Contactloos betalen is op een half jaar tijd spectaculair toegenomen. Vandaag gebeuren meer dan één op drie fysieke kaartbetalingen zonder dat iemand een kaart in een machine steekt.
De coronacrisis zorgde er begin dit jaar voor dat veel consumenten hun fysieke betalingen met de kaart begonnen te doen. Maar binnen die kaartbetalingen zijn contactloze betalingen stevig aan het toenemen.
Het helpt alvast dat de limiet om dat zonder pincode te doen in april werd opgetrokken van 25 naar 50 euro. Tegelijk neemt het aantal bankkaarten dat contactloos betalen ondersteunt elke maand toe.
Dat is merkbaar in de cijfers. In februari en maart was een terminal contactloos aantikken goed voor respectievelijk 16 procent en 19 procent van de betalingen. In april, wanneer de limietverhoging gebeurde, liep dat op tot 29 procent. In de maanden mei (32 procent), juni (35 procent) en juli (36 procent) bleef het marktaandeel van contactloos betalen toenemen. De cijfers zijn afkomstig van Worldline, dat bankkaarttransacties in ons land verwerkt.
Hoewel contactloos betalen procentueel gezien gestaag toeneemt, gaat het wel gepaard met een stevige knik in het aantal kaartbetalingen. Als we februari als de basis voor kaarttransacties nemen, dan zien we het totaal aantal betalingen sterk afnemen vanaf eind maart tot begin mei, de periode van de strengste coronamaatregelen. Begin april gebeurden er zelfs 40 procent minder kaartbetalingen ten opzichte van februari.
Naar de zomer toe normaliseerden die cijfers weer, waarbij er vanaf juni zelfs meer kaarttransacties gebeurden ten opzichte van februari. Maar ongeacht die daling en stijging, bleef het aantal contactloze betalingen toenemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier