Webshops in ons land verliezen klanten aan buitenlandse concurrenten, en dat hebben ze voor een groot stuk te danken aan zichzelf, zeggen organisaties Safe Shops en Bloovi. Vandaar vanaf nu hun jaarlijkse eTrade Summit, als porretje in de rug.
Eerst een paar cijfers, gewoon om duidelijk te maken dat de situatie op zich niet dramatisch is. Belgen kopen namelijk wel degelijk online, zo blijkt uit een jaarlijkse studie van marktonderzoeksbureau InSites: zes Belgen op de tien kochten het afgelopen jaar al iets online, het aantal consumenten die maandelijks iets op het internet kochten is gestegen naar 24 procent, en de gemiddelde aankoop bedraagt 170 euro. Volgens internetbedrijf Ogone, over wiens betalingsplatform 85 procent van de Belgische webaankopen worden afgehandeld, werd er in 2012 voor 16,6 miljoen euro online verkocht in ons land, een stijging met 25 procent ten opzichte van een jaar eerder. Ook het aanbod aan Belgische webshops is gestegen naar bijna 30.000, met een breed sporend aanbod. Grote retailkrachten uit de fysieke wereld, zoals Colruyt, komen nieuwe spelers als CoolBlue tegen, en al die initiatieven hebben op zich geen moeite om klanten te vinden.
Wat hebben Belgische e-shops dus nog te klagen? “De consument is het probleem niet”, zegt Marc Périn, voorzitter van de vzw Safe Shops. “Die koopt gretig dingen op het internet: van boeken tot tuingereedschap. Maar wel vooral bij Nederlandse en Franse webshops.”
AMBITIEUZER
Safe Shops, een belangenorganisatie die werd gesticht door de grootste e-commerce-spelers in ons land en een label voor betrouwbare en veilige webwinkels in het leven heeft geroepen, luidt dus niettemin de alarmbel, samen met Bloovi, een koepelorganisatie voor de digitale sector. De koopvlucht naar webshops buiten de Belgische landsgrenzen, bij voorkeur in onze buurlanden, is namelijk groot: 53 procent van de Belgische consumenten koopt producten bij webshops in het buitenland. Van dat aantal verkiest 52 procent de Franse webshops, terwijl 38 procent ervan op het Nederlandse internet gaat shoppen. Belgische webwinkels draaien dus helemaal niet op de top van hun potentieel.
Hoe komt dat? Voor een stuk omdat we in België geen grote, ambitieuze internetnaam hebben, zoals Bol.com in Nederland of Laredoute.fr in Frankrijk – het aanbod is geweldig versnipperd. Dat was begin oktober de belangrijkste boodschap van de eTrade Summit, een driedaagse samenkomst voor alle Belgische bedrijven die met elektronische handel bezig zijn: het kan ambitieuzer. Daar kwamen een honderdvijftigtal partijen uit alle cenakels van het economische leven een debat over voeren. Het idee is om dit vanaf nu jaarlijks te doen. “De sector moet echt eens bij zichzelf te rade gaan”, zegt Périn. “Er is te weinig initiatief en ondernemerschap, er zijn te weinig ideeën die tot bloei komen in een bedrijvigheid.”
LEVERING
Het betekent niet dat er geen structurele obstakels meer zijn. Maar daar wordt momenteel hard aan gewerkt. Het aantal betaalmogelijkheden is de afgelopen jaren bijvoorbeeld stevig toegenomen, met onder meer de toevoeging van debetkaartbetalingen en een stevige opmars van strikt online betalingssystemen als PayPal. Ook aan de kant van de levering rommelt het: bpost, het bedrijf dat met zijn 11.000 postbodes instaat voor de postbedeling in België, heeft een ambitieus plan om de e-commerce in dit land te ondersteunen met nieuwe diensten aan leveringszijde. Vanaf oktober wordt er gestart met zaterdagse leveringen. Er is een plan in werking waarmee de klant zal kunnen betalen bij de postbode. In Sint-Niklaas, Turnhout en Wavre test bpost een plan uit om postbodes na afspraak te doen verschijnen, met alles wat de klant heeft besteld in één levering.
“Je zou letterlijk alles online moeten kunnen kopen”, zegt Peter Somers, directeur voor de bedeling van pakjes en de internationale markt bij bpost. “Een klant zou moeten kunnen zeggen: op woensdag om 18 uur komt er iemand van bpost, die me mijn winkelwaren en mijn pakketjes samen brengt. Waarbij ik met gepaste munt kan betalen, want honderd gram kaas is nooit echt honderd gram kaas: nu eens is het 110 gram, dan eens 92 – voor sommige producten kun je dus niet op voorhand betalen. En die ook spullen meeneemt: schoenen die niet passen, bijvoorbeeld. Achtenvijftig procent van de Belgische e-tailers hebben geen proces om dingen makkelijk terug te sturen. Dat moet veranderen. Wij, van onze kant, verbeteren constant de laatste mijl van het traject: voor een stuk door hem te consolideren, want dat brengt efficiëntie. Waar we naartoe willen is: een koopervaring die beter is dan wanneer je zelf naar de supermarkt gaat.”
Volgens Périn moet er ook meer kennis op de markt komen op gebied van e-commerce. Hij pleit voor een specifieke hogere opleiding, waar vaardigheden op gebied van retail, ict én logistiek worden bijgebracht. Al die initiatieven samen moeten de ambitie op de markt verder aanscherpen. “Ik zie buitenlandse e-tailers een aanwezigheid opbouwen bij ons, en je denkt: waarom kan het niet andersom? Belgische webshops kunnen even gemakkelijk consumenten bedienen in Nederland, Frankrijk en Duitsland. We moeten gewoon de durf en het initiatief ervoor kweken.”
Ronald Meeus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier