Directeur strategie Hans Vanderstraeten van Alcatel-Lucent pleit voor een gelaagd internet. “Het dataverkeer gaat in de komende jaren exponentieel groeien, waardoor het niet langer mogelijk zal zijn om alle diensten zo maar aan dezelfde snelheid over het netwerk te sluizen.”

Er wordt al lang gediscussieerd over het invoeren van verschillende ‘snelwegen’ op het internet. Onlangs nog laaide het debat weer op in de Verenigde Staten, omdat Google en Verizon opwierpen dat mobiele netwerken aan andere regels onderworpen moeten worden dan vaste netwerken.

Beide technologiebedrijven pleitten voor de creatie van een ‘gelaagd’ systeem voor mobiele netwerken, waarbij verschillende snelheden gehanteerd worden voor verschillende diensten. Er zou niet gediscrimineerd mogen worden naargelang de aanbieder van een dienst, maar wel op basis van de dienst zelf.

Het is dat verhaal dat we nu ook bij Alcatel-Lucent horen. “Ook wij zijn voorstanders van zo’n gelaagd internet”, bevestigt directeur strategie Hans Vanderstraeten van Alcatel-Lucent Belgium, “en daar zijn enkele goede redenen voor. Het wordt dringend tijd om het debat open te gooien, want vandaag wordt het niet correct gevoerd.”

Vanderstraeten oppert dat het internetverkeer in de komende jaren zo gaat groeien, dat de huidige netwerken de trafiek niet meer zullen kunnen slikken. “Kleine upgrades gaan daar niets aan veranderen”, aldus de topmanager. “Op termijn zal volledige netneutraliteit voor alle diensten dan ook onhoudbaar worden.”

In de plaats pleit Alcatel-Lucent voor een internet dat levert wat er gevraagd wordt. Of beter: voor een internet dat prioriteit geeft aan diensten waar de consument voor betaalt. “Eigenlijk gebeurt dat vandaag al. Neem nu voip. Je betaalt een vast bedrag per maand voor telefonie, en je verwacht dat je een kwalitatief hoogstaand gesprek kan voeren wanneer er iemand belt.”

“De netwerkoperator moet die belofte waar kunnen maken. Je moet altijd vlot kunnen bellen, ongeacht of de televisie aanstaat, of dat de kinderen op Netlog zitten. De facto zit je dan al met twee snelheden, want de telco behandelt telefonie hier anders dan het televisie- en het internetverkeer.”

Vanderstraeten trekt de vergelijking door naar video-on-demand (VOD). “Als je een film opvraagt, betaal je daar vijf euro voor, en dan verwacht je dat je die film in goede kwaliteit kan bekijken, ook als je kinderen op hetzelfde moment muziek binnenhalen. Als je betaalt voor een dienst, dan wil je die opgeleverd zien. En dan wordt die dienst volledig losgekoppeld van het dataverkeer dat er voor nodig is.”

Voorkeursbehandeling

Een tweede belangrijk element is dat er buiten de eindgebruiker en de telecomoperator nog een derde partij bijkomt in het hele end-to-end verhaal, namelijk de contentleverancier. Als je vijf euro betaalt voor een film, dan gaat 70 procent van dat bedrag naar Disney of Sony, en slechts 30 procent naar Belgacom of Telenet.

“Op dat moment is het niet zozeer de telco die de gebruiker bevoordeelt, maar is het de contentboer die eist dat zijn product in een goede kwaliteit bij de consument geraakt”, gaat Vanderstraeten verder. “Of denk je dat je de Nederlandse Eredivisie mag uitzenden over een kwakkelend lijntje?”

In een scenario waarbij bepaalde diensten een voorkeursbehandeling krijgen, kan het echter nooit worden uitgesloten dat de isp’s extra geld vragen aan de partijen die de snellere rijstroken willen gebruiken. Google zou trouwens al bereid zijn om in de buidel te tasten om het dataverkeer afkomstig van breedbandslurpende diensten zoals YouTube prioritair te laten behandelen.

“Als een serviceprovider niet alleen met Google maar met alle contentleveranciers afspraken maakt over een prioritaire behandeling aan een kleine meerprijs, moet dat kunnen. Maar alle partijen moeten over dezelfde kam geschoren worden. Een belangrijke vraag daarbij is of je die ‘equal access’ wetmatig moet afdwingen. Want niet alle partijen zullen bereid zijn om meer te betalen.”

“Het gevaar bestaat ook dat de telecomoperatoren zullen proberen om van beide walletjes te eten, en dat ze zowel de consumenten als de contentleveranciers zullen laten betalen”, geeft Vanderstraeten toe. “Daarin is het debat rond netneutraliteit wel correct: de machtsverhoudingen gaan grondig verschuiven. Hierbij is transparantie en openheid erg belangrijk. Daarover kan er niet gedebatteerd worden. De privacy en de veiligheid van de eindgebruiker moet altijd voorop staan.”

Maar uiteindelijk komt het er dus op neer dat we binnen enkele jaren moeten betalen voor diensten die we vandaag gratis gebruiken? “Dat is mogelijk, al is het aan de markt om daarover te oordelen”, besluit de directeur. “Gratis telefoneren via Skype kan al 10 jaar, maar toch blijft het gros van de mensen betalend telefoneren, omdat dat comfortabeler is. Ik ga er ook van uit dat het mogelijk zal blijven om gratis naar een basisversie van YouTube te kijken.”

“Maar als iedereen straks een 30 megabits-per-seconde abonnement heeft; zal je aan de ene kant allicht een premiumaanbod krijgen met een hoge kwaliteitsgarantie, waarvoor je extra moet betalen, en aan de andere kant de traditionele content, hopelijk nog in de kwaliteit zoals we die vandaag gewend zijn.”#

Frederik Tibau

“Het gevaar bestaat dat de telecomoperatoren zullen proberen om van beide walletjes te eten”