Close the Gap heeft een tweede Digitruck in gebruik genomen in Zuid-Afrika. Die moet onder meer het plaatselijke ‘Brothers for All’ project vooruithelpen.
De Digitruck in Kaapstad werd officieel ingehuldigd door niemand minder dan de Zuid-Afrikaanse aartsbisschop Desmond Tutu. Meteen het orgelpunt van een inleefreis die Close the Gap organiseerde voor Belgische en Nederlandse bedrijfsleiders en hun kinderen.
Close the Gap is een Belgische non-profit organisatie die gebruikte computers (op donorbasis) ophaalt bij Europese bedrijven, de toestellen opkuist en indien nodig repareert, er goedkope software op installeert, en ze vervolgens levert aan scholen en zorginstellingen in de ontwikkelingslanden. Waaronder dus ook Kaapstad.
De Digitruck, gefinancierd door Deloitte, laat toe dat projecten in Zuid-Afrika verder reiken dan een lokaal van enkele vierkante meters. “Zo’n Digitruck is een volledig uitgeruste containerklas op wielen, zodat je computeronderwijs ook kan aanbieden in de meer landelijke gebieden. Je hangt niet meer vast aan één locatie”, legt Olivier Vanden Eynde, oprichter en managing director van Close the Gap, uit.
De Digitruck in Kaapstad voorziet in veertien desktopcomputers met plaats voor evenveel leerlingen om, bijvoorbeeld, les te volgen. De lokale onderneming Brothers for All gaat er nu gebruik van maken om ook jongeren in de meer rurale gebieden rond Kaapstad te laten kennis maken met computers, technologie en internet.
Brothers for All is een bijzonder nobel en inspirerend project dat jongeren uit de werkloosheid, armoede en criminaliteit wil trekken door hen te leren omgaan met computertechnologie, te programmeren en ondernemen.
Hun kleine, snikhete opleidingslokaal straalt hoop uit in een omgeving waar criminaliteit beter betaalt dan de weinige jobs die er te vinden zijn en jongeren voorbestemd lijken om in een neerwaartse spiraal te belanden. De recidivegraad van bijna 90 procent illustreert hoe moeilijk het is om uit die spiraal te raken.
We zijn in Langa, de oudste zwarte ‘township’ in Kaapstad, waar de werkloosheidsgraad van de 8.000 inwoners vlotjes de kaap van 80 procent rondt en misdaad welig tiert. “Toen ik 19 jaar was, werd ik opgepakt. Elf jaar heb ik in de gevangenis gezeten”, begint Sihle Tshabalala zijn verhaal dat op de luisterende bedrijfsleiders en kinderen overkomt als een publieke biecht. Het is hij die Brothers for All oprichtte vanuit de gevangenis.
“Ik kon kiezen. Na mijn straf mijn oude leven oppikken en ongetwijfeld weer hervallen, of proberen nog iets van mijn leven te maken. Ik heb de tweede optie gekozen”, vertelt Tshabalala, die nu twee jaar vrij is op borgtocht. ‘Wat moet ik nu studeren zodat ik een goeie job kan vinden tegen dat ik vrij kom’, was de vraag die hij zich vijf jaar voor zijn vrijlating stelde. Het antwoord waarmee hij op proppen kwam, is programmeren en ondernemen.
“Er zijn hier in Zuid-Afrika minstens 30.000 softwareontwikkelaars nodig. Daarom ben ik vanuit de gevangenis programmeertalen gaan leren om mij later te kunnen bezig houden met bijvoorbeeld webdevelopment, Java of mobile apps”, zegt de man die er trots aan toevoegt dat hij nu vier programmeertalen spreekt. Alles zelf geleerd, via internet, vanuit de gevangenis.
‘I’M IN THE BUSINESS OF SELLING HOPE’
Zijn zin voor ondernemen maakt dat hij zijn kennis wil overdragen én de hele Langa township vooruit wil helpen. “I’m in the business of selling hope”, lacht hij ons toe, maar de kern van zijn boodschap is wel gemeend.
“We kampen met zoveel drop-outs op school, meer dan 400.000. De meeste hebben geen diploma. Maar met mijn verhaal toon ik hen dat er hoop is. Wie softwareontwikkelaar wil worden kan het, je moet je kans willen grijpen”, klinkt het. Close the Gap van zijn kant helpt om in computers en internet te voorzien.
Brothers for All geeft trainingen en opleidingen. Over hoe een pc werkt, welja, maar ook over wat de cloud precies betekent. Onlangs werd nog een partnership met Adobe afgesloten. Via Brothers for All kan je je verdiepen in de CS-suite en achteraf de nodige certificering meekrijgen. Leren programmeren hoort er dus zeker ook bij, maar ook entrepreneurship.
“Die waarden geven we de jongeren ook mee. Ze moeten niet rekenen op de overheid, want die gaat nooit alles kunnen regelen. Het zijn de jongeren zelf die hun lot in handen moeten leren nemen”, aldus Tshabalala, die zichzelf als een chancetaker en ondernemer omschrijft.
“In de gevangenis had ik ook al een handeltje opgezet om bijvoorbeeld fast food van KFC of marihuana binnen te smokkelen. Ik had 4 mensen op mijn ‘payroll’. Eigenlijk kan je stellen dat ik in de gevangenis heb leren netwerken, risico’s nemen en mijn eigen boontje te doppen. Zijn dat niet mooie eigenschappen voor ondernemers ?”, lacht hij terwijl hij merkt dat wij onze zweetdruppels maar blijven afvegen.
“60 studenten hebben we hier al opgeleid. Maar zoals je merkt is het hier snikheet. De nieuwe Digitruck heeft airconditioning, en dus gaan we een deel van de opleidingen zeker in die truck gaan doen.”
‘Hoop’ is wat de kinderen ook meenemen naar huis, zoals bleek tijdens hun vraag-antwoordmoment met aartsbisschop Tutu of de gesprekken die ze voerden in hun aangepast reisprogramma. Hoop op een beter leven voor die lokale bevolking. Hoop dat het kan. Hoop dat jongeren een échte job te pakken kunnen krijgen en dat technologie hen daar bij helpt. We hopen het met hen.
Kristof Van der Stadt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier