CoderDojo loopt als een trein in België. De organisatie leert kinderen in geen tijd programmeren en gaat op zoek naar coaches om aan de vraag te beantwoorden.
Het gebeurt niet vaak dat de redactie van Data News zich tussen een dertigtal kinderen zet om te kijken wat hun ict-verwezelijkingen zijn. Maar er is een eerste keer voor alles. Op een zaterdagvoormiddag schuiven we aan tafel bij CoderDojo in Antwerpen. Gewoonlijk leren kinderen hier spelenderwijs programmeren met behulp van een coach, deze keer zijn het managers die van kinderen leren hoe ze op enkele uren tijd een kleine game of ander programma in elkaar knutselen.
“Kan ik je ergens mee helpen?” Naast mij staat een stoere van wijsheid blakende jongen van een jaar of tien. Hij helpt me op weg met Scratch, een programma van MIT waar je spelenderwijs leert programmeren en probleemoplossend denken. Dit is geniaal. Geen lijnen code, geen ingewikkelde commando’s. Je sleept de commando’s en scripts in een volgorde en in het venster ernaast zie je wat je creatie doet. Wat daarbij opvalt is de vlotheid waarmee kinderen er mee omgaan.
Momenteel zijn er CoderDojo’s in elf steden in Vlaanderen maar dat aanbod wordt in januari alweer uitgebreid. Ook wil de organisatie stilaan beginnen met clubs in Brussel en Wallonië. CoderDojo ontstond in Ierland. In België is Martine Tempels, senior vice president Telenet for, de drijvende kracht achter het project.
Het initiatief om managers te laten programmeren met Scratch heeft twee doelen. “We hopen natuurlijk dat een aantal van hen mee actief wil worden als coach. Maar we willen ook een experiment uitvoeren waarbij kinderen de volwassenen moeten begeleiden”, zegt Tempels. Tegelijk hoopt ze ook dat oefenen met Scratch of aan de slag gaan met Arduino’s kan doorsijpelen naar het onderwijs waarbij leerlingen dit soort oefeningen ook in de klas doen. “Informatica moet je beter integreren en dat kan je door leerkrachten te betrekken bij het concept. Eigenlijk zou iedere leerling moeten leren programmeren om zo probleemoplossend te leren denken en werken.”
Opmerkelijk: de clubs worden overspoeld door kinderen zonder al te veel promotie. “We zitten bijna overal met wachtlijsten, ook al gebeurt alle communicatie online. Daarbuiten horen kinderen het via mond-aan-mond reclame of lezen ouders het in een artikel in de lokale pers”, zegt Tempels. Momenteel zijn er zo’n vierhonderd kinderen die elke maand meedoen. “Ik heb altijd gezegd dat we vanaf duizend kinderen op zoek gaan naar iemand anders om het te leiden. Al weet ik niet of ik er tegen dan wel afscheid van kan nemen.”
Na drie uur bij CoderDojo worden de projecten voorgesteld op groot scherm. Ik ben zelf onder de indruk van een doolhof waar je munten opraapt, maar zichzelf reset zodra je de muren raakt. Een andere creatie vertelt een verhaaltje met tekstballonnen en aanklikbare voorwerpen. Beiden op een paar uurtjes ontwikkeld door kinderen van nog geen veertien jaar. Eén ding is duidelijk: Je kan kinderen eenvoudig leren programmeren en eens ze dat kunnen, maken ze verbazend straffe dingen.
Pieterjan Van Leemputten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier