Bosch werkt al enkele jaren in relatieve stilte aan een transformatie. Het bedrijf omarmt de IoT-revolutie en wil met een nuchtere aanpak uw wagen vanzelf laten rijden en uw fabriek automatisch laten draaien.
U kent Bosch vooral van huishoudtoestellen en power tools. Al haalt het bedrijf een groot deel van zijn 73,1 miljard euro omzet uit automotive, industriële producten, verpakkingstechnologie en securitysystemen. De kans is groot dat u op dagelijkse basis meermaals een product van hen gebruikt zonder het goed te beseffen.
Tot enkele jaren geleden waren dat vooral alleenstaande producten, maar vandaag zijn de helft van alle productklassen die het bedrijf verkoopt ‘ip-enabled’. “Tegen 2020 moet dat honderd procent zijn, ” zegt ceo Dr. Volkmar Denner op Bosch Connected World. “Verpakkingsmachines, boilers, e-calloplossingen en automotive technologie, connectiviteit stroomt door al onze business units,” klinkt het.
Denner brengt zijn boodschap met overtuiging. Maar in tegenstelling tot sommige ‘shows’ van zijn Amerikaanse tegenhangers blijft hij nuchter en genuanceerd. Zo heeft hij het over sensoren in wagens die vrije parkeerplaatsen opmerken en die in real time voor alle bestuurders zichtbaar zijn. “Natuurlijk werkt dat nog niet perfect. We moeten ultrasonische data matchen aan statische kaarten en in veel gevallen zal je nog een paar keer voor een garagepoort uitkomen. Maar zo’n dingen kunnen we op termijn met data mining verder verfijnen.”
DE CLOUD IS TE TRAAG
Die nuchterheid komt ook terug in praktische oplossingen, zoals ‘fog computing’. “We hebben eindeloos veel rekenkracht in de back end. De cloud is elastisch genoeg om pieken op te vangen maar daarmee kom je er niet. Wie alles in de cloud doet, moet ook veel data versluizen en eigenlijk is dat niet logisch. Als je wagen de wegsituatie filmt, dan moet dat niet in een datacenter belanden. Wel moet je op je voertuig of toestel een zekere vorm van computing hebben om data te verwerken. Zo verminder je de reactiesnelheid en heb je minder bandbreedte nodig. Om die reden hebben we ook (begin 2015, nvdr) ProSyst gekocht, net om cloudachtige functies op de toestellen zelf te krijgen.”
Hoewel Bosch ons niet overdondert met hippe marketingtermen of ongeziene revelaties, valt wel op dat het bedrijf een zeer scherpe visie heeft over de markt waarin het speelt. “Veel van wat we maken is bijzonder complex, ook al lijkt het ontzettend dom. Wagens bevatten immens veel elektronica, maar voor een mens is het een eenvoudig ding op vier wielen.”
Het staat buiten kijf dat Bosch momenteel ook volop in zelfrijdende wagens stapt. Het bedrijf nuanceert meteen ook waarom de tijd nu rijp is. “Wil je wagens intelligenter maken, dan moeten er twee dingen gebeuren: ze moeten bijleren en ze moeten op een intelligente manier acties ondernemen.” Daar komt stilaan een antwoord op nu een computer voor het eerst het spel AlphaGo kon winnen. “Maar nog recenter zagen we hoe een machine de beste pokerspelers kon verslaan. Dat is niet enkel spelkennis maar ook de mogelijkheid om te bluffen, wat het aanleerde zonder bijkomend programmeerwerk. Dat toont hoe ver ai al staat.” Diezelfde capaciteiten zijn volgens de topman nodig in geautomatiseerde voertuigen. “Geen enkel team van developers kan alle mogelijke verkeerssituaties bedenken en programmeren.” Het is de Duitse machinemaker dan ook menens met ai. Zo richtte het bedrijf begin dit jaar op verschillende plaatsen in de wereld centra voor artificiële intelligentie op en reikt het de hand aan partners. “We geloven in een open ecosysteem en partneren daarom graag met IBM, AWS, GE of SAP. Bij AWS gebruiken ze onze IoT Remote Manager. Van GE gebruiken wij de analytics software, terwijl zij ons production performance management draaien. Maar we werken ook nauw samen met chipset leveranciers en kmo’s.” Die houding is niet helemaal verrassend. Een groot deel van de core business bij Bosch zijn onderdelen in toestellen of machines in een groter productieproces. Solo spelen, zonder zelf alle kennis rond ai, cloud of automotive in huis te hebben, zou geen verstandige zet zijn. Maar het is duidelijk dat we de elektronicareus uit Stuttgart voortaan moeten aanspreken als een IoT-speler van formaat.
Pieterjan Van Leemputten
“Veel van wat we maken is bijzonder complex, ook al lijkt het ontzettend dom”
“We geloven in een open ecosysteem”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier