De bedenker van de cadeaubons Bongo stapt gefaseerd over op virtuele servers.

Het it-concept van Bongo (weekendesk) – bekend van de populaire cadeaubons – is op zichzelf al best opmerkelijk. Het bedrijf is vandaag onderdeel van de Franse Smart&Co-groep. Het werkt grotendeels, en in onze contreien zelfs volledig, met externe it-partners. Voor Noord-Europa (de Benelux en Scandinavië) is it-manager Dirk De Ryck de enige it’er in huis. Pas sinds 2007 had het nog jonge Bongo nood aan een centrale erp – Microsoft Dynamics NAV – en de bijhorende it-infrastructuur. Toen werd de knoop doorgehakt om samen te werken met het Antwerpse Cheops, in een gehost model. Bongo had simpelweg niet de ruimte, noch de technologie, noch het personeel om in huis in te staan voor it. Cheops host in het datacenter in Edegem voor Bongo nu 5 Citrix-servers, 2 servers die de erp ondersteunen, een Exchange-server, een sql-server en virtuele servers voor een callcenterapplicatie. Cheops zette ook een netwerk op, op basis van Belgacom Explore, dat alle Noord-Europese kantoren en winkels van Bongo met elkaar en met het datacenter in Edegem verbindt. Dat model biedt volgens De Ryck veel voordelen, bijvoorbeeld bij het oprichten van een nieuwe Bongo-shop. “Cheops zorgt voor alles: van het leveren en installeren van het materiaal, het aanmaken van nieuwe gebruikersaccounts tot de internetconnectiviteit. Binnen een tijdsspanne van 4 weken is de hele it-infrastructuur van een nieuwe winkel rond.”

SaaS

Een nieuwe stap in de it-evolutie bij Bongo is de keuze om gefaseerd over te stappen naar virtuele servers, in plaats van fysieke. “Voor ons is het niet belangrijk waar onze systemen zich bevinden, zolang ze maar werken”, vertelt ons De Ryck. “En zo stappen we af van al dat “oud ijzer’. We moeten geen servers meer laten vervangen en over een crash moeten we ons geen zorgen meer maken. Ook migraties moeten wij dus eigenlijk niet meer doen. En de kosten blijken identiek.”

‘Gefaseerd’ wil in dit geval zeggen dat de fysieke servers vervangen worden door virtuele van zodra ze ‘end-of-life’ zijn. Daar zitten uiteraard praktische en budgettaire redenen achter. De Ryck verwacht dat tegen eind 2011 alle servers vervangen zullen zijn. En mogelijk komt er dan een volgende stap aan: “Op groepsniveau zijn ze op dit moment zelfs al een stap verder aan het kijken, met name naar software-as-a-service, met name voor de mailservice.”

Stefan Grommen