Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

We kijken te vaak. We sturen te veel mails en tekstberichten. We swipen te veel. We chatten voortdurend. Te veel van het goede, maar ongetwijfeld ook te veel van het slechte. Sinds het recente DigiMeter-onderzoek van iMinds heeft die trend nu ook een naam : digibesitas.

We spenderen met z’n allen zoveel tijd aan digitale technologie dat we op onze grenzen botsen. Van de digitale kloof waarvoor jarenlang gewaarschuwd werd – u weet wel, dat niet iedereen toegang heeft tot of volledig mee is met de digitale trend – is plotsklaps geen sprake meer. Jong, oud, arm, rijk: iedereen zit aan de tablet en aan de wifi. De digitale kloof lijkt gedicht.

Maar de slinger slaat nu naar het andere uiterste over. Waar de kloof was, staat nu een muur waar we tegenaan botsen wanneer we teveel aan het WhatsAppen zijn, terwijl we Netflix kijken op de tablet, de Digicorder in de woonkamer onze favoriete serie opneemt en de smartphone notifications uitspuwt die we absoluut niet mogen missen, desnoods nog eens doorgestuurd naar onze smartwatch ook. Genoeg.

En dus is daar nu het waarschuwend vingertje van artsen en specialisten dat we moeten oppassen. Nu ben ik zelf nooit een grote fan van waarschuwende vingertjes geweest – te veel betutteling, te veel betweterij – maar ik denk dat een waarschuwing deze keer wel op zijn plaats is.

Het grote probleem met de nieuwe technologieën is dat ze geen vervangproducten of vervangende diensten meer zijn, maar dat ze er gewoon boven op komen. Anders gezegd : we kijken Netflix en Youtube, maar gooien de klassieke televisie niet buiten. We WhatsAppen of chatten via Facebook Messenger, maar stoppen niet met sms’en. We gebruiken tablets, maar houden onze laptops en pc’s evenzeer up to date. En de smartphone, die meandert daar doorheen als een draadloze fil rouge.

Het resultaat: alsmaar meer mensen voelen extra druk en bezwijken onder de hoeveelheid ‘informatie’, of laten we het eerder ‘gegevens’ noemen. We kunnen niet álles verwerken wat op ons afkomt, en dat geeft mensen zoals u en – welja, soms ook mij – stress. Notificatiestress noem ik dat.

De eeuwige notificaties versterken het ‘always on’-gevoel, maar dat is een zwaard dat aan twee kanten snijdt. Nomofobie (de angst dat je je gsm niet bij hebt) en fantoomtrillingen (onterecht denken dat je gsm aan het trillen is) zijn ook mij niet vreemd.

Vooral de millennials of digital natives – zij die in een digitale omgeving zijn opgegroeid – zijn kwetsbaar voor digibesitas, want zij hebben de ene na de andere tijdrovende digitale gewoonte opgepikt. Maar ook de digital immigrants – zij die de digitale technologie hebben leren kennen toen ze al volwassen waren – komen sneller dan ze denken in de gevarenzone.

Heel wat studies waarschuwen intussen voor de mogelijke gevolgen. Notificatiestress is er eentje van. Slaapproblemen een tweede. Meer dan een kwart van de Vlaamse meisjes en een vijfde van de jongens tussen 11 en 18 jaar kampt met slaapstoornissen. Het blauwe licht van smartphones en tablets zou onze biologische klok ontregelen. Vermoeide of droge ogen, vager zicht en duizeligheid : ook dat is zo’n vervelend neveneffect van lang naar een scherm te turen.

En dan zijn er nog de ‘WhatsApp-vinger’ (de opvolger van de sms-duim), geknelde zenuwen in de pols, of de ‘gsm-elleboog’ : de pink en/of ringvinger die begint te tintelen omdat je elleboog te lang gebogen blijft. Of rug- en nekklachten. En ook : vroegtijdig rimpels krijgen door een overload schermpje kijken, daar beneden.

Net iets te veel klachten dus om het waarschuwend vingertje helemaal te negeren. Te veel is nooit goed, wisten mijn grootouders altijd. En die hadden alleen maar een zwart-wit televisie en een telefoon mét draad.

KRISTOF VAN DER STADT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content