Wie door zijn bedrijf naar een klant wordt uitgestuurd, loopt toch wat gevaar. Immers, als het verblijf steeds langer wordt, kan hij of zij wellicht van de echte werkgever vervreemden.
Als een bedrijf een werknemer uitstuurt bij een klant, wordt natuurlijk gehoopt op een langdurige klant/leverancier-relatie, tot ieders tevredenheid. Naarmate het verblijf bij de klant langer wordt, bestaat evenwel het gevaar dat die uitgestuurde werknemer haast de gevolgen van een verbanning gaat ondervinden. Dat klinkt hard, maar het lange verblijf kan allicht de band met de echte werkgever verzwakken, terwijl de affiniteit met de klant groeit. Uiteindelijk kan dat schade berokkenen aan het carrièreverloop van de werknemer bij zijn werkgever, wat dan weer voor geen van de betrokken partijen voordelen oplevert.
Kortom, bij het langdurig uitzenden van werkkrachten, moet extra aandacht worden besteed aan communicatie, opvolging en het vinden van een evenwicht tussen het toegewijd zijn aan de eigen werkgever en de noden van de klant. Kan dat wel?
Niet alleen
Het scheelt natuurlijk meer dan een slok op de borrel als de werknemer niet in zijn of haar dooie eentje bij de klant is gedetacheerd. Voor Annick Vandenbergh, uitgestuurd bij klant Argenta, is dat zeker het geval, want bij Argenta treft ze niet minder dan een 30-tal collega’s van Cegeka aan, actief in dezelfde divisie (services). Niet dat ze allemaal bij elkaar in een zelfde zaal zitten als een soort ‘bedrijf in het bedrijf’, maar het biedt vanzelfsprekend bijkomende mogelijkheden om contacten te behouden met de collega’s van het uitzendend bedrijf. Voorts levert Cegeka naast mensen uit zijn services afdeling ook nog werknemers uit andere divisies, zoals de software divisie, datacenteractiviteiten en dergelijke. “We zitten dan ook wat doorheen heel het bedrijf,” stelt Vandenbergh. Bovendien zit niet iedereen zo lang bij een zelfde klant, zodat in de Argenta-groep er geregeld nieuwe gezichten van Cegeka opduiken. “We zijn zeker geen onveranderlijk eiland.”
Dat is voor Frederic Bouillart bij het ACV wat anders, want hoewel er nog andere collega’s van Ordina actief zijn bij de klant, zitten die niet bij hem. En hoewel hij niet zoveel contact met hen heeft, ziet hij dat ook niet echt als een probleem. Hij verwijst dan ook naar zijn goede band met de collega’s in het ‘reporting’-team waar hij deel van uitmaakt.
Regelmatig contact
Naast eventueel onderling contact bij de klant, vormt een regelmatige communicatie met de eigen werkgever een cruciaal onderdeel om de band te onderhouden. En dat gebeurt dan ook. Vandenbergh heeft regelmatig contact met de verantwoordelijke, die meteen ook “ons vertegenwoordigt in Hasselt.”
Ook Frederic Bouillart onderstreept het belang van een regelmatig contact, en dat heeft hij ook. “Ik heb minstens één keer per maand contact met mijn competence center, en om de maand zijn er ook bijscholingsmogelijkheden. Je ziet dan telkens weer mensen van het bedrijf,” aldus Bouillart. En ja, “ik vind dat voldoende. Je hebt echt wel het gevoel dat je bij het bedrijf hoort. Je krijgt zo informatie, je ziet je collega’s, je krijgt mail en ja, je voelt je verbonden”, klinkt het met stevige overtuiging.
En dan zijn er natuurlijk de klassieke contactmogelijkheden, zoals samen lunchen of eens een glas heffen, naast ‘klassiekers’ als barbecue’s etc. En dat niet alleen bij de mensen van Cegeka in Argenta onderling, maar ook met de collega’s op Cegeka-events. Zo zien we ook de collega’s die bij andere klanten zitten. Ook voor Bouillart zijn die extra’s belangrijk, zoals de deelname met een team aan de Business Triathlon, zodat “je je collega’s nog eens in een ander kader ontmoet.”
Snel aan belang winnen de nieuwe communicatiemiddelen in bedrijven, zoals vormen van sociale media voor bedrijven. Bij Cegeka wordt in de softwaredivisie bijvoorbeeld gebruik gemaakt van Socialtext, een ‘enterprise social networking’ product. Vandenbergh maakt er zelf nog geen gebruik van, ook al omdat er functioneel nog niet echt behoefte aan is, en omdat ze toch ook wel persoonlijk contact nog wat belangrijker vindt. En ze vindt wel de personen met de nodige expertise, klinkt het, “ik bel wel.” Waarbij ze het wel handig vindt over de foto’s van de collega’s te kunnen beschikken. Voor Bouillart vormt een middel als Microsoft Lync, een ‘unified communications’ oplossing, een voortreffelijk platform voor dagelijks en real time contact, maar “iedereen gebruikt wel alle middelen die ter beschikking staan.”
Maar zoveel is duidelijk: communicatie vormt een, zoniet dé hoeksteen om een langdurig gedetacheerde te behouden voor het bedrijf dat hem of haar uitzendt. Dat kan als een ‘open deur intrappen’ klinken, maar klaarblijkelijk kan daar niet echt teveel aandacht aan worden besteed.
Opleiding is belangrijk
Een mogelijk probleem is dat een werknemer zolang bij een klant verblijft, dat hij of zij wat vastroest in zijn taak en ict-kennis. Voor Vandenbergh was dat zeker niet het geval, ook al omdat “Argenta zelf ook mee is met de ict-vernieuwing”. Belangrijk is tevens dat ook Argenta mee investeert in personen die bij hen zijn gedetacheerd. Zo wordt momenteel gewerkt aan de bijscholing rond Java voor personen met bijvoorbeeld kennis van Delphi en C++. En natuurlijk investeert ook Cegeka zelf in zijn mensen. Zo is Vandenbergh best tevreden hoe ze heeft kunnen doorgroeien tot haar positie waarin ze het operationeel beheer coördineert.
Frederic Bouillart legt zo mogelijk nog meer nadruk op het belang van opleidingen, onder meer in het kader van een carrièreplanning. Naast zijn werk voor de huidige klant, wil hij uitdrukkelijk zich nog andere technologieën eigen maken, evenals de kennis om projecten van begin tot einde te begeleiden. Ook in zijn eigen expertise – het creëren van bi-rapporten over de bedrijfswerking – wil hij zich nog nieuwe technologieën eigen maken. Dat maakt tevens dat zijn huidige taak bij het ACV nog steeds “uitdagend is, met telkens nieuwe projecten. Het blijft interessant en is zeker geen sleur!” De wensen van Bouillart inzake opleiding worden overigens onderbouwd door zijn werkgever, Ordina, want opleiding is daar “een duidelijk gegeven, met in de jaarlijkse doelstellingen ook een aspect opleiding.”
Overduidelijk vormt opleiding, naast communicatie, het middel bij uitstek om de band tussen bedrijf en gedetacheerde te onderhouden. En natuurlijk is dat ook wel in het belang van het bedrijf dat zijn werknemers uitzendt, om te voorkomen dat het binnen de kortste keren met een rist ‘onverhuurbare’ bankzitters zit.
Belangenconflicten
Uiteindelijk is er ook het gevaar dat je zo opgaat in de noden van de klant, dat je wellicht in een conflicttoestand terechtkomt, waar je de belangen van de eigen werkgever moet afwegen tegen deze van de klant. Of wellicht voel je na een hele poos meer affiniteit met de bedrijfscultuur van de klant.
Toch bleek dat geen probleem te vormen bij onze gesprekspartners, dankzij het maken van duidelijke keuzes in hun aanpak. Bouillart maakt meteen duidelijk dat “bij een conflict ik voor het beste voor beide partijen ga.” En dat kan het best in samenspraak worden geregeld, zij het als puntje bij paaltje komt met toch nog een voorkeur voor de klant. Stel dat hem zowel door het ACV als door Ordina iets wordt gevraagd te doen, zal hij toch voor het ACV kiezen, inspelend op de noden van de klant, die hij nu eenmaal goed inziet.
Vandenbergh zet even radicaal “als ik hier binnen kom, de pet van Cegeka af, en neem ik de taak voor de klant ter harte. Je moet de klik maken.” Kortom, een duidelijk onderscheid maken tussen je twee werelden. Zo leest Vandenbergh haar Argenta e-mail doorheen de hele dag, en komt de Cegeka-mailbox pas ‘s avonds of in de lunchperiode aan de beurt.
En je gaat dus voor het beste voor de beide partijen. Immers, “we werken samen [haar nadruk] aan de klant zijn doelstelling,” aldus Vandenbergh. En als de belangen van de klant het vragen, zal ze de collega’s bij Cegeka “achter de veren aanzitten.” Bij mogelijk echte problemen, zoals wellicht rond beschikbare middelen en/of personen, heeft Vandenbergh personen die ze kan aanspreken, eventueel tot en met de directie van Argenta. Ook Bouillart kan trouwens desgewenst een escalatieproces beginnen.
Trouwens, als Vandenbergh het kordaat opneemt voor de klant, “baat dat Cegeka op lange termijn, wegens de openheid en eerlijkheid. Ik wind er geen doekjes om.” De lange periode van detachering bij de klant werkt hierbij in haar voordeel, want ze heeft duidelijk ‘krediet’ opgebouwd. Eigenlijk “heb ik gewoon dubbel zoveel collega’s”, klinkt het bij Vandenbergh.
Een langdurige detachering van werknemers naar een klant hoeft dus zeker niet uit te draaien op een soort verbanning, waar de werknemers stilletjes de banden met het moederbedrijf verliest. De ervaringen van onze gesprekspartners tonen mooi aan dat ook na een langere detachering de banden nog even hecht en warm kunnen blijven.
Guy Kindermans
Een mogelijk probleem is dat een werknemer zolang bij een klant verblijft, dat hij of zij wat vastroest in zijn taak en ict-kennis. Zoveel is duidelijk: communicatie vormt een, zoniet dé hoeksteen om een langdurig gedetacheerde te behouden voor het bedrijf dat hem of haar uitzendt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier