In Vlaanderen integreren volgend academiejaar (2013-2014) de academische opleidingen van de hogescholen in de Vlaamse universiteiten. De universiteiten worden verantwoordelijk voor het uitreiken van de dipoma’s, het beleid, de kwaliteitszorg en het personeel. Maar de opleidingen worden wel nog georganiseerd in de hogescholen. Via zogenaamde dwarsverbanden zullen de professionele en academische opleidingen overigens blijven samenwerken.
Gelukkig maar, want kruisbestuivingen tussen beide types opleidingen blijft uiteraard noodzakelijk. In de opleidingen tot de graad van master moet de student onder andere de competenties beheersen die nodig zijn om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te kunnen verrichten. De professionele bachelors hebben die competentie niet nodig. Ze moeten echter wel algemene beroepsgerichte competenties beheersen zoals teamgericht en oplossingsgericht kunnen werken. Ik verzin dit niet. Het staat allemaal in het Vlaams decreet uit 2003 en het Waals decreet uit 2004 over de herstructurering van het hoger onderwijs. Het is trouwens een vereiste van de Bologna-hervorming van het hoger onderwijs in Europa. (Er bestaan momenteel wel nog belangrijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië voor wat betreft de integratie van hogescholen en universiteiten.) De papegaai is in ons onderwijs gelukkig al een tijdje op sterven na dood. Het beestje is opgeofferd op het altaar van het competentiegericht onderwijs. Oudere jongeren zoals ondergetekende durven dan wel eens te vragen: “Moet de jeugd dan echt niks meer kennen?” Dat is natuurlijk onzin: kennis, ook parate kennis blijft belangrijk, maar daarbij komt het vooral aan op inzicht en het incorporeren van de kennis zodat je die zinvol kan inzetten. Een informaticus moet bijvoorbeeld nog altijd weten wat bits en bytes zijn en ermee kunnen rekenen en werken. Maar alles verandert zo snel dat het bijvoorbeeld nog weinig nut heeft om concrete programmeertalen aan te leren. Tenzij als kapstok voor de competentie “kunnen programmeren”. Tenslotte werken alle programmeertalen volgens dezelfde basisprincipes. Die kennen en in de praktijk kunnen brengen, is van belang. En zo komen we naadloos uit bij een van de allerbelangrijkste competenties, zowel voor professioneel als academisch opgeleiden: een ingesteldheid tot levenslang leren. De tijd is lang voorbij dat het diploma het belangrijkste resultaat is van een met vrucht voltooide hogere opleiding. De competentie én de ingesteldheid om levenslang te willen leren, is vandaag veel belangrijker. Voor het eerste kan en moet het onderwijs zorgen. Het tweede is grotendeels iets wat van de ex-student zelf moet komen. Gelukkig worden we daarbij geholpen door de manier waarop de technologie evolueert. Zoekmachines zoals Google fungeren steeds meer als een verlengde van ons geheugen. Uit onderzoek van Betsy Sparrow van de Columbia University in Amerika blijkt dat mensen minder allerlei inhoudelijke details en meer de wijze waarop ze antwoorden kunnen vinden, onthouden. Volgens Sparrow hoeft dat niet negatief te zijn. Integendeel: we hoeven niet meer zoveel te onthouden en krijgen de ruimte om dieper na te denken en zelf verbanden te ontdekken.
JOZEF SCHILDERMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier