“Spreek ik met Pieter Cornelis Huydevetters?”
“Dat doet u!”
“Bent u de zaakvoerder van Agabu Consulting?”
“Is het om mij iets te verkopen?”
“Mijn naam is Sabine De Herdt van Optima Banking.”
“Oké.”
“Ik wil graag een afspraak met u maken.”
“Waarom?”
“Om te zien hoe wij u kunnen helpen.”
“Hoe komt u er bij dat ik hulp nodig heb?”
“Het kan nooit kwaad om te horen wat wij voor u kunnen betekenen.”
“Dat zei George Bush ook tegen de Irakezen.”
“Pardon?”
“Gaat u verder. U wil mij helpen tijdens een gesprek.”
“Inderdaad.”
“Is er een welbepaald gebied waarin u gespecialiseerd bent?”
“Hoe bedoelt u?”
“Gaat het om koken, of schoon maken?”
“Wij geven financieel advies.”
“Hahahahahaha.”
“Wat is er zo grappig, mijnheer Huydevetters?”
“Ik heb geen geld, dus zie ik ook niet waarom ik daar advies over nodig zou hebben.”
“Wel, juist daarom, mijnheer Huydevetters. Als u ons advies inwint, zal u zeker meer geld hebben.”
“Wie zegt dat ik meer geld zou willen hebben?”
“Wel, hij hebben uw jaarrekening bij de Nationale Bank bekeken, en het is duidelijk dat u hulp kan gebruiken.”
“Hoe was uw naam weer?”
“Sabine de Herdt van Optima Consulting.”
“Mevrouw de Herdt, is het een piramideschemaatje dat u me wil verkopen?”
“Absoluut niet, mijnheer Huydevetters.”
“Moerasland in Usuhuaia? Time sharing op de Westelijke Jordaanoever? Een pensioenverzekering van Hamburg Mannheimer? Een abonnement op Trends Magazine? Een King Kong van Telenet?”
“Wat denkt u wel van ons?”
“Ik vermoed het allerergste.”
“Hoe komt u daarbij?”
“U contacteert mij ongevraagd met een onduidelijke smoes, u doet een niet toegestaan onderzoek naar de financiën van mijn bedrijf, u doet uitschijnen dat…”
“Als ik even mag, mijnheer Huydevetters, die gegevens zijn openbaar en iedereen kan die opvragen.”
“Dat klopt, en wie gaat die opvragen? Wie baant zich een weg door al die gegevens?”
“Iemand die het goed voor heeft met u.”
“Nee, iemand die mij iets wil verpatsen, een of ander financieel product dat ik niet nodig heb.”
“Het enige dat ik wil is dat u mij de kans geeft om u te helpen.”
“Wist dat dat in Duitsland verboden is om aan teleprospectie te doen?”
“Euh, nee.”
“Het is een correctioneel vergrijp.”
“Echt?”
“Ja. Ik kan u aangeven bij het Ministerie van Economische Zaken voor bedrieglijke commerciële praktijken.”
“Ik wil gewoon met u praten.”
“Ik kan mij ook burgerlijke partij stellen en u voor stalking laten vervolgen.”
“Euh, wel, dat is zeker de bedoeling niet.”
“Ik kan u misschien in de gevangenis komen opzoeken, zien hoe wij u kunnen helpen.”
“Euh.”
“Oké, stop. Zeg nonkel PC, dat was echt niet realistisch. Geen enkele van onze prospecten gaat zo moeilijk doen.”
“Wel, Sabientje, je wilde een rollenspel met een moeilijke klant doen, om je assessment bij Optima voor te bereiden. Ben je zeker dat je dat wil doen?”
“Wel, gaan we dat gesprek nu hebben? Ik moet closen op een afspraak.”
“Allez, tis goed, maar mij niks wijsmaken, hé. Ik haat bankiers. We zouden er minstens één per dag moeten opknopen.”
“Je favoriete petekind toch niet, hé nonkel PC.”
DOOR JAN FLAMEND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier