“We zijn de hoofdstad van Europa, we hebben internationaal een ongelooflijke marktwaarde, heel grote bedrijven willen zich associëren met wat er hier gebeurt. Wij moeten die troefkaarten uitspelen, ook in alles wat informatica is. En één van de sleutelementen is wireless,” vertelt Guy Vanhengel, Brussels minister van financiën en ict-verantwoordelijke.
Het Brussels Gewest heeft binnen het Urbizone-project al de hele campus van de VUB-ULB met wifi uitgerust, waar nu ruim 5.000 mensen gebruik van maken. Voor dit project werd een budget van 1,45 miljoen euro uitgetrokken. Er is gestart met de haven van Brussel (482.000 euro) en voor de hogescholen is in een eerste fase 1,2 miljoen euro voorzien. Een zestal hogescholen, waaronder de Erasmushoge-school hebben een project ingediend. Die dossiers worden vandaag onderzocht. “Wat ons tegenhoudt om Brussel volledig met wifi af te dekken? Budgetten, het zakelijke model, de technologie en de juridische aspecten,” vertelt Guy Vanhengel. Het Brussels Gewest heeft een jaarlijks it-budget van 40 miljoen euro. “Soms wil men te snel gaan. Zo wou de Brusselse overheid absoluut Wimax invoeren. Tot je een proefproject start, dan blijkt de technologie nog niet ver genoeg te staan.” Er is echter ook een juridisch probleem want Brussel “mag geen gratis draadloze diensten aanbieden die marktverstorend werken en de concurrentie dus buitenspel zet. Europe is watching us. Daarom kiezen we voor privé-terreinen.” Guy Vanhengel kijkt ook uit naar het gebruik van ‘stadsmeubilair’ voor het aanbrengen van wifi-antennes. De 22 informatiezuilen worden afgebroken. “Het concept klopte niet en die dingen vielen regelmatig uit. Wie gaat er op een vreemd toestel met een beperkt aanbod informatie opvragen? De meest geraadpleegde dienst was het weerbericht.” Tegen 2009, als de legislatuur afloopt, wil Vanhengel alvast heel wat wifi-antennes bijgeplaatst hebben, maar heel Brussel voorzien blijft een droom.
Het Hoofdstedelijk gewest wil met ‘i-Brussels’ ook aansluiten bij het ‘i-city’ verhaal uit Hasselt. “Niet iedereen loopt met zijn laptop op straat, dat is een risico. Pda’s of smartphones maken meer kans. Er wordt dus werk gemaakt van toepassingen zoals i-city. Er zijn gesprekken aan de gang met mogelijke privé-partners. De haalbaarheidsstudie waar de ULB-VUB voor tekende, werd net afgerond.”
Regionalisering van het BIPT
De regelgever, het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (BIPT), heeft in het verleden nationale wimax-licenties vrijgegeven waar een regionale overheid niets mee kan aanvangen. Mede daarom vindt Guy Vanhengel de regionalisering van het BIPT geen slechte zaak. “Ik ben er voor, zolang er maar een structuur is. Het BIPT wordt federaal veel te weinig aangestuurd, waardoor men de gewesten wil responsabiliseren. De samenwerking tussen de drie gewesten moet dan wel verzekerd zijn. Het gevaar is dat ze onafhankelijk beginnen te functioneren zodat ze elk een verschillende koers varen en de werking op het terrein onmogelijk wordt. Anders krijg je toestanden zoals bij buitenlandse handel waar het grondig fout loopt.”
Vanhengel is ook voorstander van een verdere privatisering van Belgacom. “Ik heb daar helemaal geen probleem mee. Dat geeft de mogelijkheid om op te gaan in een groter geheel. Ik ben net terug van Rabat, Marokko, en Bel-gacom blijkt verregaande gesprekken te hebben gehad met Maroq Telecom over een grote participatie. Dat is een markt in volle opbloei, maar de onderhandelingen zijn blijkbaar afgesprongen. Een meerderheidsparticipatie van de overheid in Belgacom is op termijn onhoudbaar. De hybride structuur werkt remmend.” Hij is dan weer niet te spreken over het feit dat Belgacom geen gemeentebelastingen wil betalen in Sint-Joost-ten-Node. “Ik vind het klein van Belgacom om die oorlog te voeren. Voor Belgacom zijn dit geen onoverkomenlijke bedragen. Iedereen moet zijn maatschappelijke bijdrage leveren in functie van zijn draagkracht. Je kan niet op de beurs staan en toch claimen dat je een overheidsinstelling bent. Er is een juridisch geschil en we zullen zien wat de rechter beslist.”
Luc Blyaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier