop zal gezet worden, maar wel wanneer.”
“Wat de stoommotor was voor het industriële tijdperk, is het internet voor de 21ste eeuw.” Qua binnenkomer kan het tellen, maar Ruben Schaubroeck van McKinsey, een van de sprekers op de Transformation Day, windt er dan ook geen doekjes om: zelfs twee decennia nadat het internet breed de kop begon op te steken, moeten de zwaarste schokgolven nog komen. Zowat elke sector zal de komende jaren door een grondige verandering gaan en wie niet voorbereid is, zal het niet kunnen navertellen.
De drijfveren van die omwenteling vat Schaubroeck samen onder de noemer ‘the disruptive dozen’, twaalf technologieën waarvan we het laatste nog niet gezien hebben. Onder meer het internet-der-dingen, 3D-printing, genetica, nieuwe vormen van energieopslag en een nieuwe generatie supersterke en tegelijk superlichte materialen maken er deel van uit. “Ook het automatiseren van kenniswerk hoort daarbij”, zegt Schaubroeck. “We zijn er maar net aan gewend geraakt dat repetitief handwerk door robots en machines gedaan wordt, maar in de toekomst zullen we ook voor hooggespecialiseerd en kennisintensief werk computers gebruiken.”
Al deze ontwikkelingen staan maar net in hun kinderschoenen, zegt Schaubroeck. Hun impact zal dan ook nog zeker drie, vier decennia voelbaar zijn. “De grote winnaar wordt waarschijnlijk de consument. De waardeketting in de hele industrie zal verschuiven, zoals die bijvoorbeeld ook al verschoven is van de telecomoperatoren naar Netflix. Entrepreneurs hebben de toekomst en de incumbents zullen moeten oppassen.” Specifiek vernoemt Schaubroeck de traditionele media, retailers en banken.
SNELHEID BOVEN ALLES
Een van die ondernemingen die de gevestigde waarden flink uitdaagt is Uber, de alternatieve taxidienst die sinds kort ook in Brussel beschikbaar is. “Snelheid is belangrijk als je in dit landschap je kop boven water wilt houden”, zegt Filip Nuytemans van Uber. “Ongeveer elke week verbeteren we onze app. Het product op zich moet niet perfect, als de overall experience dat maar is.”
Naast snelheid als differentiërende factor, maakt Uber ook volop gebruik van de mogelijkheden van big data. “Elke rit die we maken levert ons data op om de kosten te verlagen en de gebruikservaring te verbeteren. Onze chauffeurs krijgen bijvoorbeeld heat maps, met de gebieden in de stad waar de kans het grootst dat er klanten zijn. Dat is puur gebaseerd op verzamelde data. In sommige steden bieden we ook search pricing aan. In New York bijvoorbeeld is het bijna ondoenbaar om rond 17 uur een taxi vast te krijgen. Dat zijn de momenten waarop ook wij onze prijzen verhogen: de vraag neemt af en het aantal chauffeurs neemt toe, want zij kunnen meer verdienen. Totdat er opnieuw een balans is tussen vraag en aanbod.”
METEN IS WETEN
Als er uit de verschillende betogen al een constante naar voren komt, is het inderdaad dat data koning is. Zeker ook bij Google zelf, een bedrijf dat van “meten is weten” een waar mantra heeft gemaakt, ook voor zaken als bijvoorbeeld hr. “Met een project als Googlegeist proberen we zo veel mogelijk data te verzamelen over onze werknemers”, zegt Aimee O’Malley. “Zijn de teams nog gelukkig, lukt het pendelen nog, is iedereen tevreden over de massages die we aanbieden, echt alle mogelijke zaken worden onderzocht.”
Maar het gaat nog verder dan dat. Gdna is een programma binnen Google waarin 4.000 werknemers elke zes maanden een zeer diepgaande vragenlijst moeten invullen. Dat gaat dan zowel over hun persoonlijkheid als over bijvoorbeeld de relatie met hun manager. Uit de antwoorden probeert het bedrijf dan allerlei correlaties te distilleren.
CHATTEN MET DE VDAB
Maar niet alleen traditionele bedrijven, ook sommige overheidsbedrijven omarmen de nieuwe technologie. Bij de VDAB bijvoorbeeld wordt volop gewed op de cloud om de kosten te verlagen en de dienstverlening te verbeteren. “Vacatures zetten we tegenwoordig in de cloud”, zegt cio Paul Danneels. “Mensen die een job zoeken kunnen er meteen op reageren en zelfs bijvoorbeeld een videoconferentie met het bedrijf opzetten zonder dat de VDAB daar tussenkomt. Ook chatsessies met het bedrijf of met een van onze experts kunnen snel georganiseerd worden.”
Frederic Petitjean
“Zijn de teams nog gelukkig, lukt het pendelen nog, is iedereen tevreden over de massages die we aanbieden, echt alle mogelijke zaken worden onderzocht.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier