Kan je het maken als Belgische start-up in Zuidoost Azië? Met die vraag in het achterhoofd trokken enkele jonge ondernemers richting Singapore. “The sky is the limit voor wie als eerste de markt betreedt met een product dat geld opbrengt!”
De Zuidoost-Aziatische regio lijkt erg interessant voor avontuurlijke ondernemers. Niet alleen lonkt er een afzetgebied met 1 miljard consumenten, het Engels is er de voertaal en de markt is er minder verzadigd dan in de VS of in Europa.
En was Singapore tot voor kort niet echt gekend omwille van zijn start-up ecosysteem, dan wordt de stadstaat vandaag steeds vaker afgedaan als één van ‘s werelds interessantere tech-hubs. Dat is geen toeval, want de overheid doet er alles aan om een aantrekkelijk klimaat te creëren voor (internet)ondernemers, en brengt die boodschap ook steeds beter aan de man.
Een voorbeeld? Wie een bedrijf opstart in Singapore krijgt tot 60 procent van zijn investering terugbetaald; in totaal zijn er maar liefst 30 verschillende manieren om subsidies los te weken. Tot 120.000 euro hoeven starters geen belastingen te betalen, daarboven klokt het percentage af op 14 procent: enkel Dubai en Hong Kong doen beter.
VERTREKPUNT
Wie zaken wil doen in Zuidoost-Azië zet zijn onderneming dus best op de rails in Singapore, wat een groeiend aantal Europese ondernemers ook daadwerkelijk doet. Maar wie verder wil kijken dan de stadstaat, moet de verschillende markten individueel benaderen. Thailand is Indonesië niet, en de Vietnamese markt staat verder dan de Maleisische.
“Belgische bedrijven zien Azië vaak als één grote marktplaats, maar dat strookt niet met de realiteit”, legt verantwoordelijke Bart De Smet van iMinds in Singapore uit. De Gentse onderzoeksinstelling heeft er een kantoor en stuurt jaarlijks enkele Belgische starters oostwaarts in het kader van haar ‘Go East’-programma.
“Singapore is interessant als entry point, maar het is niet zo maar de place to be voor iedereen”, klinkt het. “Voor Comsof, een Vlaamse softwarespecialist voor het design van optische netwerken, zijn Maleisië en de Filipijnen bijvoorbeeld veel interessanter dan Singapore zelf, waar 95 procent van de huishoudens al toegang heeft tot fiber.”
“In 2014 is het trouwens vooral Thailand dat gaat boomen, dit jaar was het Indonesië”, aldus De Smet. “De verschillende landen uit de regio krijgen allemaal op andere momenten een groeispurt, en de investeringen volgen die ups en downs.”
Kan De Smet de verschillende markten nog overzien? “Nauwelijks (lacht), al trachten we toch overal het potentieel in kaart te brengen. Voor de starters die we coachen is de conclusie meestal dat er wel mogelijkheden zijn, maar dat ze het op de juiste manier moeten aanpakken.”
“Als kleine start-up is het bijna onbegonnen werk om op je eentje te beginnen in Zuidoost- Azië, alles staat of valt met de keuze van je partners”, klinkt het nog. “Je moet een lokale vertegenwoordiging hebben, je moet klanten kunnen overtuigen.”
Een bedrijfje dat goed bezig is, is Posios. Restaurantuitbater Murni Discovery uit Maleisië heeft het mobiele kassasysteem van de Gentse starter na enkele positieve tests al uitgerold in enkele van zijn restaurants, en wil het gaan doorverkopen.
Ook in Singapore zelf is er interesse voor het systeem. Informaticastudent Kyaw Moe Hein, die enkele maanden stage heeft gelopen bij Posios (in het kader van een uitwisselingsprogramma tussen iMinds en de Singapore Management University), gaat er immers actief op zoek naar restaurants die de tool kunnen gebruiken, en staat op het punt om zijn eerste twee contracten te ondertekenen.
SILICON VALLEY
Moeten starters Silicon Valley dan maar laten voor wat het is en focussen op Zuidoost- Azië? Natuurlijk niet. Het start-up ecosysteem mag dan wel in volle bloei zijn, er zijn ook kanttekeningen. Zo is Singapore een peperduur land om te wonen: een kleine studio kost al snel een maandloon.
Voorts is het moeilijk om bekwame mensen te vinden in de stadstaat, want de job van ontwikkelaar of marketeer wordt als minderwaardig beschouwd. Het gros van de studenten wil bankier, dokter of advocaat worden, en wordt daar ook toe gestimuleerd.
“In de Valley hebben mensen leuke ideeën en wil iedereen voor een start-up werken”, zegt medeoprichter Jeffrey Pane van het plaatselijke investeringsfonds Golden Gate Ventures. “In Azië daarentegen zijn de ideeën onvolwassen en wil iedereen voor de bank aan de slag. Met als gevolg dat het erg moeilijk is om lokaal talent te vinden.”
Bovendien komt de zorgvuldig opgebouwde reputatie van Singapore als tech-hub nu al in het gedrang omdat de meeste bedrijfjes na de opstart geen risicokapitaal meer vinden.
“De weinige business angels en durfkapitalisten kennen het tech-wereldje niet en gruwen van risico’s”, knikt Pane. “Als je een uniek idee hebt met een enorm potentieel, dan lacht men dat weg als er geen inkomsten tegenover staan. Anders dan in de VS zijn het niet de aantallen die tellen, maar is de revenue allesbepalend. Je mag zoveel gebruikers hebben als je wil: cash is king in Singapore.”
Door de cultuurverschillen kan je Westerse concepten zoals crowdfunding ook niet zo maar overzetten naar de regio. “In Singapore wordt crowdfunding beschouwd als een vorm van bedelen”, weet Nicole Leong van business development specialist AccelerAsia. “Ofwel doe je aan liefdadigheid, ofwel neem je je business au sérieux.”
Wie de verschillen in cultuur wil overbruggen, schakelt best een local in, die de geplogenheden kent en een uitgebreid adresboekje heeft. Want in Azië geldt allicht nog meer dan elders dat je vooral de juiste contacten moet hebben. Zakendoen gebeurt op basis van relaties eerder dan op basis van productspecificaties.
GEMENGDE GEVOELENS
De ondernemers die deelnamen aan de Webmission naar Singapore keren dan ook met gemengde gevoelens terug naar huis. “Als je een gat in de markt vindt zoals PropertyGuru kan het snel gaan en is the sky the limit“, verduidelijkt Geoffroy Verney-Carron van het internetbedrijfje TimePlazza. “Anderzijds adviseren kenners zoals Pane om pas naar Azië te komen wanneer je al winstgevend bent, en als je zeker weet dat je product er geld kan opbrengen.”
Eenzelfde geluid bij Yeri Tiete van de specialist in digital signage FlatTurtle. “Het lijkt me onbegonnen werk om nu al in te zetten op de regio, dat zou te veel geld kosten. Wie voet aan de grond wil krijgen moet zwaar investeren. Dat de verschillende tussen de Zuidoost-Aziatische landen nog groter zijn dan de verschillen tussen de landen van de EU, maakt de zaken er niet gemakkelijker op.”
“Een zaak opstarten is eenvoudig, maar wie wil groeien moet zich de plaatselijke cultuur eigen maken en heeft inderdaad veel geld nodig”, besluit François-Xavier Bellot van Auctelia, een eBay voor industrieel materiaal.
“Er zijn zeker mogelijkheden want veel concurrenten zijn er nog niet, maar de markten zijn er minder rijp dan in Europa en je moet sowieso onderzoeken of je product wel kan aanslaan ginds. Het is niet omdat iets goed draait in Europa, dat hetzelfde geldt voor Zuidoost- Azië.”
Frederik Tibau
“Belgische bedrijven zien Azië vaak als één grote marktplaats, maar dat strookt niet met de realiteit”
Wie de verschillen in cultuur wil overbruggen, schakelt best een local in
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier