Gezien de concurrentie – meer bepaald uit India – is Cognizant van plan zich bij ons te positioneren als “een Belgisch bedrijf in België”, dixit Manoj Mehta, algemeen directeur Benelux.

De meeste van zijn medewerkers bevinden zich in India, maar Cognizant is niettemin een Amerikaans bedrijf dat in ’94 is ontstaan uit Dun & Bradstreet Software. Sinds zijn oprichting maakte het bedrijf een snelle groei door en bedroeg de omzet in 2005 maar liefst 1 miljard dollar met 25.000 medewerkers.

ZICH ONDERSCHEIDEN

De vennootschap heeft de uitgesproken wil om zich te onderscheiden van de concurrentie, (meer bepaald het Indiase TCS, Infosys en HCL), door dochterondernemingen op te richten in verschillende Europese landen. Ze is nu aanwezig in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Scandinavië en de Benelux, naast natuurlijk Groot-Brittannië. Op het Europese vasteland telt het bedrijf 2.300 medewerkers, tegenover 3.000 in Groot-Brittannië. In totaal zijn er 165.000 medewerkers, goed voor een omzet van 8,7 miljard dollar.

Van meet af aan gaf Cognizant dus voorrang aan local delivery en de nabijheid van de klant in plaats van aan offshoring onder de prijs. Het doet dit door te investeren in consultancy met grote meerwaarde, architectuur, businessanalyse, enz. door output-driven en flexibel te zijn. Gedaan met rigide contracten van het type ‘time and materials’ (regie). De wil bestaat om een vertrouwenspartner van de business te worden. “We willen end-to-end oplossingen bieden”, benadrukt Manoj Mehta, algemeen directeur Benelux.

Ook willen we de klant helpen zijn business beter te beheren (meer bepaald door zijn kosten te verlagen), maar ook en vooral de activiteiten anders te beheren door de nadruk te leggen op vernieuwing. Zo biedt Cognizant een ‘SMAC-stack’ aan die gericht is op projecten uit de sociale sfeer (sociale netwerken), mobiliteit, analytics en cloud.

Een andere differentiërende lijn is de lokale aanwezigheid omdat Cognizant een zetel heeft in België en 3 kantoren in Nederland. Zo is er een delivery center gevestigd in Eindhoven, waar binnenkort een honderdtal mensen aan het werk zal zijn. Een centrum dat de nearshore-activiteit in Boedapest en de offshore-centra in India aanvult. Cognizant opende onlangs een datacenter in Amsterdam, na Groot-Brittannië.

Om de relevantie van de aanpak van Cognizant te bewijzen, herinnert Manoj Mehta eraan dat zijn bedrijf voor het 2e jaar op rij nr. 1 van de Outsourcing Study 2012 van KPMG in Europa was op het vlak van klanttevredenheid, en nr. 2 in Nederland en nr. 9 in ons land.

LOKAAL

Om zijn groei voort te zetten en tegelijk zijn operationele marges te beperken heeft Cognizant een strategie volgens 3 pijlers ingevoerd: versterken van de klassieke activiteit inzake applicatieontwikkeling, onderhoud, enz. (om de werking van de it van de klant te optimaliseren), dichter staan bij de business van de klant met activiteiten op het vlak van BPO, consultancy, SAP, datawarehousing, enz., en het versterken van de Stack-SMAC, het meest veelbelovende domein (zie hierboven).

Om gezien te worden als een “Belgisch bedrijf in België met een internationale cultuur” is Cognizant sinds 2008 aanwezig in België. Zijn klanten blijven liever discreet, maar toch kan het bedrijf Delta Lloyd als lokale referentie noemen. In het kader van een partnerschap met de Karel de Grote-Hogeschool in Antwerpen leidt de onderneming jonge lokale talenten op die ze nadien hoopt aan te werven. Manoj Mehta zou er geen graten in zien om een Belgische baas aan te nemen om de dochteronderneming te leiden. Bovendien steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij de activiteit in ons land nieuw leven wil inblazen, meer bepaald in de financiële en openbare sector. Ook zou een overname overwogen kunnen worden (in maart was er sprake van de overname van ValueSource, de IT-dochter van KBC die gevestigd is in India).

Als we hem vragen naar de aanwezigheid van Cognizant in Luxemburg, geeft Mehta toe dat “we er tot nu toe nog niet klaar voor waren”, maar dat “we in de loop van het 2e semester de weg actief zullen vrijmaken voor 2014 en 2015.”

Marc Husquinet