Tijdens onze jaarlijkse ‘Kristallen bol’-sessie halverwege december stond nog hoegenaamd geen federale regering op poten. Een bijzonder levendig deel van de discussie onder ICT Managers en ICT Innovators of the year ging evenwel over de voors en tegens van een ‘ict-minister’.
De discussie startte eigenlijk al een hele poos geleden, met de opmerking van professor De Backer (UA) in Data News dat er inderdaad nood is aan een federale minister van informatica. Een opmerking waar de politieke partijen blijkbaar niet echt van wakker lagen want “ik heb er de programma’s op nagelezen,” stelt Kalman Tiboldi (TVH) “en die zeggen weinig tot niets over informatie- en communicatietechnologie.”
Reële nood
Toch weerklonk er rond de tafel een uitgebreide lijst van problemen en knelpunten die rechtstreeks of onrecht-streeks te maken hebben met de groeiende informatisering in ons land. Niet alleen het gebrek aan ict’ers kwam aan bod, ook de nood om het niveau van de beschikbare informatici – zowel inzake ict-kennis en expertise, als hun kijk op het bedrijfsgebeuren – op te krikken. Dat zou de concurrentiepositie van de Belgische ict’ers ten opzichte van het buitenland verbeteren en bestendigen. Er is bovendien nood aan die hogere expertise om Belgische projecten die worden uitbesteed in binnen- en buitenland in goede banen te leiden, aldus Reynald Lemaire (IPM). “Dat soort werknemers zal allicht duurder zijn, maar hun toegevoegde waarde is dan ook groter.”
Ook de overheid zelf moet orde op zaken stellen in zijn ict-aanpak, luidt de algemene verzuchting. Kalman Tiboldi: “We gaan naar een ‘kennismaatschappij’, hoor ik van de overheid, maar daar moet ook een geschikte overheidsstructuur tegenover staan. Als je ziet hoe weinig efficiënt justitie, economische zaken, financiën draaien….” Anderzijds werpt Toon Vanagt (Casius) op dat dergelijke projecten vaak erg complex zijn door de veelheid aan betrokken partijen en de bijhorende juridische bevoegdheden. Voorts moet ook de ict-sector zelf zijn verantwoordelijkheid in het falen van overheidsprojecten durven bekennen. “Per slot van rekening doen ze het met ons geld,” klonk het unisono. De suggestie dat de code van projecten in opdracht van de overheid eigenlijk zou moeten worden vrijgegeven aan het grote ict-publiek ter inzage (zeg maar: gepubliceerd zodat de code leesbaar is zoals in de ‘open source’-wereld), kon dan ook op bijval rekenen.
Daarnaast omvatte het lijstje verzuchtingen ook meer aandacht voor ict-onderwijs en -opleidingen. Informatie- en communicatietechnologie wordt in toenemende mate multidisciplinair, met naast het technologische aspect, ook meer nood aan inzicht in de bedrijfswerking en ‘zachte’ expertises als communicatieve vaardigheden. Een opmerking die niet nieuw is, maar wel aan urgentie wint. De overheid moet met name helpen om het imago van ict-jobs bij jongeren te corrigeren. Voorts waren er ook praktische wensen, zoals een snellere en meer efficiënte communicatie van veranderingen die de overheid plant. Al was het maar om te vermijden dat de ict-ondersteuning telkens weer in zeven haasten aanpassingen moet doorvoeren. En een ict-minister zou ook als betrouwbare en neutrale bron van informatie over ict-problemen zoals phishing kunnen fungeren naar de burger en bedrijven toe. En voorts zou hij of zij ook de creatie van opstartbedrijfjes kunnen stimuleren, of het kostenplaatsje van Belgische [ict-]bedrijven ten opzichte van het buitenland kunnen verbeteren.
Een minister?
Is voor dit alles een heuse ministerpost nodig? “In nogal wat opzichten verschilt de ict-wereld niet veel van bijvoorbeeld de bouwsector, waar er ook zorgen zijn rond tewerkstelling en onderwijs,” meent Willem Vandenameele (Roularta). Anderzijds is het wel zo dat ict meer waarde creëert voor de economie. En in België is telecommunicatie sowieso al een ministeriële bevoegdheid. Een ‘minister van ict’ kan ook helpen concrete doelstellingen te formuleren. Professor De Backer illustreerde dat met voorbeeld uit Zuid-Korea waar de bevoegde minister mikt op gratis adsl in elke huiskamer. Een stunt zonder economisch belang? Toch niet, “want ik hoor van studenten dat 40 euro per maand voor zo’n dienst toch vaak teveel is voor hun ouders,” aldus De Backer, wat in de kwaliteit van de opgeleide studenten kan snijden. Wel zou een eventuele ‘minister van ict ‘ zich niet overwegend moeten bezig houden met het schrijven van – vaak beperkende – regels!
Een gezaghebbend iemand die echt coördineert en over voldoende autoriteit beschikt om maatregelen af te dwingen, daar is vooral behoefte aan. “En iemand die het totaalpakket van problemen en knelpunten aanpakt en niet alleen een ‘minister voor de ict-sector’ is”, voegt Vandenameele daar fijntjes aan toe. Kortom, een ‘minister van ict’ of niet echt? Er is duidelijk wat te zeggen voor beide opties. De kans is in ieder geval klein dat er een zal zetelen in de federale regering. En als het niet federaal kan, dan maar regionaal.
Guy Kindermans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier