Bij het VUB AI Lab klinkt het niet als een film wanneer ‘the language games’ aan bod komen. Veeleer is het een onderzoeksrichting die teruggrijpt naar de wortels van het door Luc Steels opgerichte lab.
Onder de leiding van oprichter Luc Steels geniet het VUB Artificial Intelligence Lab van een bijzonder mooie faam. Met zijn achtergrond als linguïst, naast computerwetenschappen, stichtte hij het lab in 1983 en zette het op weg in de traditie van het natuurlijke taalonderzoek, dat al vanaf de eerste glorieperiode van het AI-onderzoek, in de jaren zestig, opgeld maakte.
Cognitieve taalaspecten
Ook vandaag staat taal nog in het middelpunt van de belangstelling, maar dan “met een originele insteek,” aldus Pieter Wellens, onderzoeker aan het VUB AI Lab, “we bestuderen taal vanuit een cognitieve hoek.” Dat behelst vragen als ‘hoe ontstaan talen’, ‘hoe evolueren ze doorheen de tijd’, ‘hoe worden ze overgedragen’ en dies meer. Daarbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat talen niet universeel zijn (zoals bijvoorbeeld gesteld door Noam Chomsky), maar cultureel bepaald en moeten worden aangeleerd. “We kijken naar de taal zoals die wordt gehanteerd, met de fouten, metaforen en de hele achterliggende culturele bagage en het gebruik van taal in een context.”
Al die aspecten in een onderzoek betrekken is een uitdaging, en daarom wordt het onderzoek uitgevoerd met ‘language games’, die de schaal van het onderzoek en de complexiteit binnen een vaste en gekende context houden. Zo’n ‘game’ voorziet in het gebruik van robotten – Luc Steels staat ook aan het hoofd van Sony’s computerwetenschappenlabo in Parijs, dat hij startte in 1996 – die from scratch een taal moeten creëren om te communiceren met soms tientallen andere robotten. Dat betekent starten met het onderkennen van waar welke robot zich bevindt, het waarnemen van de elementen waarover moet worden gecommuniceerd, gevolgd door het bouwen van de taal. Deze laatste is dan vaak specifiek aan de situatie aangepast – een verschijnsel dat zich ook bij mensen voordoet, bijvoorbeeld wanneer personen tijdens een geprek hun taal aan elkaar beginnen aan te passen. “Dat is zo complex dat regelgesteunde systemen het niet aankunnen, maar wel een systeem met cognitieve kenmerken.”
Zelforganiserend
Wellens toont daarbij een voorbeeld hoe een robot eerst een andere robot opmerkt, en vervolgens objecten benoemt en een taal creëert waarmee de nodige informatie kan worden doorgegeven. Wanneer dergelijke games worden herhaald, blijken de talen vaak – afhankelijk van het aantal elementen die ‘meespelen’ – onderling grondig te verschillen. Dat informeert de onderzoekers onder meer over de wijze waarop talen worden aangeleerd, wat op zijn beurt inzichten biedt om het systeem adaptief te houden tijdens de soms duizenden iteraties van zo’n language game.
Het systeem vertoont ook kenmerken van een zelforganiserend systeem, waarbij ook kan worden verwezen naar ‘talen’ van dieren als bijen, mieren en dies meer, of aspecten als swarm intelligence (het verschijnsel hoe bijvoorbeeld ganzen in een V-vlucht gaan vliegen, zonder een centraal controlesysteem). Interessant is overigens dat Luc Steels momenteel ook op een sabbatical is aan het Instituut voor Evolutionaire Biologie in Barcelona.
Voorbeelden van veranderingen in ‘gewone’ taal zijn onder meer de recente ontwikkeling van ‘sms’-taal, eerst onder invloed van de kostprijs van dergelijke berichten, en vervolgens om langere berichten sneller maar toch begrijpbaar te typen. Het onderzoek kan voorts ook praktische resultaten bieden bij onder meer het gebruik van informatie uit sociale media (zoals Twitter) om het verloop van trends (wanneer en hoe snel pieken die) te voorspellen. Of hoe woordspelletjes toch ook de dagelijkse praktijk ten goede komen.
Guy Kindermans
Het AI Lab aan de VUB combineert taalkundige en robot-expertises
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier