‘Een passieve, consumerende relatie met technologie mist elke vorm van emancipatie’
Volgens Annelies Desmet moeten we af van onze passieve, consumerende relatie met technologie. ‘Probeer je telefoon eens even niet vast te pakken. Tijdens de uren die je daarmee uitspaart kan je beginnen nadenken wat jij eigenlijk graag wil dat technologie voor jou doet’, schrijft ze.
Tristan Harris, het geweten van Silicon Valley, lanceerde onlangs zijn nieuwste project, ‘The Center for Human Technology’. Tristan is bekend om zijn forse kritiek op wat hij ‘The Attention Economy’ noemt, een economie waarin een handvol ontwikkelaars voor een handvol techgiganten bepalen waar de aandacht van miljoenen mensen naartoe gaat. In zijn pleidooi is de drijfveer van dit handjevol niet het algemeen belang, integendeel. Zijn standpunt doet zonder al te veel fantasie sterk denken aan de leuzen van de Occupy-beweging. Eén procent wordt betaald voor de aandacht van de overige 99 procent. De berekening is snel gemaakt, aandacht = tijd en tijd = geld, jouw tijd, hun geld.
‘Een passieve, consumerende relatie met technologie mist elke vorm van emancipatie’
Harris heeft al vaker een podium gekregen, maar toch is de weerklank van zijn ideeën in ons land soms nog ver te zoeken. Hier zijn we nog volop vanuit ons calimero-complex aan het proberen de nieuwe Facebook op te richten of ‘The Smartest City of All’ te worden. Maar weinigen stellen de vraag of die cities er werkelijk slimmer op worden, wie dan wel exact de vruchten plukt van de noodgedwongen digitalisering en of er uberhaupt nog zo’n digitale macht als Facebook moet opstaan.
Terwijl technologie de grootste uitdagingen van onze tijd uit de wereld zou kunnen helpen, hokken de knapste koppen samen in Silicon Valley om een zoveelste manier te bedenken waarop ze jou een advertentie kunnen doen aanklikken.
Technologie is niet iets wat je enkel kan consumeren, maar toch is dat de meest voorkomende relatie die de doorsnee Belg er mee heeft. Een passieve, consumerende relatie die elke vorm van emancipatie mist. Technologie als opium voor het volk.
En dat terwijl technologie net de grootste uitdagingen van onze tijd uit de wereld zou kunnen helpen: armoede, ziektes, klimaatopwarming, noem maar op. Maar de knapste koppen van deze aarde hokken liever samen in Silicon Valley om een zoveelste manier te bedenken waarop ze jou een advertentie kunnen doen aanklikken.
‘We zijn goed in het bedenken van dystopische scenario’s, maar wie heeft de verbeeldingskracht om een toekomst te bedenken waarin technologie onze wereld beter maakt?’
We zijn wel erg goed in het bedenken van dystopische scenario’s. Robots die de wereld overnemen, sociale media die je maatschappelijke rang bepalen, van 1984 tot Blade Runner en Black Mirror, fantastische producties. Maar wie heeft de verbeeldingskracht om een toekomst te bedenken waarin technologie van deze wereld een hemel op aarde maakt?
Het wordt hoog tijd dat in ons klein maar krachtig land een nieuwe verlichting plaatsvindt die mensen terug leert te durven denken; over zichzelf, hun steden, hun toekomst, het lot van toekomstige generaties en hoe technologie hen daarbij kan helpen. Verlichting niet als een tijdperk maar als een attitude, een openheid en kritische geest die zich onderzoekend opstelt ten aanzien van innovatie, digitale technologie en de nieuwe vragen die ze opwerpen.
Projecten zoals The Center for Human Technology van Harris of DearTech, hier in België, zijn een teken aan de wand dat deze verlichting eraan komt. Het ontstaan van ideeën is de laatste decennia mee geglobaliseerd, en soms is dat in ons voordeel. Dus probeer je telefoon eens even niet vast te pakken en tijdens de uren die je daarmee uitspaart kan je dan beginnen nadenken wat jij eigenlijk graag wil dat technologie voor jou doet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier