Dossier: Kampt IT met een burn-outgolf?
De werkdruk is hoog en onze verwerkingsmechanismes zijn er de voorbije jaren niet beter op geworden. Maar is er echt een golf van burn-outs, en hoe zit dat met de IT-sector?
De voorbije periode heeft ons stressniveau geen goed gedaan, met soms stevige gevolgen. Het aantal werknemers met ernstig risico op burn-out is op een paar jaar tijd gestegen met 61,4%. Ondertussen loopt zo’n derde van de werknemers het risico uit te vallen. Dat moet blijken uit een studie waarin dienstenbedrijf Securex en de KULeuven de situatie in 2018-2019 vergeleken met de periode net na Covid. Dat er meer aandacht gaat naar het probleem, en het psychosociale welzijn van werknemers, is dus niet toevallig. Volgens KU Leuven en Securex zijn een groot deel van deze klachten te wijten aan kenmerken die de voorbije jaren verslechterd zijn. Denk dan aan emotionele werkbelasting, privé-belasting, jobonzekerheid en werkintensiteit.
Je denkt dat je superman bent, maar op dat moment is zich dat aan het wreken
Werkdruk
‘Het is een symptoom van de tijd’, zegt Jurgen De Jonghe, verantwoordelijke Data & Insights bij HR-dienstverlener SD Worx. ‘Het thema van burn-out wint niet alleen aan belang in de IT-sector, maar ook algemeen op de arbeidsmarkt. Al is de kwalificatie van burn-out wel een medische kwalificatie, die we moeten overlaten aan artsen.’ Wat sociale secretariaten wel opmerken, is een stijging in afwezigheid van meer dan een maand. Het middellange absenteïsme, waarbij een werknemer een maand tot een jaar wegblijft, lag eind 2021 over de hele Belgische arbeidsmarkt meer van vijf procent boven het niveau van 2019, begin 2022 was het zelfs 9,5% hoger dan in hetzelfde kwartaal in 2020. Dat becijferde Securex. ‘Het is moeilijk om te zeggen in welke mate dat het gevolg is van psychologische oorzaken of omdat iemand is uitgevallen door bijvoorbeeld corona. Maar dat er meer afwezigheden zijn, is wel een feit. De druk is nog nooit zo hoog geweest’, legt De Jonghe uit.
‘Je mag het probleem zeker niet minimaliseren’, zegt ook Julie Daenen, psychosociaal deskundige bij preventie-adviseur Mensura. ‘Stress wordt de laatste tijd problematisch. Tijdens de pandemie zijn we massaal beginnen thuiswerken en konden we niet terugvallen op de systemen die we gewend waren. Je ziet bijvoorbeeld geen mensen meer aan de koffiemachine. De mentale belasting wordt ook groter: onze werkgevers weten minder over onze werkdag en als reactie daarop zijn we onszelf meer druk gaan opleggen.’ Meer werken, langer werken, maar daardoor misschien niet efficiënter, zegt Daenen: ‘Langere dagen maken is niet gelijk aan meer productief zijn, integendeel.’
Opgebrand
Maar wat is nu eigenlijk een burn-out? Zowat iedereen die we voor dit dossier spreken, drukt erop dat stress op zich niet per se slecht is. ‘Het kan ons alert maken, het biedt focus en maakt ons productiever. Maar we moeten wel veerkrachtig genoeg zijn om daar op een gezonde manier mee om te gaan’, zegt Julie Daenen.
Stress is dus een beetje zoals water: goed voor u tot u er te veel van krijgt en kopje-onder gaat. Bij stress maakt uw lichaam adrenaline aan, waarvan u alert wordt, en cortisol, waardoor u langer in die verhoogde staat van paraatheid kunt blijven. ‘Het probleem komt er als die cortisol voortdurend wordt aangemaakt en te lang in je lijf blijft,’ zeg Ann Goeman, communicatieverantwoordelijke voor BioRICS, een spin-off van de KU Leuven die een energiemonitor maakt. ‘Na elke shot adrenaline moet je terug een kalme periode ingaan zodat die cortisol kan worden afgebouwd.’ Gebeurt dat niet en blijft u dus de hele tijd onder stress staan, dan kan dat tot problemen leiden. Al voelt u dat niet meteen, zegt Goeman: ‘Je denkt dat je superman bent, maar op dat moment is zich dat aan het wreken want je lichaam kan die cortisol niet meer kwijt.’ Een en ander leidt bijvoorbeeld tot de misschien herkenbare situatie waarbij u ziek wordt op de eerste dagen van uw vakantie. Door te lang onder stress te zitten, raakt uw immuunsysteem namelijk uit balans.
Burn-out is wat er kan gebeuren als u niet op tijd uit die chronische stress-situatie geraakt. Volgens de KU Leuven zijn de symptomen fysieke en mentale uitputting, cognitief en emotioneel controleverlies en een mentale afstand van het werk. U hebt met andere woorden geen zin meer om te werken, bent de hele tijd moe, begint concentratiestoornissen te krijgen en u kan heftig reageren op bepaalde situaties.
Dat zijn stevige klachten, en volgens Securex lopen eind 2021 tot 28,5% van de werknemers risico op zo’n burn-out. Zelfs 13,4% van de werknemers zou effectief op de rand staan, een stevige stijging tegenover de 8,3% vlak voor de Covid-crisis. Voor bedrijven uit zich dat vooral in ziekteverzuim.
Opvallend zijn echter de cijfers die we bij SD Worx vinden. Daaruit moet blijken dat de IT-sector het op dit vlak beter doet dan andere sectoren. In die ICT-sector lag het ziekteverzuim tussen 1 maand en 1 jaar in 2021 op 1,17%, minder dan de helft van de 2,65% bij alle andere Belgische bedienden. Toeval of niet: werknemers in IT zetten hun sector in de top drie van werkplekken die het meest aandacht besteden aan gezondheid en welzijn. Ook dat moet weer blijken uit Europees onderzoek van SD Worx.
Veerkracht
Hoe doet u daar dan wat aan? ‘Specifiek in de IT-sector merken we dat een aantal dingen bepalend zijn voor mentale veerkracht’, zegt Julie Daenen. ‘Dat zijn de sfeer, de leidinggevende en de emotionele belasting. Dat is frappant, want IT is volgens het cliché de sector die met data werkt, maar als je dan kijkt naar wat bepaalt hoe goed ze met stress omgaan, dan is het net de connectie met andere mensen. Die heeft een grote impact op hoe positief of negatief we met werkdruk omgaan.’ Voor Daenen is het belangrijk dat organisaties zich daarvan bewust zijn. ‘Die connectiemomenten zijn geen ‘nice to have’. Je omgang met collega’s kan een buffer vormen tegen te veel stress, dus moet je als bedrijf ook denken aan teambuilding, elkaar leren kennen. Dat kan iemand gezond houden en indirect heeft dat ook een effect op de cijfers en de productiviteit.’
Thuiswerk
Een van de grote veranderingen van de voorbije paar jaar is een groei in thuiswerk. Is een mogelijke oplossing dan om dat terug af te bouwen? ‘Het is niet de boodschap dat we terug vijf dagen op vijf naar kantoor gaan’, zegt Daenen. ‘Maar het is wel belangrijk om daar bewust mee om te gaan. Het moet vooral zinvol zijn. Als je naar kantoor komt om daar een hele dag in een aparte ruimte naar het buitenland te bellen, dan is dat bijvoorbeeld niet zinvol. Dat is anders dan wanneer je hele team op die dag naar kantoor gaat en je samen gaat lunchen en in meetings gaat zitten.’
Het hangt voor een stuk van de werknemer af, zegt Jurgen De Jonghe van SD Worx. ‘Een groot aantal mensen hebben hun draai gevonden in dat telewerk en willen dat niet meer loslaten. Het zorgt voor flexibiliteit, tijdswinst ook voor pendelaars. Dat zijn positieve effecten.’ Hij ziet echter ook het negatieve. ‘Maar er is minder direct contact, en dat gaat voor sommigen zwaarder wegen. Zeker voor iemand die net is aangenomen, bijvoorbeeld. Zij gaan veel moeilijker leren hoe een organisatie in elkaar zit, en voor sommigen is dat een reden om weer te vertrekken. Dat effect hebben wij kunnen meten.’
Meer doen met minder
De werkdruk wordt velen te veel, zodat ze uitvallen, maar tegelijk worden die mensen vaak, zeker ook in de IT-sector, niet vervangen, en moeten de collega’s dat werk er weer bij nemen. Zitten we dan niet in een vicieuze cirkel? ‘Je kan soms wel spreken van een domino-effect’, zegt De Jonghe. ‘De war for talent, waarbij er een tekort is aan bepaalde skills, is daar een factor. Als je dan uitval hebt door afwezigheid, wordt het werk over minder mensen verdeeld. Dan moet de werkgever daar op de juiste manier mee omgaan. Als die lange tijd dezelfde serviceniveaus moet leveren met minder mensen, dan ga je nog meer uitval krijgen.’
Een van de mogelijke oplossingen om negatieve stress te vermijden is daar interne mobiliteit, suggereert hij. ‘Je kan die uitval proberen te voorkomen door werknemers een andere functie binnen hetzelfde bedrijf te geven. Ze laten dan een lege stoel achter, maar de kennis blijft wel binnen je organisatie. Dat kan ook helpen om het werk fris te houden en hen toe te laten de werklast en opgebouwde bagage wat los te laten. En vooral, je bent hen en hun kennis niet kwijt.’
Belangrijk bij dit alles blijft wel om de vinger aan de pols te houden en op tijd in te grijpen. Bedrijven hebben ondertussen een reeks diensten en apps die hen daarbij kunnen helpen. Denk dan bijvoorbeeld aan de app van Belgische scale-up Huappie, die geregeld korte, laagdrempelige vragen naar werknemers stuurt om hun gemoedstoestand te polsen. De resultaten kunnen dan de basis vormen voor een gesprek. Of BioRICS, een bewustwordingsapp die energie meet (zie kader). Sociale secretariaten als SD Worx bieden ook samenwerkingen aan met een online platform als Bloom-up, een organisatie van zelfstandige psychologen. ‘Te veel werknemers vinden moeilijk de stap naar psychologische hulp’, zegt De Jonghe daarover. ‘Zo’n gesprek kan preventief werken, ze kunnen dan kenmerken identificeren en eventueel alarm slaan voordat je helemaal de draad kwijt raakt.’
28,5%
van de Belgische werknemers loopt risico op burn-out BRON: Securex
41%
van burn-outklachten wordt verklaard door emotionele werkbelasting, werkintensiteit, privébelasting, jobonzekerheid en rolconflicten BRON: Securex
1,17%
Ziekteverzuim tussen 1 maand en 1 jaar lag in 2021 in de IT-sector op 1,17%, minder dan de helft van de 2,65% bij alle andere Belgische bedienden.
Data in de strijd tegen stress
In de geestelijke gezondheidszorg gaan therapeuten vandaag voort op wat patiënten hen vertellen. Veel van de onderzoeken, waaronder ook de Burnout Assessment Tool van de KU Leuven, zijn vormen van zelfrapportering. Ze werken door u een vragenlijst te laten invullen. Maar er is ook andere data. Velen van ons lopen bijvoorbeeld rond met een tracker. Wearables zoals Fitbit meten uw hartslag, activiteit, slaappatroon, bloeddruk en meer, en zijn nu al uitgerust met functies die u aanzetten om even diep adem te halen als uw hartritme te sterk stijgt.
Dichter bij huis is er ook BioRICS, een spin-off van de KU Leuven die software maakt die mentale belasting meet. Al mogen we het geen stress-tracker noemen. ‘Het is een energiemonitor’, zegt Ann Goeman, communicatieverantwoordelijke voor BioRICS. ‘We brengen zowel fysieke als mentale energie in kaart. Bij sporten voel je dat je fysiek moe wordt, maar bij mentale inspanning weten we dat vaak niet zo goed. Daarom moet je dat objectief meten om er een zicht op te krijgen.’ Het algoritme van BioRICS gebruikt onder meer hartslag, beweging en temperatuur, gemeten door een wearable als een Fitbit, en gaat daar uit afleiden hoeveel energie u opgebruikt, ook mentaal. En hoeveel u dan ook moet recupereren. ‘Tijdsdruk kost bijvoorbeeld heel veel mentale energie, maar het zijn niet alleen negatieve elementen’, benadrukt Goeman. ‘Ook positieve dingen verbruiken energie. Denk dan bijvoorbeeld aan een avondje op café met vrienden. Daar wordt je gelukkig van, maar je moet er wel ook energie voor recupereren. De volgende dag ben je vaak een vod.’ BioRICS startte jaren geleden als een algoritme voor topsporters, bij de voetbalploeg AC Milan. Ondertussen gebruiken een reeks grote bedrijven, zoals Volvo Cars in Gent, diens Mindstretch app als bewustmakingsapp voor hun werknemers. Bedoeling is dat gebruikers zelf leren uit hun eigen patronen en kleine dingen beginnen aanpassen, zoals wat pauzes inlassen, of ‘s avonds een glas minder wijn drinken.
Een goede evolutie? ‘Het is fijn dat we data-onderzoek doen, omdat je zo het ‘fluffy’ kantje van mentaal welzijn afhaalt dat er soms toch nog aanhangt’, zegt Julie Daenen van Mensura. ‘Maar om stressignalen te detecteren ga je toch altijd een moment van zelfreflectie nodig hebben. Dat zie je vaak bij burn-out. Mensen die daar risico lopen blijven vaak snel gaan, ook als ze bijvoorbeeld hoofdpijn hebben. Als je aan zo’n tempo bezig bent en je smartwatch zegt ‘je hebt niet goed geslapen’, dat gaat je niet altijd tegenhouden. Je moet er voor open staan, en dan kan het wel een eye opener zijn.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier