De Christelijke Mutualiteiten schrijven sinds enkele dagen een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van hun informatisering. Het grootste ziekenfonds van het land heeft zijn BS2000-mainframe van Siemens ingeruild voor servers van HP, en focust voortaan op drie belangrijke standaarden: Unix, Oracle in ‘cluster’ en Java J2EE/Cobol voor de ontwikkelingen. Wij spraken met Alain Conrath en Erik Van Overloop, directeur, respectievelijk adjunct-directeur informatica.
Alain Conrath en Erik Van Overloop hadden al een hele loopbaan binnen de Christelijke Mutualiteiten achter de rug toen ze ruim 2 jaar geleden de leiding van de informatica-afdeling toevertrouwd kregen. Zij kennen ‘het huis’ door en door: de perfecte combinatie van it-deskundigheid en kennis van ‘de business’.
Data News: Wat viel u op toen u aan de slag ging?
Alain Conrath: Wij stelden destijds vast dat de ‘business’ en de it niet meer op dezelfde golflengte zaten, dat ze uit elkaar groeiden. Wij lanceerden dan samen een groot ‘change management’-project met het oog op samenwerking tussen business en it. Dat project had 3 niveaus: het operationele, het tactische en het strategische. Voortaan worden planning en prioriteiten bepaald door vertegenwoordigers van it én business. Zij controleren de evolutie van de projecten en nemen de follow-up voor hun rekening. We hebben tools waarmee zowel de it als de business de evolutie van informatiseringsprojecten kunnen volgen.
DN: Hoe evolueerde het allemaal? AC: Wij komen van informatica op ‘mainframe’-basis. In de jaren 70 was dat het neusje van de zalm: een transactioneel systeem met een Univac, later een BS2000 van Siemens. Vergeet niet dat wij vandaag meer dan een miljoen transacties per dag en een miljoen uitgavenlijntjes in de gezondheidszorg verwerken. Ontwikkelingen gebeurden in Cobol, met een eigen database. Mettertijd werd de kantoorautomatisering verder ontwikkeld en opteerde de CM voor de aanschaf van softwarepakketten: eerst Oracle Financials, later een pakket voor personeelsbeheer en vrij recent nog de eBusiness Suite van Oracle voor crm-doeleinden. De ziekenfondsadviseurs hebben nu een totaalbeeld van onze 4.500.000 leden.
Er is ook fors geïnvesteerd in het netwerk: we migreren dit jaar van adsl-verbindingen via het Bilan-netwerk van Belgacom naar de MPLS-infrastructuur van het Explore-platform, eveneens Belgacom. Dat biedt mogelijkheden inzake telefonie en dus voip en verbetert onze dienstverlening aan de leden in het kader van een multi-channelaanpak. De CM heeft overigens ook een groot aantal zakelijke partners zoals ziekenhuizen en wij waren trouwens een van de eersten met een link naar het netwerk van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Daarnaast is er de link naar het CareNet-netwerk dat de professionals in de gezondheidheidssector onderling verbindt. In een eerste fase verbindt CareNet de ziekenfondsen en ziekenhuizen, maar straks wordt het ook opengesteld voor individuele zorgverstrekkers, maar dan via een portal. De eerste die daarvoor in aanmerking komen, zijn de mensen van het verplegend personeel.
DN: Werden er grote strategische keuzes gemaakt?
AC: Vier jaar geleden legden we met ons informatiseringsplan nieuwe standaarden vast: Unix als besturingssysteem, Oracle voor de databases en applicatieservers, en Java J2EE voor de ontwikkelingen. Daarbij kwam een ambitieus ‘business re-engineering’-plan. De leercurve voor deze nieuwe concepten, vooral met het oog op SOA, eiste echter meer tijd dan gepland. Onze eerste SOA-toepassing kwam er pas in februari 2007. Nu volgt het Refac-project dat de verwerking van de prestaties in de gezondheidszorg, verbonden met de ziekenhuizen, volledig herziet.
DN: Was het ‘afdanken’ van de mainframe een zware karwei?
AC: We hebben onze BS2000 eind december uitgeschakeld. Dat bracht de migratie van 5 tot 6 miljoen Cobol-lijntjes mee, en een jaar lang testen. Wij hebben tools van MicroFocus gekozen voor de migratie en deden hiervoor een beroep op Anubex en Siemens. Deze ‘big bang’-migratie ging gepaard met een ‘change management’-programma voor onze medewerkers. Bedenk wel dat dit project complexer was dan het jaar 2000 of de euro: het gaat om het hele toepassingspark en de systeemsoftware! Voortaan telt onze infrastructuur 91 Unix-servers (waaronder 12 HP SuperDomes) en 250 Windows-servers.
Erik Van Overloop: Gelukkig voor ons waren de data op de mainframe goed gescheiden van de applicaties. Hierdoor kon de migratie tamelijk geautomatiseerd verlopen, zowel voor de applicaties als voor de data, via een Cobol Siemens naar een Cobol MicroFocus. We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om per afdeling ‘data owners’ en ‘application owners’ aan te duiden om een en ander uit te testen.
DN: Hoe belangrijk was het change management aspect?
AC: Wij wilden een krachtige interne it, en daarom moesten we ook aan de processen werken. Wat exploitatie betreft, hebben we ons geïnspireerd op ITIL; op het vlak van ontwikkeling op CMMI, met Cobit als checklist. De aanpak bleef niettemin erg pragmatisch. We creëerden een ‘change manager’-functie. Op het vlak van ontwikkeling en projectleiders worden de verschillende procesverbeteringsprojecten begeleid door ons team van coaches. We hebben onze ontwikkelingsteams trouwens geherstructureerd. Voortaan werken ze niet meer volgens technologische competenties maar volgens ‘business’-afdeling.
DN: Wat worden dit jaar de grote prioriteiten?
AC: We definiëren voor 2008 een ‘masterplan’ met twee doelstellingen. Eerst de SOA-weg, in etappes en langs lijnen van geleidelijkheid. Eerste opdracht is ongetwijfeld het isoleren van externe flows via een interface-laag. Daarna pakken we de grote interne businesses aan. Andere prioriteit is de virtualisering van servers, opnieuw vanuit pragmatisch standpunt.
We hebben overigens recent ook de hoofdmoot van onze opslaginfrastructuur vernieuwd op basis van een ‘dual vendor’-beleid, met HP en EMC, daarbij gebruik makend van een SAN dat ongeveer 30 TB beheert. Ook hier kan virtualisering niet lang uitblijven.
En dan het ‘disaster recovery’ beleid: eind 2006 hadden we een paar stroompannes. Dat heeft ons ertoe aangezet onze ‘disaster recovery’-procedures te herzien. Ze zullen frequenter getest worden, al hebben we intussen al een heuse disaster recovery-zaal.
Wat ons pc-park betreft – een slordige 5.000 pc’s – hebben we eveneens voor een ‘dual vendor’-beleid gekozen. Met de migratie naar Vista wachten we zeker tot 2009.
DN: Andere plannen met it?
AC: Wij spreken liever van zakelijke projecten waarin it een drijvende rol speelt. Onze website (www.cm.be) is geëvolueerd van een informatief medium – weliswaar met diensten aan onze klanten en aan het grote publiek – naar een grotendeels interactieve site. De veiligheid wordt gegarandeerd met een ‘token’ of eID-kaart in het kader van een partnership met Fedict. Wij registreren nu zowat 20.000 raadplegingen per dag en plannen om de 3 maanden een ‘release’ met nieuwe diensten.
In het verlengde van de CareNet-infrastructuur tussen de ziekenfondsen gaan we het proefproject ‘MyCareNet’ lanceren, naast het reeds genoemde proefproject van elektronische administratieve formulieren voor verplegend personeel, via een portaal. We willen ook alle BeHealth-diensten exploiteren. Verder hebben we bij 3 ziekenfondsen nog een test lopen voor een scanningproject. Opzet hiervan is alle inkomende documenten te scannen en een beheerplan uit te zetten voor de uitgaande post, eventueel met invoering van een OCR-tool.
EVO: En zopas, na het volledig hertekenen van de financiële processen in december, lanceerden we nog een nieuw project rond de invoering van versie 12 van Oracle Financials. Het is een toepassing van onze ‘buy and reuse before build’-strategie.
DN: De Landsbond zoekt ook nieuwe informatici?
AC: Het it-departement heeft intern 240 mensen aan de slag, waarvan ongeveer 120 in ontwikkelingsactiviteiten in de zetel in Brussel [ een gebouw dat aanvankelijk een ziekenhuisbestemming had en waarvan het operatiekwartier nu onderdak biedt aan de it-infrastructuur, nvdr] en 90 informatici in de ziekenfondsen. Voeg daarbij 80 à 90 externe krachten in het kader van partnerships met Application Engineer en Cronos. We hebben een stagebeleid voor studenten en we zijn ook steeds meer aanwezig op jobbeurzen. Daarnaast drijven we onze inspanningen met het oog op opleiding en behoud van onze medewerkers op.
EVO: We hebben nogal wat vacatures, vooral voor analisten en architecten. We werken aan ons imago om meer jongeren aan te trekken. Door aan te tonen dat wij met de modernste technologieën werken bijvoorbeeld. Op onze website hebben we zopas ook een jobpagina geopend (www.cmjobs.be). De tijd dat mensen een volledige carrière binnen de CM doorliepen, is wel voorbij: er is duidelijk meer verloop. Wij moeten ons ook op dit vlak aanpassen en op een dynamischer manier rekruteren.
DN: U bent lid van het directiecomité en andere CIO-netwerken?
AC: Klopt. Volgens mij is het belangrijk om bij de kern van de activiteit te worden betrokken. Ik grijp niet alleen in op technisch niveau, mijn rol is voortaan ook opportuniteiten voor de onderneming te identificeren en die voor te leggen.
En wat die CIO-netwerken betreft: ik heb me zopas ingeschreven in CIOnet.
In 2007 hebben we het operationele afgeleverd en gestabiliseerd. Na al dat interne werk moeten we ons meer openstellen voor de buitenwereld: samen met het hele team de toekomst voorbereiden is een prioritaire krachtlijn voor 2008.
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier