Eind dit jaar opent Cipal zijn eigen datacenter. Een infrastructuur ter waarde van drie miljoen euro die voor 226 steden, gemeenten, ocmw’s en andere overheidsspelers een betrouwbare maar vooral kostenefficiënte cloudomgeving moeten bieden.

” We gaan niet concurreren met grote jongens als Microsoft of Amazon”, legt ceo Nico Cras uit. Het datacenter van Cipal moet de lokale overheden ondersteunen, volgens hem niet overbodig. “Door alles in één ruimte te zetten wordt het goedkoper en efficiënter. Tegelijk valt de complexiteit beter te beheersen, wat zelfs voor centrumsteden met een eigen it-departement niet meer vanzelfsprekend is.” Tot slot biedt een datacenter meer zekerheid rond continuïteit, of beter gezegd: bepaalde toepassingen draaien 24 uur per dag en hebben vanuit een datacenter minder kans op een panne.

De bouw zelf wordt door Cipal IT Solutions uitgevoerd, het zusterbedrijf van de intercommunale. “We hebben ons laten adviseren door het Nederlandse ICTroom, zij hebben geholpen met het ontwerp. Maar het hele project en de inrichting gebeurt vooral met onze eigen mensen.” De bouw begon al begin dit jaar om eind 2014 in gebruik te komen. “Eigenlijk leveren we hier een basisinfrastructuur voor toepassingen die 24 op 24 beschikbaar moeten zijn. We zien dat meer besturen liever alles afnemen ‘as-a-service’, ze vragen zich af of ze hun it nog wel zelf moeten beheren. Het ocmw van Haacht is daar bijvoorbeeld een goed voorbeeld van.”

De grote troef van Cipal is het feit dat de organisatie bijna uitsluitend met overheidsdata bezig is en dus de nadruk legt op privacy en veiligheid. “Je kan naar een public cloud gaan, maar je zit als overheid wel met vragen over privacy en veiligheid. We willen de evolutie naar de public cloud niet tegenhouden, waar mogelijk stappen we ook mee in dat verhaal, maar we nemen met ons datacenter wel de zorgen weg voor onze partners.” Het datacenter is overigens voorzien op een dubbele werking. Een deel van het datacenter zit als het ware in een fysieke kluis met extra beveiliging. Zo zou je bijvoorbeeld op termijn colocatie kunnen aanbieden, of diensten aanbieden aan een kleine kmo in de normaal beveiligde ruimte, terwijl kritieke en gevoelige data in een extreem beveiligde ruimte worden ondergebracht. Op het einde van de rit willen we een hybride cloud waar wij de keuze maken tussen wat public kan, wat private moet en wat extra beveiliging krijgt.”

Het datacenter heeft, behalve digitale beveiliging, ook een stevige fysieke bescherming. De muren zijn 40 cm dik, binnenin bevinden zich kluisdeuren, inclusief trildetectie en cctv. “Het is eigenlijk een bunker, en als ze er al borend in willen geraken gaat het alarm af.” De beslissing om het servergebouw op te trekken werd pas genomen nadat vanuit de vennoten van Cipal voldoende interesse was. “Het risico is beperkt omdat verschillende besturen al ingetekend hebben. In totaal schrijven we het it-materiaal af op zeven jaar. Dat is lang, maar we proberen zo de balans tussen finance en service te vinden. Al verwachten we dat de terugbetaaltermijn in praktijk korter zal zijn naarmate het datacenter groeit”, zegt Cras..

Bij de start zal het datacenter 390 virtuele servers, goed voor duizend virtuele cpu’s en 72 terabyte opslag, draaien. De eindcapaciteit bedraagt ongeveer 120 racks. De totale capaciteit is 320 m² waarvan 198 m² in de hoogbeveiligde ruimte. Er is ondersteuning voor VMware, HyperV, Linux en Windows. Zowel de hardware als de prestaties worden non-stop opgevolgd. Voor de backup van de data rekent Cipal op Tivoli Storage Manager van IBM. Hierbij wordt de data op een andere site op tape bewaard. Afhankelijk of het kritisch is zal dat dagelijks of iets minder vaak gebeuren. Goed voor een dagelijkse backup van gemiddeld 2,6 terabyte. De switches in het datacenter zijn afkomstig van Extreme Networks. Ontdubbelde aansluitingen van Belgacom, Telenet en Belnet moeten zorgen dat er altijd een verbinding naar buitenaf is. Voor beveiliging rekent Cipal op Juniper en Sophos. De pue, power usage effectiveness of de stroomefficiëntie, ligt op 1,25. Er is 900 Kilowattuur voorzien waarvan 700 KWh voor de it-apparatuur, de rest gaat naar koeling. De stroomvoorziening is afkomstig van een ontdubbelde 1.000 kVA-aansluiting via twee 13 kV-kabels. Het datacenter draait volledig op groene stroom.

“Voor het beheer van de zaal, de backups en het beheer van de servers, zullen er een twaalftal mensen in het datacenter werken. Daar willen we ons ook in onderscheiden ten opzichte van andere datacenters waar één bewaker en één operator rondloopt en de rest vanuit het buitenland wordt beheerd. Hier zit het beheer bij onze eigen mensen. Al beseffen we dat dit stilaan een moeilijk verhaal wordt. Ook voor het beheer van servers denken we op termijn na over nearshoring, maar het accent blijft lokaal.”

Maar wat zal er al zeker draaien in het nieuwe datacenter? “Alle belastingtoepassingen van de provincies komen hier. Ook de ticketingsystemen van de culturele centra evenals de toepassing voor de wapenvergunningen.” Volgens Cras zal er ook één (niet nader genoemde) semi-overheidsspeler gebruik maken van het datacenter die er toepassingen voor zestien landen in zal draaien. Vandaag biedt Cipal al een aantal diensten aan, hetzij vanuit een ouder gebouw dat nog dateert uit het mainframetijdperk. “Die systemen worden eind dit jaar uitgeschakeld, daarom dat we nu bezig zijn met alle applicaties te migreren.”

Naar de toekomst toe hoopt Cras dat het datacenter van Cipal ook voor aanverwante sectoren een rol kan spelen, of misschien zelfs voor de lokale en federale overheid. “In de buurt van ons gebouw zitten tal van it-bedrijven en we proberen langs onze kant samen te werken met hen en zo minder vaak voor grote spelers te kiezen. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met Inventive Designers rond intelliStamp. (Cipal ontwikkelde de toepassing waarmee onder andere Mechelen vandaag documenten online laat afstempelen met de technologie van Inventive Designers, ook andere gemeenten doen hier beroep op via het bij Cipa gehoste IntelliStampCenter, nvdr). We kijken ook naar de social profit. Hospitalen werken steeds digitaler en staan tegelijk voor investeringen om die data veilig bij te houden. Daar kunnen wij een onafhankelijke partner zijn.”

Pieterjan Van Leemputten