In crisisjaar 2009 gingen de opleidingsinspanningen van heel wat ict-bedrijven naar beneden. Toch proberen er heel wat onder hen een verlies aan formele opleidingen te compenseren met nieuwe, vaak meer informele manieren om aan kennisuitwisseling te doen.
Elk jaar is het weer schrikken bij onze salarisenquête: alweer zo veel respondenten die het voorbije jaar geen enkele dag opleiding gehad hebben. In de vorige salarisenquête ging het over liefst 34 procent, precies een derde dus, van de ict’ers die in die situatie zaten. 37 procent kreeg 1 tot 5 dagen opleiding in 2009. Die cijfers zullen we ook dit jaar weer geven in de Career Guide van deze zomer. Maar je kan het ook omdraaien, en de vraag stellen welke (in dit geval ict-)bedrijven het meeste geld en tijd spenderen aan opleidingen. Wie zijn de slimmeriken die inzien dat investeren in het trainen van personeel zich op korte en lange termijn terugbetaalt. Dat kunnen we doen op basis van de cijfers van Biblo (Trends Top), dat daarvoor de officiële jaarrekeningen van 2009 uitploos. Het resultaat daarvan is hier in drie beknopte en sterk vereenvoudigde tabellen gegoten.
Contactcenters
Allereerst valt in de verschillende lijsten op dat de telecombedrijven sterk vertegenwoordigd zijn. Belgacom lijkt in 2009 wat minder tijd en geld te besteden aan opleidingen, maar dat cijfer wordt gecompenseerd als je de cijfers van onder meer Proximus, BICS en Telindus erbij telt. Maar ook Mobistar, KPN, Telenet en telecominfrastructuurspelers als Alcatel-Lucent of Nokia Siemens Networks doen het goed op opleidingvlak. In dat ‘telecomrijtje’ kan je ook de callcenters plaatsen, waarbij onder meer N-Allo, Sitel, IPG en De Stroomlijn voorkomen in één van de lijsten. “Bij N-Allo werken meer dan 1000 mensen. Dan bereik je vlug aardig wat trainingsuren”, is één van de verklaringen van Martin Claes, executive manager bij N-Allo en voorzitter van Contactcentres.be. Klinkt als een heel logische redenering, die even goed kan gelden voor pakweg Belgacom. Maar bij de callcenters wordt er toch duidelijk proportioneel veel opgeleid. Immers, ook in de lijst die de opleidingskost als percentage van de omzet bekijkt, komen de callcenters voor. N-Allo staat er zelfs op de derde plaats.
Het is inderdaad een erg opleidingsintensieve sector, bevestigt Claes. “Onze sector werkt met een voortdurend en nooit eindigend trainingsscenario voor zijn medewerkers. Aangezien er geen echt curriculum bestaat in het schoolse programma, trainen we alle nieuw gerekruteerde medewerkers zelf in het beroep van contactcenteragent. Dat neemt, in functie van de complexiteit van technologie en van de vraag van de opdrachtgevers al vlug enkele weken in beslag per jaar per werknemer. Daarnaast zijn er uiteraard regelmatige aanpassingen van werkprocessen, van campagnes, van algemene informatie, … Ook die ‘refresh’-trainingen beslagen meerdere dagen per jaar per werknemer. Last but not least is er de training in technologie, waarvan de scope almaar uitbreidt. Dat beslaat toch ook heel wat tijd.”
Rendement
Nog in de lijst omzet versus opleidingskost – lees: een lijst bedrijven die proportioneel veel opleidingen geven – vinden we erg veel kleine en grotere bedrijven uit de schuif ‘services & software’. Vorig jaar suggereerden we al dat de verklaring daar bij de crisis zou kunnen liggen: meer ‘bankzitters’ bij gebrek aan projecten. Dergelijk projectluwe periodes worden door ontwikkelaars en consultants vaak aangewend om zich bij te scholen, om er in betere tijden profijt van te hebben. Een opgeleide medewerker heeft en creëert een bepaalde waarde. Bij een ict-detachering- en consultingbedrijf als Axxes voelen ze die waarde van opleidingen maar al te goed. “We hebben duidelijk gezorgd voor continuïteit binnen de opleidingen”, zegt Benjamin Goesaert, senior account manager en medezaakvoerder van Axxes. “Die zijn dus geenszins stopgezet of verminderd door de crisis, wel integendeel. En dat geldt ook voor onze stafmedewerkers. Die hebben het afgelopen jaar meer dan voordien, en dit op eigen vraag, bijkomende opleidingen gekregen, voornamelijk bij Vlerick en UAMS.” Toch blijft volgens Goesaert het rendement van die opleidingsinvesteringen wel van groot belang. “Zo krijgen onze consultants een aantal dagen opleiding van 13u30 tot 20u. Wij nemen daarvan dus een halve dag voor onze rekening maar verwachten dat zij ook een halve dag van hun eigen tijd erin investeren. Daarnaast kan je er ook een certificatie aan koppelen, om meer resultaat uit de opleiding te halen. Of je kan een competence center oprichten binnen de eigen organisatie, die ervoor zorgt dat kennis effectief wordt uitgewisseld tussen collega’s.”
Van formeel naar informeel
Creatief, en dat zie je wel bij meerdere bedrijven. Het merendeel van de bedrijven in de lijsten van aantal opleidingsuren en opleidingsuitgaven, spendeerde duidelijk minder tijd en geld aan de training van het personeel. “We hebben door de crisis inderdaad wat opleidingsuren moeten schrappen”, vertelt ons IBM-woordvoerder Yves Van Seters. “En toch zijn de cijfers niet volledig representatief. Wij zetten namelijk tegenwoordig ook in op nieuwe methodes van opleiding. Zo proberen we er bijvoorbeeld voor te zorgen dat expertise gedeeld en overgedragen wordt binnen het bedrijf. Daarvoor zetten we – zeer doorgedreven – social media en collaboration tools in, met name Lotus Live en Lotus Connections. Daarbinnen kunnen werknemers expertisepools aanleggen en zelf communities vormen. Die worden heel actief gebruikt. Tot slot hebben we ook een hele rist programma’s lopen – onder meer rond talent management – die ook niet als een ‘formele opleiding’ kunnen worden gecatalogeerd, maar die wel in de opleidingshoek passen.”
Die uitleg wordt bevestigd als je de gedetailleerde cijfers onder de loep neemt. Die bevatten namelijk niet enkel het formele aantal opleidingsuren en formele kosten, maar ook de informele. Daaruit blijkt dat meer dan de helft van de 48.568 opleidingsuren bij IBM in 2009 informeel waren. Bij een bedrijf als Canon waren zelfs bijna alle opleidingsuren informeel. Dat waren er bijzonder veel, waardoor het bedrijf op de tweede plaats belandt.
Bij ict-diensten- en opleidingsbedrijf Xylos zien ze zulke ‘social learning met enterprise tools’ zelfs als de trend voor dit jaar. “Toepassingen als pakweg Microsoft SharePoint zijn wijdverbreid en bevatten de nodige bouwstenen (blog, wiki, document management, discussieforum) om informatie naar medewerkers te verspreiden en hen toe te laten om zelf hun ervaringen toe te voegen en te delen met hun collega’s”, zegt Jan Van Belle, Productivity Advisor bij Xylos. “De functionaliteiten van populaire social media applicaties (Twitter, Facebook, MSN…) zijn in een ‘business’-versie terug te vinden binnen het intranet en worden meer en meer voor opleidingsdoelen ingezet.”
En e-learning?
Maar ook de inzet van e-learning (online opleidingen) kan helpen in crisistijden. Kijk maar naar de cijfers van Accenture: de opleidingskost ging in 2009 sterk naar omlaag, maar het aantal opleidingsuren klokte af op meer dan het dubbele van het cijfer van 2008. “Beide cijfers zijn gelinkt”, legt marketing & communications manager Dries Cuypers uit. “We zijn blijven investeren in de professionele ontwikkeling van onze mensen en hebben tegelijkertijd gezocht naar meer kostenefficiënte manieren om opleidingen te verzorgen. Zo hebben we veel online opleidingen (een repository van zo’n 30.000 online trainings) en worden er vaak opleidingen door onze eigen mensen gegeven.”
Toch zal toekomst niet louter e-learning brengen, verwacht Jan Van Belle van Xylos. “De strijd tussen e-learning en traditionele klassikale training is gestreden en onbeslist geëindigd. Bedrijven zoeken een pragmatische maar gerichte aanpak voor een opleidingsvraag. Daarbij kiezen ze het meest geschikte opleidingsmedium (klassikaal, e-learning, individuele coaching, on-the-job training…) in functie van de omstandigheden.”
Stefan Grommen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier