Op 23 juni besliste het Verenigd Koninkrijk per referendum om de Europese Unie te verlaten. Na de emoties ontstaat nu geleidelijk aan ruimte voor reflectie over de centrale vraag : waarom ? Daarover zal in de komende maanden nog genoeg worden geschreven, maar één ding is voor mij alvast duidelijk. Er is vooral ‘leave’ gestemd door de ‘vermeende’ verliezers van de Europese integratie en in uitbreiding de globalisering.
Maanden geleden had ik het privilege om naar een inspirerende presentatie te luisteren rond veranderingsbeheer. De professor van de Vlerick-school vatte de uitdaging als volgt samen : “Als mensen de pijn niet voelen of ze zijn niet overtuigd van de toegevoegde waarde van het alternatief, dan krijg je ze niet mee in verandering.” Zo kan je de houding van de Britten al beter begrijpen. Mensen die zich verloren wanen willen teruggrijpen naar iets wat voor hen herkenbaar is, ook al bestaat het al lang niet meer.
INNOVATIE VOOR DE INNOVATIE
Het moet ons, aanbidders van de exponentieel evoluerende technologie, tot nadenken stemmen. Het enige wat nog uit onze mond komt is digitalisering en de daaraan gekoppelde radicale innovatie. Wat is daarvan de waarde als 50 % van de banen bedreigd wordt door de opkomst van artificiële intelligentie en robots, zoals ondertussen als gemeengoed wordt aanvaard ? Vinden we dat dan bewonderenswaardig of beseffen we dat dit een gigantische uitdaging vormt voor de samenleving ? Want laat ons wel wezen : betaalde arbeid is nog altijd het fundament voor een samenleving, een gezin en persoonlijke ontwikkeling. Dit opblazen staat gelijk met instabiliteit, populisme en extremisme. Dat heeft de geschiedenis voldoende aangetoond.
Gaan we dit dan zomaar laten gebeuren of willen we het als geëvolueerde aap en hoogtepunt van de evolutie beter doen ? Als heel slimme mensen pleiten voor enige terughoudendheid ten aanzien van artificiële intelligentie, dan moeten we daar misschien wel eens naar luisteren. Dat blind geloof in technologie die we nog maar amper begrijpen lijkt meer op gedrag van lemmingen op weg naar de afgrond. En ja, de continue stroom van technologische doorbraken is betoverend, haast drogerend, maar wie is nog mee ? Wie kan dit plaatsen ? Uber en Airbnb zijn nog niet goed en wel adolescent en nu al worden ze bedreigd door de blockchain, een nog disruptievere technologie.
DE MENS CENTRAAL
Dus, hoe gefascineerd wij ook zijn door de technologie, zolang er nog mensen in het stuk voorkomen moeten we beseffen dat dit alles vertaald moet worden naar een positief en inclusief verhaal. Dat vraagt tijd, tenzij we in een chaotische samenleving vol neuroten willen leven. De trendwatcher Herman Konings had het onlangs over de ‘phygital’ generation, waar de fysieke en de digitale wereld in elkaar overvloeien. Jongeren die opgegroeid zijn met technologie aan hun tien vingers, maar vinylplaten verzamelen en een Casio-horloge uit de jaren tachtig cool vinden. Ecommerce-bedrijven die fysieke winkels oprichten.
Zet je aan het denken, niet ? Is men misschien op zoek naar iets tastbaars ? Tot slot nog de volgende spiegel voor ons allen. Tapcott heeft de eigenschappen van digitale economie perfect beschreven in zijn boek ‘The Digital Economy : The Promise and Peril in the Age of Networked Intelligence’. Zeer herkenbaar anno 2016. Alleen, het boek is geschreven in 1997. Als we nu eens gewoon aanvaarden en beseffen dat de mens biologisch gezien streeft naar voorspelbaarheid. Dan moet je realistisch zijn : te veel en te snel is gewoon niet houdbaar en niet goed. Dan gaan mensen de snelste weg naar de uitgang zoeken. Exit please !
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier