Terwijl Mobistar, Base en Proximus hun 4G-netwerk nog volop uitbreiden, werken hun partners op de achtergrond al aan de volgende generatie mobiel dataverkeer. Dat is een werk van lange adem, want naast de netwerkoperatoren moeten ook het bedrijfsleven, academici en de politiek in het verhaal stappen.

Het is belangrijk dat we in 2020 klaar zijn met 5G”, zegt Saskia Van Uffelen, ceo van Ericsson Belux. “Bij de uitrol van 4G hebben we veel problemen gehad, onder meer de strengere regels voor Brussel. Nadien is dat in een stroomversnelling geraakt, maar ook rond de dekking zijn er lang problemen geweest.”

Intussen is Van Uffelen optimistischer. “Vandaag hebben we al wat achterstand goedgemaakt, maar op het gebied van continue beschikbaarheid, wegens een beperkt bereik, zijn we er nog niet. Gebruikers zijn nog altijd niet tevreden. Mobiele consumenten doorgaans wel, maar op de M2M-markt ligt dat anders. Die evolueert pijlsnel en dan kan je bij problemen niet afkomen met ‘we zijn er even niet’, of zeggen dat ze maar moeten wachten tot 2020. Daar rekent men vandaag op continuiteit.”

In afwachting van 5G evolueert daarom ook de 4G-standaard naar een sneller en performanter netwerk. Onder meer met LTE Broadcast, de technologie waarbij content eenvoudig naar meerdere gebruikers kan worden verstuurd zonder het netwerk extra te belasten.

CONCURRENTIE VAN BUITEN JE COMFORT ZONE

We spreken Van Uffelen op de Ericsson Innovation Day in Aken, waar het bedrijf aan partners toont wat het allemaal doet met 5G. Van Uffelen benadrukt daarbij dat het niet louter gaat om een sneller netwerk. “5G staat gelijk met het Internet of Things. Die M2M-markt komt er aan. Er zijn mensen die denken dat de digitale opmars gaat stoppen, maar bedrijven gaan hierdoor net nieuwe diensten bedenken.”

“Die evolutie komt zelfs niet uit de technologiesector maar vanuit een economische vraag. Banken van morgen zijn misschien de retailers van vandaag. De autosector moet zich voorbereiden op het delen van wagens. Er gebeuren dingen cross-sectoraal waar bedrijven meer moeten samenwerken, allemaal dienstgericht en gebaseerd op data. Tel die dingen bij elkaar op en je kan niet zonder een deftig netwerk om dat te ondersteunen. We zien vandaag veel bedrijven die onder economische druk hun business model in die richting aanpassen.”

Als meer bedrijven met data en nieuwe communicatievormen bezig zijn dan betekent dat ook goed nieuws voor bedrijven als Ericsson of concurrent Huawei, die traditioneel dicht bij de telecomoperatoren staan. “Een van mijn grote missies is om naast de operatoren een ecosysteem te creëeren. We kijken vandaag naar automotive, health, transport en mobility. In zo’n ecosysteem doen we sommige projecten samen met operatoren, anderen doen we rechtstreeks met de industrie.” Vooral health is daarbij interessant voor Ericsson Belux omdat dat doorgaans zeer lokale materie is. Dat maakt dat van Uffelen die nieuwe markten ook zelf moet aanspreken.

“Sinds vorig jaar kijken we naar bedrijven uit industry en society als klanten. Dat vraagt ook nieuwe competenties. Gelukkig zit bij een bedrijf als Ericsson innovatie er al standaard in. Maar we moeten die nieuwe klanten ook sensibiliseren. We praten bijvoorbeeld met de bouwsector over indoor solutions terwijl we vroeger met die bedrijven niet aan tafel zaten.”

Nieuwe klanten en markten betekent echter ook nieuwe concurrenten. Afgelopen maanden kondigden zowel Proximus als Engie (vroeger GDF Suez) een eigen netwerk aan voor internet of things. Al ziet Van Uffelen dat eerder als twee aparte zaken. “Vergelijk het met mobile en fixed. Die bestaan vandaag ook naast elkaar. Maar je moet het los van technologie en cross-sectoraal kijken. In Hongarije kan je stroom, water, gas, vaste- en mobiele telefonie samen gefactureerd krijgen omdat ze allemaal op het billingplatform van de operator zitten.

Ericsson is vandaag net zoals andere spelers druk bezig met het ontwikkelen van 5G-technologie. In tegenstelling tot vroeger zit niet elke speler in zijn hokje maar wordt er meer samengewerkt. Al valt er nog een hele weg af te leggen en die begint bij sensibilisering. “Sommigen beweren dat het op dit moment een marketingverhaal is, maar ik ben al sinds 2011 met die sensibilisering bezig en je merkt daar nu wel meer realiteitszin rond. Het is prachtig om te zien hoe bedrijven intern nadenken over hun nieuwe rol. In de financiële sector is dat nu nog beperkt tot online banking, maar bij 3D-printing zie je plots logistieke processen verdwijnen. Intussen kunnen bedrijven als DHL of Bpost pakjes afleveren tot in de koffer van een Volvo. De nieuwe servicemodellen staan voor de deur ! Bij de industriële revolutie had je concurrentie binnen je sector. Maar wie is is er bij een samenwerking tussen Volvo en DHL nog het technologiebedrijf ? Een goed idee kan uit elke richting komen, met spelers die data beheren en verwerken om toegevoegde waarde te creeëren.

BELGISCHE DEADLINES

Van Uffelen blijft daarom hameren op het belang van 5G voor onze kenniseconomie. “Als we in 2020 geen 5G in België hebben dan missen we een enorme opportuniteit. De time to market is enorm belangrijk.” Nochtans wordt de technologie momenteel niet in België ontwikkeld. “Vandaag mikken we in België op samenwerking en sensibilisering met bedrijven en de overheid. Er is vandaag al een proof of concept voor 5G en je merkt dat er onder bedrijven al meer maturiteit is om er voor te gaan. Zo’n voorbeeld van technologie bevestigt ook het vertrouwen dat het er zit aan te komen.” Eens bedrijven, universiteiten en politiek mee zijn hoopt Van Uffelen dat ons land een voortrekkersrol kan spelen. “Ik zie graag een Europees 5G-netwerk in Brussel waar we zelf de leiding kunnen nemen. Maar dan moeten we werken aan use cases.” Die liggen volgens de ceo voor het grijpen. “De mogelijkheden zijn zo breed dat het vaak zelfs niet meer om één of twee spelers gaat. Voor veel bedrijven is het ook een noodzaak. Geen use case is geen innovatie en geen innovatie betekent geen nieuwe inkomstenmodellen.”

Pieterjan Van Leemputten

“Wie is is er bij een samenwerking tussen Volvo en DHL nog het technologiebedrijf ? Een goed idee kan van elke richting komen.” Saskia van Uffelen