Papier is duurzaam. Versnipperde Stasi-documenten, in stukken uiteengevallen Dode-Zeerollen: met veel moeite zijn ze vandaag nog leesbaar. De levensduur van digitale bestanden is een stuk onzekerder. Digitale dragers en bestandsformaten verdwijnen, wijzigen, gaan stuk, blijven kortom niet eeuwig leesbaar. Een beschadigd (versnipperd of uiteengevallen) digitaal bestand is wellicht moeilijk of niet herstelbaar, zeker na ettelijke jaren.
Papier bestaat al minstens tweeduizend jaar. We hebben er dan ook heel wat ervaring mee. Digitale informatie is er in het licht van de geschiedenis nog maar even. Het is dus logisch dat we nog niet weten hoe ze bewaart, of hoe we ze beter bewaarbaar kunnen maken. Dat zijn echter technische problemen waar oplossingen voor bestaan of voor gevonden kunnen worden.
Papier is kwetsbaar. Een uniek document is precies dat: uniek. Als het verdwijnt, is het er niet meer. Je kunt het natuurlijk fotograferen, kopiëren, beschrijven en overschrijven. Kwetsbare documenten kun je ook digitaliseren. Dat kan vandaag in extreem hoge resoluties. Op die manier blijft heel wat informatie over het origineel bewaard. Soms krijg je er zelfs extra informatie bij, zoals details die niet met het blote oog zichtbaar zijn en die wel te voorschijn komen dankzij die extreem hoge resolutie. Digitale kopieën kun je oneindig opslaan, kopiëren en delen met anderen. Toch staan archivarissen, de bewakers van ons collectieve geheugen, vaak huiverig tegenover digitalisering. Het kost stukken van mensen en het is nog maar de vraag of het de levensduur van papieren documenten echt verlengt. Ze vertrouwen de technologie niet. Vaak terecht, want er is nog heel wat werk aan de winkel. Toch denk ik dat de hoofdarchivaris van het ingestorte Historische Stadsarchief in Keulen ondertussen anders denkt over digitalisering. “Hadden we maar…” Want een onvolmaakte digitale kopie van een uniek document is nog altijd beter dan helemaal niets. En er lagen daar in Keulen nogal wat unieke documenten. Niet alleen uit de Duitse, maar ook uit de Belgische en de Nederlandse geschiedenis. De geschiedenis van Keulen is immers nauw verweven met die van de Lage Landen. Niet dat je daar een volledige inventaris van vindt op het internet. (Wel een samenvatting op www.archive.nrw.de.) Helaas, er was in Keulen alleen een complete … papieren inventaris in de vorm van kaartenbakjes. En die liggen ook onder het puin. Natuurlijk zijn heel wat van de documenten uit Keulen in de loop der tijden beschreven en overgeschreven in allerlei publicaties. Maar een complete beschrijvende inventaris, laat staan een digitalisering van alle documenten, is er niet. Het oudste document in het Historische Stadsarchief in Keulen dateert uit 922. Het is een oorkonde van aartsbisschop Wichfried. Om dat in perspectief te stellen: het oudste Nederlandse papieren document dateert uit ca. 1285 (een aantekeningenboek uit de kanselarij van graaf Floris V). In het Belgische Rijksarchief is er nog een oudere oorkonde uit 819 afkomstig uit het voormalige archief van Sint-Baafs in Gent. Ik weet niet of die Keulense oorkonde uit 922 nu voorgoed verloren is. Misschien valt er nog het een en ander van onder het puin te redden. Papier is immers duurzaam. Als het gebouw waarin het wordt bewaard tenminste blijft rechtstaan. Voorlopig starten er in Brussel geen metrowerken onder het Rijksarchief. Dat is maar goed ook, want ook bij ons is er zo goed als niets van ons collectieve geheugen gedigitaliseerd.
Overzicht van de collectie in Keulen: http://tinyurl.com/d6fyn8
JOZEF SCHILDERMANS is journalist en hoofd van het Data Testlab, een onafhankelijk lab voor het testen van bedrijfsgerichte hard- en software. www.villapc.be
JOZEF SCHILDERMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier