Met Tele Atlas schreef Alain De Taeye al een lijvig hoofdstuk it-geschiedenis. Bovendien is het plafond nog lang niet bereikt. Toch zag het er de voorbije twintig jaar soms ook naar uit dat Tele Atlas het niet zou halen. “De scheidingslijn tussen visionair en stommerik is soms heel fijn.”
Alain De Taeye is mede-oprichter en ceo van Tele Atlas, producent van gedetailleerde digitale kaarten en dynamische inhoud voor navigatiesystemen. In 1989 fuseerde zijn eigen bedrijf met het Nederlandse Tele Atlas. Hoewel de hoofdzetel van Tele Atlas in Den Bosch is gevestigd en het bedrijf op de beurs van Amsterdam staat genoteerd, is aan Tele Atlas nog altijd een uitgebreid Belgisch luik verbonden. Het Europese hoofdkwartier bevindt zich in Gent, de stad waaruit De Taeye afkomstig is.
Alain De Taeye: “Al in de humaniora was ik geïnteresseerd in informatica, al had ik eigenlijk – begin de jaren zeventig – nog nooit een computer van dichtbij gezien. Toen ik moest kiezen wat ik wilde studeren aan de universiteit, heb ik getwijfeld tussen architectuur en informatica. Beide disciplines staan dicht bij elkaar, vind ik. In beide gevallen gaat het erom iets te creëren dat functioneel is voor de mens. Ik dacht toen al na over hoe je met technologie mensen zou kunnen helpen. Aan technologie om de technologie heb ik altijd een godsgruwelijke hekel gehad. Tijdens mijn opleiding burgerlijk ingenieur-architect in Gent kwam ik in contact met cad-toepassingen (computer aided design). De professoren waren daar helemaal niet voor te vinden. Ze vonden dat technologie en architectuur onverzoenbaar waren. Intussen heb ik zelf een zoon die architectuur studeert. Ik deed hem een tekentafel cadeau, maar die staat in de garage. Vandaag gebeurt in de architectuur alles met de pc.”
DN: Na uw opleiding bent u nog een tijd aan de universiteit blijven werken. Was het daar dat u het idee kreeg om kaarten te digitaliseren?
ADT: “Inderdaad. Toen ik afstudeerde, bestonden er plannen voor een leerstoel cad aan de universiteit. Ik had interesse voor die job, maar uiteindelijk ging het verhaal niet door. Ik kon wel aan de slag bij professor Müller, waar ik grafische simulaties ontwikkelde voor heuristieke problemen. Zo kreeg ik ook de opdracht een oplossing te bedenken voor een efficiëntere krantendistributie. Het moest een oplossing zijn die de planner van de distributierondes zou ondersteunen. Die persoon gebruikte daarvoor wel al een kaart, maar hij berekende de afstanden niet. Ik zocht een oplossing om planner en computer samen te brengen. Maar daarvoor moest ik die kaart eerst op het scherm van de computer krijgen. Daar is het idee ontstaan.”
De eerste stap
DN: We praten nu over eind van de jaren zeventig. Hoe vernieuwend was uw idee om een digitale kaart te maken?
ADT: “In die tijd ontstonden ook de tekstverwerker en het rekenblad. Het lag eigenlijk voor de hand dat ook de kaart als vorm van gegevensinfrastructuur de stap naar de computer zou zetten. Je moest geen genie zijn om in te zien dat je met een digitale kaart mooie dingen zou kunnen doen. Algoritmes voor routeberekening bestonden al sinds de jaren zestig en vonden toepassingen in de netwerkoptimalisatie en de logistiek. Kijk, uiteindelijk gaat het om iets wat zich iedere dag in ons hoofd afspeelt, bijvoorbeeld wanneer we boodschappen doen. We bedenken daarvoor een route: eerst naar de bakker, dan naar de slager, enzovoort. Ik was ervan overtuigd dat de klassieke papieren kaart de overgang naar de computer zou maken, en dat de nieuwe toepassingen dan vanzelf zouden volgen. Het kwam erop aan de eerste stap te durven zetten.”
DN: Hoe deed u dat concreet?
ADT: “Ik had zelf geen geld, dus leende ik bij de bank: 270.000 frank. Eigenlijk riskeerde ik niet zoveel. Ik zette niet direct een groot kapitaal op het spel. Veel belangrijker was het om te blijven volharden, om het geloof in het idee niet te verliezen. Dat was niet altijd even makkelijk. Lange tijd zag het ernaar uit dat mijn idee misschien wel zou mislukken. Een sprekend systeem in de auto dat je vertelt welke route je moet volgen? De mensen vonden dat ik met pure sciencefiction bezig was. Als je idee aanslaat, ben je achteraf een geniaal visionair, maar als het mislukt beschouwt iedereen je als een grote stommerik. Die twee uitersten liggen soms dicht bij elkaar.”
DN: Terwijl het achteraf net logisch lijkt dat uw idee wel tot een succes uitgroeide.
ADT: “Vergelijk het met de jeugd vandaag. Ze zijn vertrouwd met de iPod en met digitale muziek. De muziekcassette en de lp kennen ze niet meer. Maar de jeugd van 2028 zal die iPod even goed als een museumstuk bestempelen. De vraag is dus welke technologie de jeugd over twintig jaar zal gebruiken om muziek te beluisteren. Je moet dus wel degelijk in termen van sciencefiction durven denken. Tegelijk vind ik niet dat ik iets nieuws heb uitgevonden. Het idee van de digitale kaart lag erg voor de hand, het was meer een logische evolutie. Met de digitale revolutie in de muziek is dat net zo. Muziek bestaat al lang, hé. Er is gewoon een evolutie in de manier waarop we muziek beluisteren en verzamelen.”
Geen plan b
DN: Heeft u er ooit rekening mee gehouden dat uw avontuur kon mislukken?
ADT: “Ja, soms wel, al had ik geen plan b. Ik was overtuigd van het potentieel van de digitale kaart. Ik vond niet dat ik energie moest verspillen aan een noodplan. Als je op het punt staat te trouwen, heb je ook geen plan b, anders begin je er beter niet aan. Dat was hier net zo. Ik was echt gebeten. Dat kan gevaarlijk zijn. Zelfs op de momenten dat het er echt slecht uitzag, ging ik toch door, puur op passie.”
DN: Wat is het advies dat u hierover geeft aan uw eigen kinderen?
ADT: “Je moet weten of je sterk genoeg bent om alle tegenslagen te verwerken. Succes verwerken is meestal niet het probleem. Maar een rechte lijn naar succes bestaat niet. Soms ga je door diepe dalen, waarbij de twijfel hard toeslaat. Dat zijn de doorslaggevende momenten waarop je beslist om toch door te gaan. Door de eerste Golfoorlog in 1991 is de beslissing om de gps te descramblen – en burgerlijk gebruik van militaire satellieten toe te laten – uitgesteld tot 2000. Toen heeft Tele Atlas een tijd aan een zijden draadje gehangen. Daar moet je allemaal door: je moet kunnen afzien. En dan is er nog de tijd die je erin investeert. Wat als je niet slaagt en je moet vaststellen dat je twintig jaar van je leven hebt verspild? En dat de druk op je gezin zinloos is geweest? Afzien was vooral ook de constante strijd om geld bijeen te brengen en mensen te overtuigen. In mijn geval heeft het ongeveer vijftien jaar geduurd voor de digitale kaart echt succesvol was.”
DN: Maar intussen is de gps wel overal doorgebroken, ook bij de consument.
ADT: “Vijf of tien jaar geleden dachten de mensen nog anders. Een gps? Heb ik niet nodig. Maar vandaag rijdt alleen een uitzondering nog zonder gps. Er is een klik geweest. Het idee van de digitale kaart behoort daarmee niet langer tot de sciencefiction, maar gewoon tot de mainstream. Het is een basis waarop we de komende decennia verder kunnen bouwen.”
De gebruiker engageren
DN: Hoe ver kijkt u met Tele Atlas vooruit?
ADT: “We kijken uiteraard vooruit. Tien of twintig jaar is dan wellicht iets te ver in de tijd om concrete plannen te kunnen maken. Er komen in de toekomst oplossingen waarmee je altijd zult weten waar je je bevindt, wat er in de buurt te zien is, wat er te beleven valt. Voor het Westen voorzien we dat over een jaar of tien. Voor de hele wereld spreken we over een termijn van dik twintig jaar. Ook wij kunnen vandaag niet voorspellen hoe de devices er tegen dan zullen uitzien. Daarom denken we bij Tele Atlas liever in incrementele stappen. We denken na over de komende vier à vijf jaar en zorgen dat we daar voorop lopen. Als dat lukt, kunnen we zo toch – zonder grote disruptie – dat lange traject van twintig jaar of meer doorlopen. Als je de leiding neemt, zie je de splitsing in de weg ook eerst. Daardoor zijn we vandaag leider in de markt van de draagbare navigatie. Toch blijven we constant bezig. Het is niet omdat je één keer iets gevonden hebt, dat je jezelf als de grote innovator moet gaan beschouwen. Zodra je zelf stilvalt, halen de anderen je heel snel in.”
DN: Wat zijn op korte termijn de grote uitdagingen voor Tele Atlas?
ADT: “De hele wereld in kaart brengen. We zitten nog niet eens aan de helft, dus er valt nog heel wat werk te verzetten. Het allerbelangrijkste is een systeem uit te dokteren waarmee een kaart altijd up-to-date is. Dat is de heilige graal van de cartografie. Een kaart moet actueel zijn, anders is ze waardeloos. Stel je voor dat je vandaag door Frankrijk zou trekken met een kaart uit de tijd van Napoleon. Het probleem is natuurlijk dat we onmogelijk overal tegelijk aanwezig kunnen zijn om alle wijzigingen te noteren. Wellicht is dat een rol die de gebruiker zelf zal invullen. De gebruiker zal de wijzigingen signaleren – zoals wegenwerken en wegomleggingen – en zo zelf meehelpen om de kaarten actueel te houden. De technologie bestaat om dat georganiseerd te krijgen. In de cartografie zal dat de grootste innovatie van de komende tien jaar zijn.”
Dries Van Damme
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier