Een mobiele strategie die enkel een afgeleide is van de it-strategie, is een gemiste kans. De aangebakken pistolets kunnen nooit de schuld zijn van de ict manager. Dat bleek uit het debat rond de mobiliteitsenquête van Data News en Mobistar.
1 op 3 bedrijven beschikt volgens onze enquête niet over een mobiele strategie, en slechts één op de vier bevraagden heeft eigen mobiele apps ontwikkeld. Moeten we ons daarover zorgen maken? Niet echt, oordeelt ons panel. Het gebrek aan mobiele strategie en eigen apps kan immers vele oorzaken hebben. “Wij hadden vrij snel een goed uitgewerkte digitale strategie ontwikkeld, maar een mobiele strategie kan je daar toch niet zomaar uit afleiden. Het zijn toch twee verschillende dingen”, merkt Bjorn Van Reet op. Het is ook niet zo dat er helemaal niets gebeurt, maar voorlopig krijgt de mobiele strategie niet vaak de prioriteit, stelt Nick Marly vast: “het is vaak nog een mentaliteit van ‘eerst ervoor zorgen dat de rest blijft draaien voor je je aan mobiele projecten waagt’.” Wat eigenlijk niet zou mogen, vindt ook Koen Tacq: “zeker op termijn moet de mobiele strategie de hele digitale strategie voortstuwen in plaats van een extensie te zijn zoals nu. De user experience moet centraal staan, en aangezien die – met toestellen als Google Glass op komst – steeds meer mobiel wordt, moet ook de it-strategie hierop afgestemd zijn.”
De behoefte aan een mobiele strategie wordt vanuit de businesshoek ook niet altijd gevoeld, merken de cio’s op. “Mobiel wordt nog altijd door it gedreven”, merkt Joost De Pus op, “terwijl de invulling vanuit de business moet komen, maar die ideeën zijn niet altijd even goed te realiseren.” De intrinsieke interesse in mobiele ict is dan ook nog vrij klein, zegt Peter Van Beek: “de enige vraag die we van de business krijgen, is: wat besparen we ermee?”
GEZOCHT: QUICK WINS
Voorlopig is het dus vooral it die aan de mobiele kar trekt, maar dat kan snel omslaan, weet Yves Danneels: “Als het idee niet aanslaat, moet je de business haast een trap onder hun achterste geven, maar als ze de mogelijkheden plots zien, kan het ineens niet snel genoeg gaan.”
Het is dus ook een kwestie van ‘quick wins’ met een snelle en aantoonbare roi te vinden, vervolgt Danneels, al is dat niet altijd even evident: “Je moet weten waar je binnen drie jaar wil staan, en je moet je quick wins vinden. Helaas is het pad naar het langetermijnsobjectief via de quick wins niet altijd een rechte lijn.”
Het brengt de cio’s bij de heikele vraag hoe een mobiele strategie kan leiden tot een renderend business model. “Allesbehalve evident in onze sector”, werpt Koen Tacq op, “want in de wereld van uitgeverijen en media staat mobiel (en dus online) nog vaak synoniem met gratis. Het is dus aan ons om uit te maken wat we gratis blijven weggeven en hoe we geld gaan verdienen.” Heel anders is de problematiek dan weer bij Riziv, dat geen winst beoogt, aldus Nick Marly: “Bij ons zit de business case in de kwaliteit: in hoeverre kan de mobiele strategie bijvoorbeeld de beslissingsprocessen ondersteunen en vereenvoudigen, doordat niet alle beslissingnemers steeds fysiek bij elke vergadering aanwezig hoeven te zijn.”
APP-IFICATION VERSUS GREENFIELD
De vraag is ook of het met de huidige it-omgeving wel zo eenvoudig is om de vertaalslag naar de mobiele wereld te maken, de app-ification van de toepassingen, zeg maar. Is het niet eenvoudiger om gewoon vanaf nul te beginnen in plaats van de bestaande producten om te zetten in een app, vraagt ook Stéphane Beauduin: “De vraag zou moeten zijn: welke functionaliteit heb ik nodig en welke niet? En dus niet: ik heb hier een pakket met 150 functies, hoe maak ik er daar een mobiele versie van met ‘slechts’ 100 functies? Ik word er woest van als ik zie hoe je voor sommige pakketten maar liefst twee dagen opleiding nodig hebt.”
Waar er wel quick wins mogelijk zijn voor een mobiele strategie, is in de sociale media, daar zijn alle cio’s het over eens: “Mobiel is een veel logischer toestel om mee op Facebook te gaan dan een desktop of notebook. Dankzij deze mobiele toestellen zien we geen dode momenten meer. Wie zit er nu nog gewoon te wachten voor een rood licht?” vraagt Peter Van Beek. Stéphane Beauduin bevestigt het concept van de mobiele toestellen als ‘dodemomentenvuller’: “ik ben nu actiever als blogger en gebruiker van sociale media dan vroeger, en toch moet ik er minder tijd in investeren, gewoon omdat ik hiervoor nu een tablet gebruik.”
SECURITY PRIMEERT
Uit de enquête blijkt nog een zaak heel duidelijk: de allerbelangrijkste factor voor de meeste bevraagden bij het (niet) uitrollen van een mobiele strategie is security. Meer dan twee derden van de respondenten vindt security ‘heel belangrijk’ en nog eens 22,4 procent vindt het gewoon ‘belangrijk’. Is beveiliging dan het grootste struikelblok of de grootste rem op het uirollen van een mobiele strategie? Voor sommige cio’s aan de ronde tafel loopt het zo’n vaart nog niet. “Bij een uitgeverij hebben we andere prioriteiten dan security”, verklaart Willem Vandenameele, “maar ik kan begrijpen dat dit voor financiële instellingen anders is.” “Het eerste waar we aan denken nadat een voorstel voor een mobiel project is gedaan, is security”, bevestigt Yves Danneels, “en het tweede, derde,… tot het tiende ook.” En ook bij Lidl is het verbod om de mobiele toestellen privé te gebruiken goeddeels door een bekommernis om security ingegeven. Het zorgt er wel voor dat ze minder behoefte hebben aan een strenge beveiliging van het netwerk, vult Joost De Pus aan: “de mobiele toestellen komen enkel via het internet op onze toepassingen, niet via het lokale netwerk, en meestal maakt dat voor hen ook geen verschil qua gebruikerservaring.”
WEG MET DE LAPTOPS!
De mobiele strategie mag dan vaak over bedrijfsprocessen of zelfs over nieuwe businessmodellen gaan, toch spelen pure hardware-overwegingen ook vaak een rol. “Bij ons is het uiteindelijke doel om geen laptops meer ter beschikking te stellen”, aldus Yves Danneels: “we gebruiken tablets waar mogelijk en anders smartphones of toestellen die als virtual desktop kunnen draaien.” Bij Kluwer wordt er dan weer gestreefd naar een client-park zonder vaste toestellen, merkt Koen Tacq op. Maar de interessantste bedenking rond hardware kwam van Bjorn Van Reet: “Adecco is een bedrijf met grotendeels vrouwelijke werknemers, die geven bij wijze van spreken meer om de kleur van het toestel dan om het type”, grapte hij, om iets ernstiger te vervolgen: “het is wel zo dat vrouwen minder alle snufjes op een toestel gaan uitproberen, en in dat opzicht een dankbaarder doelpubliek zijn. Zolang het doet wat het moet doen, hoor je weinig klachten. Zij hebben daarom hoegenaamd geen bezwaar tegen tablets, zeker omdat die ook vlot in de handtas mee gaan. Laptops stuitten wel op bezwaar, want een laptop kan in een salesgesprek wel eens een ‘blocking factor’ zijn.”
Iedereen is het er wel over eens dat een mobiel toestel de barrière tussen werk en privé verkleint. “Zeker in een Amerikaans bedrijf moet je niet meer afkomen met een 9-to-5 mentaliteit”, zegt Peter Van Beek, “misschien nog wel in een Duits bedrijf, waar blijkbaar de spreuk ‘Arbeit is Arbeit, Schnaps is Schnaps’ bestaat?” Hoe dan ook zien alle cio’s een blijvende spanning tussen werk en vrije tijd, ook in de komende jaren.
MACHINE-TO-MACHINE, MAAR MET MATE
Uit de enquête bleek ook dat de helft van de bevraagden niet vertrouwd is met het concept ‘machine-to-machine’. Een beetje een teleurstelling voor Mobistar wellicht dat hier zwaar op inzet. Ook de meeste cio’s aan tafel hebben nog geen behoefte aan machine-to-machine. Bij Lidl is het concept wel al vertrouwd, vertelt Joost De Pus: “bij ons hangen de bakovens in het netwerk, zo kan je theoretisch thuis volgen of de pistolets al klaar zijn en ze eventueel zelfs wat bruiner bakken.” Maar de integratie met de rest van de infrastructuur staat nog in zijn kinderschoenen, vooral omdat de leveranciers nog geen standaarden voorzien op dit vlak, vult hij nog aan. Tot slot voorziet hij nog één gevaar: “We mogen niet in een situatie belanden waar de cio verantwoordelijk wordt gesteld als de pistolets aanbranden, al voel je nu al die trend: het is technologie dus het is de verantwoordelijkheid van it.” Willem Vandenameele ziet nog een ander gevaar: “We vertrouwen steeds meer op machines en vaak onterecht: ik ben nog nooit zo vaak verkeerd gereden als sinds ik een gps heb en heb nog nooit zo vaak gebotst als sinds ik sensors heb op mijn wagen.” Maar de positieve kanten mogen ook worden vermeld, vindt Nick Marly: “In de gezondheidszorg en zorg voor ouderen zullen slimme toestellen een groot verschil kunnen maken. Maar dan moeten we natuurlijk wel 100 procent zeker zijn dat het werkt.”
SLOTBEDENKING
Niettemin is iedereen aan tafel enthousiast over de mogelijke toekomstscenario’s. “Wie bereid is om over totaal nieuwe mogelijkheden na te denken in plaats van voort te bouwen op de legacy, kan veel bereiken”, zegt Stéphane Bauduin overtuigd. Yves Danneels citeert een gekend analistenbureau: “Als het op vernieuwing aankomt, moet je niet in procenten winst rekenen maar met factoren. Met de juiste mobiele strategie kan je dus voor het grote gewin gaan. Maar om disruptive technologie te kunnen brengen, moet je wel voldoende mee zijn.” Het is dus niet alleen een kwestie van blijven dromen en hoog mikken, maar ook van hard werken zodat je zelf al zo hoog mogelijk staat.
Stef Gyssels
“De behoefte aan een mobiele strategie wordt niet altijd gevoeld.”
“De belangrijkste factor bij het niet uitrollen van een mobiele strategie is security.”
“Bij Lidl hangen de bakovens in het netwerk, zo kan je thuis volgen of de pistolets al klaar zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier