Je kan er niet omheen. Cijfers spreken. In de top-100 van de grootste Belgische ict-bedrijven zijn er amper vijf (5) bedrijven die geleid worden door een vrouw. In de top-250 van bedrijven met een omzet van meer dan 15 miljoen euro tellen we er iets meer dan tien (10). En onlangs werd Dominique Leroy de eerste topvrouw die een Bel20-bedrijf leidt. Amper een op vijf werknemers in de ict-sector heeft een vrouwelijke baas. Slechts 19 procent van de entrepreneurs zijn dames. We zijn 2014 en er is dus duidelijk nog werk aan de winkel.
Zes jaar geleden begon Data News met het eerste ‘She Goes ICT’ event. Een jaar later hebben we de eerste ICT Woman of the Year verkozen. Er was toen, in 2009, heel wat scepsis. Is er nood aan een dergelijke award? Moeten vrouwen niet helemaal zelf hun loopbaan uittekenen en bepalen? Uit eigen kracht doorgroeien naar de top? Is een dergelijke prijs geen stigmatisering? Terechte vragen die nog wel eens opgeworpen worden. Maar uit het recente ‘corporate gender gap report’ dat voorgesteld werd op de economische top in Davos blijkt nog steeds dat juiste rolmodellen de grootste struikelblokken zijn voor jongedames in hun carrièrekeuze. Met amper vijf topvrouwen in de top-100 van Belgische ict-bedrijven kan je bezwaarlijk van een weelde aan rolmodellen spreken. Nog heel wat vrouwen weigeren trouwens mee te dingen naar de award voor ‘ICT Woman of the Year’, vaak omdat ze liever onder de radar blijven, niet te veel in de belangstelling willen staan. Ze hebben voor hun positie gevochten, zijn er trots op, zonder meer.
Inmiddels hebben we heel wat ‘straffe madammen’ gelauwerd. Het gaat om Ingrid De Latte (NextiraOne), Saskia Van Uffelen (Bull), Martine Tempels (Telenet), Ada Sekirin (Business & Decision) en nu dus Pascale Van Damme (Dell). Het zijn sterke vrouwen die elk op hun manier een rolmodel zijn voor de jongedames, al dan niet op het internationale forum. In 2009 stond België nog op de 33ste plaats in de global gender gap index. Vandaag zijn we opgeschoven naar de 12de plaats. Dat is een mooie verdienste, maar een plaats in de top-10 is het minste wat je kan ambiëren als één van de rijkste landen ter wereld.
De discussie over quota en of er al dan niet een minimum aantal dames in raden van bestuur en directiekamers moeten zitten, laat ik in het midden. EU-commissaris Viviane Reding vatte het gevat samen: ‘I don’t like quota, but I like what quota do’. Nogal wat bedrijfsvoorzitters kwamen me trouwens de jongste maanden om raad vragen. Welke dames uit de ict-sector ze best in hun bestuurszetels zouden moeten opnemen? Het zegt op zich al veel dat ze deze topvrouwen niet eens kennen. Dames moeten dus meer het podium op, naar buiten, mee discussiëren over de toekomst.
EU-commissaris Neelie Kroes stelde onlangs dat meer dames in de technologiesector voor een jaarlijkse toename van het Europees BNP zou zorgen van 9 miljard euro. Ik stel me altijd wel vragen bij dergelijke cijfers, maar het is duidelijk dat er te weinig jongedames in de ict-sector zijn. Amper 10 % van de ict-studenten zijn jonge deernen. Een ambitie om dat in de komende jaren door te trekken naar 25 % zou mooi zijn. Daarom ook hebben we sinds drie jaar de Young ICT Lady of the Year in het leven geroepen. Het enthousiasme en de mature aanpak van deze jongedames verrast me telkens opnieuw. Het is aanstekelijk ook hoe initiatieven zoals Coderdojo jonge meisjes én jongens kunnen warm maken voor de ict-biotoop. Dat is zonder meer hartverwarmend én hoopvol voor de toekomst.
LUC BLYAERT
Slechts een op vijf werknemers in de ict-sector heeft een vrouwelijke baas.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier