Amsterdam wil een imago ophangen van milieuvriendelijke stad. Verschillende pilootprojecten van ‘slimme meters’ zijn een van de manieren waarop ze dit doet.

Het project Smart Grid van de stad Amsterdam is bedoeld om het verbruiksschema van vier doelgroepen te analyseren en eventueel aan te passen: de burgers, de mensen die werken in Amsterdam, het transport en de gemeente zelf. Doel: de CO2-uitstoot met 40% verminderen tegen 2025 (in vergelijking met de uitstoot van 1990). Het project zal vier opeenvolgende fasen bevatten, die allemaal draaien rond verschillende projecten. Smart metering is er een van en is bedoeld voor particulieren, eigenaars van handelspanden of woningen, maar ook voor de transportmiddelen en kortstondige gebruikers (waaronder de markten of de schepen die in de haven aanmeren).

Naast ecologische overwegingen gaan er ook financiële redenen schuil achter het ‘smart metering’ project. Naast de mogelijke besparingen bestaat de idee erin om Amsterdam tot voorbeeldstad te maken, die de invoering van nieuwe economische actoren kan inspireren. Volgens distributeur Alliander, netwerkbeheerder, is het ook de bedoeling om bepaalde financiële verplichtingen te vermijden. De stad kent immers gemiddeld een black-outperiode van vijf uur per jaar. Op zich is dit geen ramp, maar ondanks alles is dit een bron van niet geringe boetes voor de leverancier(s). Om dit bedrag terug te dringen, hebben ze er dus alle belang bij om na te gaan welke consumenten echt getroffen worden door deze pannes. De pilootprojecten voor de installatie van slimme meters (500 gezinnen, 700 sociale woningen, openbare gebouwen…) gingen in juni 2009 van start voor een periode van 3 jaar, met een tussentijdse balans na 2 jaar. Het project voor de particulieren (met Nuon – zie ook het kaderstuk) zal eind 2010 geëvalueerd worden. Doel: diverse parameters beter identificeren, zoals de technologische eisen of de manier waarop het gedrag van de consument kan worden aangepast. Doelstelling op 2 jaar: een derde van de 200.000 Amsterdamse gezinnen bereiken.

Een meter alleen volstaat niet

“Om het gedrag van de consument te beïnvloeden, zijn slimme meters alleen niet genoeg”, vindt Maikel Van Verseveld, vennoot en European lead Smart Grid Services bij Accenture, dat deel uitmaakt van het project. “Na enkele weken van enthousiasme dankzij een gadgeteffect bestaat het gevaar dat de aandacht verslapt. We moeten dan overgaan naar de volgende stap, de invoering van tariefmechanismen en van een technologie die beslist in de plaats van de gebruiker. De idee is dus om slimme meters te koppelen aan een smart energy management system, waarmee de uitrustingen geprogrammeerd kunnen worden. Het kan bijvoorbeeld via rfid-sensors nagaan of er niemand thuis is, en of er een consumptieoverbelasting is en dan beslissen om alle toestellen of tenminste de toestellen die het meeste energie verbruiken, stil te leggen.” Een andere oplossing is die van Plugwise, een jonge Nederlandse vennootschap waarin Philips investeerde. Die oplossing draait rond speciale voorzieningen die tussen de uitrustingen of verlichtingssystemen en stopcontacten geplaatst worden, om te waken over het verbruik en het tegelijk te beheren. De opmetingen worden via draadloze Zigbeeverbindingen doorgegeven. Vandaar dat de legacysystemen moeten worden verbonden met een ip-oplossing.

Brigitte Doucet