Luc Blyaert was hoofdredacteur bij Data News

Ict-directeur Filip Pynckels van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken is niet te beroerd om zelf op jobbeurzen te gaan staan om it-ers aan te trekken.

“Het verdient niet slecht, je hebt een mooi evenwicht tussen werk en privé, én je kan bij ons zaken realiseren die een directe impact hebben op het leven van de burger.” Creativiteit is wel een must.

Filip Pynckels is vijf jaar ict-directeur van de FOD Binnenlandse Zaken maar werkt al twintig jaar bij de overheid, waarvan geruime tijd op Financiën. Zijn aanpak is atypisch voor de overheid. Zijn it-afdeling heeft immers geen vast totaalbudget. De budgetten zijn afkomstig van de diverse directies, zoals de Civiele Veiligheid of Vreemdelingenzaken (daar werden trouwens begin juli de eerste elektronische vreemdelingenkaarten uitgegeven) en zijn vraag-gebaseerd. Dat leidt soms tot verrassingen. Zo kreeg zijn it-afdeling plots te horen dat ze niet alleen voor het kabinet van vice-premier Patrick Dewael, maar ook voor het kabinet van minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom de dienstverlening zou verzorgen. “Het departement Binnenlandse Zaken spreekt sterk aan, omdat je dicht bij de mensen staat, zoals met de elektronische identiteitskaart, het crisisbeheer, veiligheidsaspecten van de woning, van voetbalstadia, enz…”

Politici en it…

Dat politici weinig belangstelling hebben voor ict, vindt Pynckels normaal. “Interne it lijkt me niet de prioriteit van de beleidsmakers. Mijn directe doelpubliek is dan ook niet de burger. Ik moet ervoor zorgen dat de it van de directies die ik ondersteun goed werkt. Er is bij Binnenlandse Zaken een duidelijke scheiding tussen de politieke overheid die het beleid bepaalt en het beheer van het departement, waaronder de it-afdeling.”

Met 54 medewerkers is die afdeling zeker niet groot. “We gaan naar een 80-tal medewerkers, maar eigenlijk hebben we er 120 nodig.” Dat is niet evident. “Het probleem is dat de overheid bij de aanwerving een zo groot mogelijke objectiviteit aan de dag moet leggen. Dat maakt de procedures erg log. Het duurt vaak vier tot vijf maanden voordat één en ander rond is en de kandidaat van start kan gaan.” Organisaties zoals de vzw Smals MvM eGov spelen daar op in, maar “dat is toch enkel goed voor tijdelijke opdrachten”.

Centrale it-dienst?

Hier en daar gaan er stemmen op om een centrale it-dienst op federaal niveau op te richten. Die zou dan aan Fedict kunnen worden toegewezen. Maar Filip Pynckels heeft vragen bij een dergelijke constructie. “Kan je de klanten dan nog kwalitatief bedienen? Wij hebben immers verschillende service level agreements per directie. En wie gaat dan de it-prioriteiten bepalen tussen verschillende directies van verschillende overheidsdiensten? Nu is alignment met de business te regelen op het niveau van het directiecomité onder de verantwoordelijkheid van één politieke beleidsmaker. Gaat men in een dergelijke constructie alle it-middelen (budgetten en medewerkers) concentreren bij Fedict zodat de departementen niet meer kunnen wegen op de keuzes die gemaakt zullen worden? En kan dat ict-departement dan wel overal tegelijk zijn tot tevredenheid van iedere klant? En wat doet men met onafhankelijke businesseenheden zoals het Rijksregister en de Kruispuntbanken?”

Outsourcen dan maar? “Deontologisch is er toch een probleem. Heel wat ambtenaren moeten dan functioneel naar het dienstverlenende it-bedrijf. Die moeten dan zoveel mogelijk opbrengen, want uiteraard probeert het bedrijf om daar zoveel mogelijk munt uit te slaan. De vraag rijst of het de taak is van een ambtenaar om de overheid lichter te maken? Je moet de kennis in huis houden. Bij een crisissituatie is it een belangrijke component. Het gaat immers om levens redden.”

Plaats voor innovatie

De gemiddelde leeftijd op de it-afdeling bedraagt veertig tot vijfenveertig. “Dat komt vooral omdat er enkele jaren een wervingsstop gold. Vandaag zoeken we enthousiaste medewerkers met ofwel een grondige algemene it-vorming of een specifieke zoals C#. Een technische bagage is nodig, maar tegelijk moeten ze in oplossingen en alternatieven kunnen denken.”

Of er ook ruimte is voor innovatie? “We hebben heel wat gestandaardiseerd. Innovatie komt erop neer het maximum te halen uit beperkte budgetten. En dat af te stemmen op de business.”

Overigens is status niet de eerste zorg van Filip Pynckels. “Status wordt voor mij persoonlijk niet bepaald door de omvang van het budget of het aantal medewerkers. Ik kies rendement en beschikbaarheid van mijn directie als drijfveer.”

Wat hem persoonlijk dwars zit: “Het loon van de managers is al jaren niet geïndexeerd. Wij krijgen na zes jaar een evaluatie. Voldoen we niet, dan komt er een logischerwijze een einde aan ons mandaat. Bij een zeer goede evaluatie, worden we nadien minder betaald om hetzelfde mandaat verder te zetten. Een dergelijk systeem is toch wel uniek.”

Luc Blyaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content