De editie 2013 van JavaOne ging dit jaar door onder het zelfde thema als vorig jaar – ‘Make the future Java’ – maar dat was geenszins een teken van stagnatie.

Integendeel, na vorig jaar de Standaard Editie (SE) van Java 7 te hebben uitgebracht, verscheen in juli van dit jaar ook de Enterprise Edition (EE) van Java 7, met opnieuw een rist voorzieningen die de productiviteit van ontwikkelaars moet opkrikken. Bovendien werden kort voor JavaOne ook al de eerste builds van Java 8 beschikbaar gesteld, met een verwachte beschikbaarheid in de eerste helft van volgend jaar (maart?). En dat wordt de versie met onder meer de lang verwachte ‘lambda’ faciliteit. En dat alles ten dienste van de meer dan 9 miljoen Java-ontwikkelaars die de wereld rijk is.

Die ontwikkelaars kunnen zelfs piepjong zijn, zoals de bijna 11-jarige Aditya Gupta die tijdens de Java Community keynote kwam demonstreren hoe hij het Minecraft-spel hackte, na Java te hebben geleerd omdat de jar-files van zijn spel beschadigd waren. Stephan Janssen, voorzitter van BeJUG (de Belgische Java Gebruikersgroep) ontving voorts een Duke’s Choice Award voor zijn Devoxx4Kids initiatief, dat al in 10 landen Java-ontwikkelingssessies voor jongeren van 10 tot 14 jaar organiseerde en daarvoor educatief materiaal heeft ontwikkeld. Interessant detail: 30 à 40 procent van de deelnemers aan de Devoxx4Kids-sessies waren meisjes!

INGEBEDDE OPPORTUNITEITEN

Evenals vorig jaar was Java voor ingebedde systemen een belangrijk aandachtspunt op deze JavaOne, hoewel er geen specifieke ’embedded Java conference’ zoals vorig jaar werd gehouden. Dat laatste is ietwat spijtig.

Niemand twijfelt aan de gigantische kansen voor Java in de wereld van ingebedde systemen en machine-to-machine software-omgevingen – exponentieel groter dan de opportuniteiten in de klassieke enterprise ict-wereld. Als gestandaardiseerd platform kan Java immers eenheid en efficiëntie brengen in de hypergefragmenteerde en vaak uiterst bedrijfseigen wereld van industriële automatiseringsinstallaties. Evenals in nieuwe toepassingsgebieden als domotica, medische en paramedische omgevingen en alle mogelijke ‘smart’ netwerken (zoals in distributiesystemen van nutsbedrijven). Java kan hierin een hoofdrol spelen, zeker nu de tools – ME, embedded ME en embedded SE – inzake taal en api’s geheel of overwegend overlappen met de standaard SE-wereld.

Dergelijke standaard Java-tools zullen evenwel de 9 miljoen Java-ontwikkelaars niet meteen omtoveren tot een leger dat de veel te kleine groep van ‘ingebedde’ programmeurs kan versterken. Dergelijke software stelt immers zijn eigen uitdagingen, zoals vaak het ontbreken van een interface met menselijke gebruikers, zoals in bedrijfssoftware (maar een machine naar machine koppeling). Ook zijn de eisen inzake veilige werking, zoals in een toepassing voor sturing in reële tijd, wel strenger dan in bedrijfssoftware, waar ontwikkelaars al bugs voor lief nemen. En dan is er nog heel wat gebrek aan security-inzicht bij oude en nieuwe programmeurs in de ingebedde wereld, waardoor software voor de nationale kritieke infrastructuur (telecom, banken, transport, nutsbedrijven,…) vaak nog ondermaats is op dat punt.

Om die redenen had het beter geweest alsnog een ’embedded conference’ in de conferentie te houden, voor hen die gefocust een betere, meer gestructureerde kijk op de vereisten in de wereld van het ‘Internet of Things’ willen verwerven. Alsnog aanbevolen voor JavaOne 2014. Immers, als je over enkele jaren tijd wellicht 50 tot 150 miljard toestellen en sensoren wil koppelen aan het internet – veilig, beveiligd en met voldoende privacy – kan je daar maar beter wat extra aandacht aanbesteden.

Guy Kindermans