Dimension Data stelde onlangs in Brussel de unified-communicationsdienst voor die het klaarstoomde voor federale ministeries en overheidsinstellingen. Het platform is een van de eerste diensten die ‘live gaan’ op G-Cloud, de nieuwe overheidscloud die er al een lange voorgeschiedenis heeft opzitten.
Niets dan stralende gezichten bij Dimension Data, eind september. Het bedrijf stelde formeel de unified-communicationsdienst voor die ondertussen bij enkele overheidsdiensten en ministeries in gebruik is genomen. Het platform draait op de zogenaamde G-Cloud, een overheidscloud waarvan de eerste plannen al minstens vijf jaar meegaan, maar die wegens budgetproblemen ook verschillende keren weer in de koelkast werd gezet.
Het opzet van G-Cloud gaat zeer breed. Er zullen op termijn zowel Infrastructure-as-a-Service-, Platform-as-a-Service- en Software-as-a-Service-diensten worden aangeboden. Het hele project is een zogenaamde ‘hybride cloud’. Er zullen dus zowel diensten op draaien die door privéfirma’s in publieke cloudomgevingen worden aangeboden, als diensten die gehost blijven in datacenters van de overheid zelf. Hoewel er aanvankelijk sprake was om het volledige project in handen van de overheid te houden, wordt er voor de uitbouw en de operationele werking toch stevig beroep gedaan op privépartners. Zo verzorgt Dimension Data bijvoorbeeld het unified-communicationsluik en is HP aangetrokken als partner voor de cloud-storagediensten. Daarvoor stelt de overheid telkens een raamcontract op dat wordt aanbesteed aan geïnteresseerde partijen. Ook FedICT en Smals, de it-specialisten van de overheid, zijn nauw bij de uitbouw betrokken.
LANG VERHAAL
“De G-Cloud is ondertussen al een lang verhaal geworden”, zegt Marc Vandersmissen, de ict-manager van FOD Financiën, “Het basisidee is eigenlijk dat verschillende overheidsinstellingen samen iets proberen op poten te zetten, simpelweg omdat hun behoeften min of meer gelijk lopen en omdat we door samen te werken synergiën kunnen creëren. Het heeft echt geen zin dat ieder voor zich een eigen systeem gaat bouwen. Dan zitten we op het einde van de rit met twintig verschillende systemen die we op een of andere manier op mekaar moeten afstemmen.”
Elk departement zelf alles laten bouwen, is tegenwoordig dan ook niet meer verdedigbaar, stelt Vandersmissen : “We moeten onze kennis en energie gebruiken om onze eigen specifieke diensten te ontwikkelen en niet, pakweg, een telefoniesysteem. Dat is niet onze core business, er zijn andere mensen die dat beter en sneller kunnen dan wij.”
De voordelen van zo’n G-Cloud zijn makkelijk opgelijst : meer doen met minder kosten en minder mensen, en schaalvoordelen creëren. Wat dat betreft, verschillen de ambities van de overheid dus niet zoveel van de meeste private ondernemingen. Elk departement kan dankzij de flexibele virtuele infrastructuur over net die server-, netwerk- en opslagcapaciteit beschikken die het nodig heeft. En het is daarbij natuurlijk ook mogelijk om snel de capaciteit te vergroten of te verkleinen in functie van de actuele behoefte.
Maar ook de eindklant, de burger, zal van deze aanpak de vruchten plukken, pleit Vandersmissen : “Er komt meer uniformiteit en eenheid in de manier waarop we de burger contacteren. We zullen dat allemaal doen met dezelfde tools. Voor de burger zouden alle verschillende overheidsdiensten zo op termijn moeten vervellen tot dé overheid. De diverse diensten en departementen zullen ook uniforme toegang krijgen tot het dossier van de burger, zodat hij sneller en beter wordt geholpen. Dit is dan ook een fundamentele tool in onze e-governementambities.”
AAN DE KAR TREKKEN
De meeste bouwstenen van de G-Cloud krijgen elk een specifieke ‘owner’, die het strategische toezicht behoud. Voor unified communications is dat bijvoorbeeld de FOD Economie. De andere overheidsdiensten kunnen bij die owners de diensten die zij nodig hebben inkopen uit een soort catalogus. Ze betalen daarbij precies voor wat ze verbruiken. Elke instelling bepaalt echter volledig autonoom op welke manier en met welke snelheid ze van de G-Cloud gebruik maakt.
“We kiezen ervoor om elk departement mee aan de kar te laten trekken”, zegt Vandersmissen, “Eén overkoepelend it-departement voor de hele federale overheid, dat is gewoonweg té groot. Iedereen is nu zowel klant als leverancier. Dat is natuurlijk minder eenvoudig dan alleen maar klant te spelen (lacht). Maar daardoor kan iedereen ook expertise delen en zoveel mogelijk van mekaar leren.”
De verschillende overheidsdiensten beslissen zelf welke clouddiensten ze precies afnemen en in welke mate. Voor de privépartners die bij de bouw betrokken zijn, was dat wel een financieel risico, zegt Dimension Data-topman Pierre Dumont : “We engageren ons tot het bouwen van een pay-per-use-platform zonder dat we enige zekerheid hebben over hoeveel gebruikers er uiteindelijk zullen aangesloten worden. Vandaag hebben we al ongeveer 6.000 gebruikers van de unified-communicationssystemen met daarenboven nog 5.000 bestellingen die al binnen zijn. Maar break-even draaien we pas vanaf 15 à 20.000 gebruikers. Dat getal zouden we eind 2017 moeten halen.”
AGRESSIEVE PRIJS
Dimension Data biedt de ministeries en overheidsinstanties een vijftal klantenprofielen aan, van enkel stemdiensten tot stem, voicemail, videobellen, collaboration en e-mail. “Het complete pakket zonder de e-maildiensten komt op net geen vijf euro per maand per gebruiker”, zegt Dumont, “Dat is een heel agressieve prijs, natuurlijk ook vanwege het grote volume gebruikers dat we verwachten. We zien trouwens ook dat de meeste overheidsdiensten voor het complete pakket kiezen, omdat dat gewoon meer toegevoegde waarde biedt.”
“Als je het vergelijkt met een traditioneel telefoonsysteem, ligt die prijs hoger, maar natuurlijk is de functionaliteit ook totaal anders”, reageert Vandersmissen, “Je krijgt er iets voor terug. We hebben dit trouwens ook nodig om klaar te zijn voor de toekomst. We willen meer en meer gaan inzetten op telewerk en thuiskantoren, dit is daar een uitstekende hefboom voor. Veel werknemers, zeker de jongere generatie, verwachten dit ook expliciet van ons.”
AAN DE TOP
De initiële opstart van de G-Cloud mag dan wel een lastige bevalling geweest zijn, met dit systeem heeft België een overheidscloud die zijn gelijke niet kent in de hele wereld. “Denemarken is over een gelijkaardig initiatief aan het nadenken en ook in Barcelona zijn er plannen om hiermee te beginnen”, zegt Dumont, “Maar dat systeem is qua schaal natuurlijk totaal niet te vergelijken met wat er in België gemaakt wordt. Wat dat betreft staan we echt wel aan de top.”
Ook Vandersmissen is duidelijk fier op het project. “In Groot-Brittannië is men hier ook mee bezig. Hun project heet trouwens ook G-Cloud, voor Government Cloud, maar de opzet en het concept zijn totaal anders”, zegt de it-topman, “Dat is één bedrijf dat een volledig outsourcingcontract krijgt om datacenters vol te zetten met servers. De notie van samenwerking en samen iets opbouwen zit er veel minder in. Ook Dumont vindt dat belangrijk. “Het managementcomité van G-Cloud bestaat uit de cio’s van alle ministeries”, zegt hij, “Het is volledig hùn concept, hùn kindje. Het is niet het kind van één iemand, het is van hen allemaal. Het is ook niet bedacht door een politicus. De basis heeft het zelf bedacht en heeft er de fundamenten voor gelegd. Het verkoopt dus eigenlijk bijna zichzelf (lacht).”
NODEN VAN DE MEERDERHEID
G-Cloud komt eindelijk stilaan op kruissnelheid maar dat betekent niet dat het werk nu af is. Vandersmissen : “Het zal stap voor stap gaan en als iemand aangeeft dat er iets nodig is, dan zullen we dat proberen toe te voegen. Zo zijn we bijvoorbeeld aan het nadenken over Business Intelligence-as-a-Service. We bouwen dat eerst voor één dienst en dan kunnen we daaruit leren en dan koppelen we er een andere dienst aan en zo gaan we verder. Zonder onszelf strikte deadlines op te leggen. We werken ook aan Backup-as-a-Service, Security-as-a-Service enzovoort. Voor Back-up-as-a-Service heb ik binnenkort een vergadering met de projectleider en dat is dus geen verkoper, maar een collega. Hij begrijpt wat ik nodig heb en wat mijn specifieke noden zijn. Maar pas op, we gaan daar ook niet te ver in, hoor. Het doel van G-Cloud is om op de noden van de meerderheid te antwoorden, we kunnen niet alles voor iedereen bouwen. Dat is te moeilijk (lacht).”
Frederik Petitjean
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier