Als Drupal-creator Dries Buytaert graag uitpakt met buitenlandse topsites als referenties, heeft zijn content managing and publishing product toch ook al heel wat aanhangers in eigen land.

De Drupal Summit in Genk bood de gelegenheid om zowel als eindgebruiker en applicatiebouwer te ervaren wat Drupal in zijn mars heeft. Zelf verwees Dries Buytaert in zijn introductie graag naar een project bij de NYSE Euronext beurs, waar een Fatwire-gesteund project dat al twee jaar liep zonder resultaat, werd geschrapt. Vervolgens werd er overgestapt naar Drupal en kon al na een paar weken resultaten worden voorgelegd. Wat schaalbaarheid betreft, verwees hij naar een gebruiker als de nieuwszender Al Jazeera, die pieken tot 30 keer meer verkeer kon opvangen dankzij de mogelijkheden van Drupal in cloudomgevingen – een winnaarskenmerk van Drupal, aldus Buytaert.

Drupal is dan ook een platform, naast de oorspronkelijke cms-functionaliteit, geschikt voor alle groottes van sites, met de mogelijkheid om zowel intern in bedrijven te worden geïmplementeerd, als daarbuiten als PaaS en SaaS te worden aangeboden.

In de media

Als gebruiker kwam onder meer de VRT aan bod, bij monde van Peter Van den Broeck, manager service & demand. Met Drupal werden zowel thematische sites (nieuws, sport en cultuur) als de sites voor de netten en ‘communities’ (zoals Ketnet) gebouwd, naast zelfstandige producten. Een generiek en flexibel platform, goed voor een uniforme wijze van werken, met mogelijkheden voor integratie met andere diensten en in staat om grote hoeveelheden verkeer aan te kunnen, zo werd Drupal door Van den Broeck omschreven. In het bijzonder het verkeersaspect is belangrijk, want “de VRT moet in het web zijn wanneer er wat gebeurt, met dus een nood om door te groeien tot zeer zwaar verkeer.”

In de beoordeling van het project bleek evenwel toch niet alles koek en ei, met de opmerking dat “niet aan de verwachtingen was voldaan” betreffende de optimalisatie van applicatiecode en het gebruik van modules. Ook werd een gebrek aan expertise in de markt geconstateerd. De schaalbaarheid van het verkeer werd wel gunstig beoordeeld. Of hoe Drupal bij de VRT toch nog in vraag lijkt te staan.

Bij de VMMa werd Drupal ingezet met het oog op één architectuur voor de verschillende sites, zeg maar ‘one architecture to rule them all’. Hiervoor werden onder meer eigen modules ontwikkeld, geheel in de lijn dat open source vaak eigen inzet van de gebruiker vereist. Een nieuwe of andere strategie wordt niet overwogen.

Duizenden modules

De kracht van Drupal ziet Buytaert in de sterke samenwerking tussen alle belangstellenden. Vandaag zijn er duizenden modules beschikbaar om Drupal te integreren in een veelheid aan toepassingen en omgevingen, zij het allicht met nog (wat) aanpassingswerk. “De ‘community’ maakt het grote verschil tussen ‘boring soft’ en ‘Drupal going places’,” aldus Buytaert, “De grotere snelheid waarmee Drupal zich aanpast aan nieuwe ontwikkelingen zoals html5, dan andere, bedrijfseigen systemen, gekoppeld aan een lagere kostprijs, zal het onhoudbaar maken voor die klassieke systemen. Zo was er zo’n twaalf uur na de introductie van Google+ al een integratiemodule voor Drupal.” Kortom, “als je een product kiest, dan toch het product met het grootste ecosysteem.” Drupal ziet zichzelf dan ook niet meteen als een exponent van de huidige ‘programmeertaal van de maand’ of ‘framework du jour’ mode. “Innovatie zit diep in ons dna. We zijn altijd bij de voorlopers geweest,” aldus Buytaert, onder meer wat betreft links met sociale media. “Alle technologieën hebben een houdbaarheidsdatum, maar er zijn vandaag geen tekenen dat we tegen de vervaldatum aankomen.” Integendeel, “we zitten nog in een groeifase. We zijn als tieners die net het huis uit zijn en van wie de carrière nog maar net een aanvang neemt.” Zo ziet Buytaert ook de opkomst van apps niet als een bedreiging.

In Drupal 8 zal de ‘prioriteit #1’ draaien rond ‘mobile’, met mogelijkheden voor Drupal om apps rechtstreeks (en niet via een extra module) aan te sturen. Dat is gewoon een uitbreiding van de huidige mogelijkheden van Drupal om een zelfde inhoud langs verschillende kanalen te publiceren. De output van versie 8 zal overigens standaard html5 zijn.

Acquia als troef

Voorts ziet Buytaert zijn bedrijf Acquia als een troef in het blijvend succes van Drupal. Met 160 personen worden vandaag al een 1.100 grote bedrijven als klant commercieel ondersteund. Wat de hedendaagse volatiliteit van technologieën betreft, biedt “Acquia op dat punt continuïteit,” meent Jo Martens, commercieel directeur bij Nascom, en dat zowel voor gebruikers als partners (zoals websitebouwers).

Of Acquia ooit het tweede ‘1 billion dollar’ bedrijf op basis van opensource producten wordt na RedHat/JBoss valt nog te bezien, maar “ik geloof echt in open source en het zou mooi zijn als Acquia het open source model zou bewijzen,” belijdt Buytaert zijn geloof in de levensvatbaarheid van dat model. Acquia heeft overigens eigen producten zoals Acquia Managed Cloud (een cloud hosting platform) en Drupal Gardens (voor de ontwikkeling van microsites).

Vandaag is de thuisbasis van Acquia in Boston, en niet op de obligate westkust. Niet alleen voorkomt dat een extreem tijdsverschil met onder meer Europa, betoont Buytaert, maar tevens is het nabij universiteiten als het MIT, en klanten als de mediawereld in New York City. Na anderhalf jaar pendelen is Buytaert overigens met zijn familie naar de VS verhuisd.

Niet dat hij daarmee België helemaal heeft achter zich heeft gelaten. Acquia is niet het enige opstartbedrijf van Buytaert, die in 2008 mee aan de wieg stond van Mollom, een bedrijf met innovatieve anti-spam technologie en zijn thuisbasis in Antwerpen.

Guy Kindermans