CIO, dezelfde drie letters, eenzelfde acroniem om een andere functie aan te duiden! Vraag of antwoord?

Een geslaagde transformatie naar de ‘digitale business’, dat is de uitdaging die onze bedrijven vanaf nu moeten aangaan, willen ze zeker zijn van een bepaalde duurzaamheid. Om deze digitale transformatie te doen slagen bestaat er maar één recept: innovatie! Maar vergis je niet: dat heeft niets te maken met technologische uitvindingen. Wij vragen je niet om een lab voor onderzoek en ontwikkeling op poten te zetten. Wel om op een vernieuwende manier zaken te doen, op een andere manier, door disruptieve werkwijzen in te voeren en door natuurlijk alles wat het digitale aspect kan aanbrengen te benutten.

Je zegt digitaal, en dat is eens te meer en volkomen natuurlijk een uitdaging waaraan de cio zijn steentje moet bijdragen. Maar omdat je ook “business door te innoveren” zei, is dit zeker ook een doelstelling die andere leden van het bedrijf moeten kunnen onderschrijven. Maar wie gaat zich daarop toeleggen? Heel wat bedrijven hebben zich die vraag al gesteld en er een antwoord op gevonden door functies als chief innovation officer of head of innovation in het leven te roepen. Is dat genoeg? Zonder al te grote risico’s kunnen we ontkennend antwoorden op deze vraag. Maar laten we eerst eens een aantal basisbegrippen onder de loep nemen.

De meest winstgevende aangekondigde businessmodellen zijn diegene die erin slagen om de zogenaamde business moments ten volle te benutten op basis van volledig nieuwe businessprocessen, die alle mogelijkheden die de technologie ons biedt optimaal te baat nemen. Bedrijven die hun business model gewoon traag laten evolueren, zijn ten dode opgeschreven; alleen ondernemingen die een disruptief model volgen, kunnen overleven. Dit is de theorie van de drie B’s: business model, business processes en business moment. Een business moment zouden we kunnen beschrijven als een vluchtige mogelijkheid die dynamisch benut wordt dankzij de mogelijkheden die de technologie ons vandaag biedt. We bedoelen dan dat individuen en objecten tegenwoordig meer dan ooit onderling verbonden zijn. Ook de nodige technische middelen om grote hoeveelheden data op te vangen en te verwerken waren nog nooit zo performant. Mobiele technologieën, cloud computing, big data en mogelijkheden om sensoren te integreren in alle objecten zijn de belangrijke technologische enablers die we kunnen gebruiken in onze processen om de business ‘heruit te vinden’. Een voorbeeld van een business moment is een sensor die merkt dat je stookoliereserve voor de verwarming laag genoeg is om je aan te raden om de tank onmiddellijk te laten vullen, of op een later tijdstip, in functie van de voorspelde evolutie van de stookolieprijs. Als consument moet je een goede deal onmiddellijk aangrijpen; daarna is het te laat, de olieprijzen zijn dan al de hoogte in gegaan.

Maar het belangrijkste criterium voor succes is waarschijnlijk het vermogen van bedrijven om een nieuwe cultuur te promoten die ‘disruptive thinking’ in de hand werkt. Hoe slaagt het executive management erin om zijn werknemers te bevrijden van de legacy die hen van ‘s morgens tot ‘s avonds bezighoudt? De benoeming van een head of innovation is ongetwijfeld een sterk signaal in de goede richting, maar dit signaal zal geen aansluiting vinden als de rest van de organisatie niet klaar is voor een nieuwe manier van werken die meer gericht is op een revolutie dan op een evolutie.

Medewerkers zoeken die vooral ‘out of the box’ kunnen denken zal meer dan ooit een doelstelling van de recruiters worden. Bedrijfscultuur en vaardigheden zijn enkele van de fundamentele pijlers die de digitale transformatie ondersteunen.

En welke rol speelt de cio daarbij? Naar mijn bescheiden mening is de cio waarschijnlijk iemand die het meest geschikt is om een van de belangrijkste actoren in dit transformatieproces te zijn, niet alleen omdat hij weet wat de technologie kan aanreiken, maar ook omdat hij de businessdoelstellingen zo goed begrijpt. Het zal toch meer moeten evolueren van de rol van “controleur” naar de rol van ‘facilitator’, anders wordt hij er nog van beschuldigd dat hij het innovatieproces kapotmaakt. De it moet dichter bij de business komen, en vice versa.

Dus of je nu chief information officer of chief innovation officer leest, dat doet er niet toe: het toeval wil gelukkig dat het acroniem hetzelfde is.

ELKE GELIJKENIS MET BESTAANDE WERKOMSTANDIGHEDEN IS LOUTER TOEVALLIG.