Het eHealth-platform staat technisch gezien inmiddels op punt en moet nu meer bekendheid krijgen bij de actoren uit de gezondheidszorg en de patiënten. Een van de doelstellingen, als voorwaarde voor de uitwisseling van medische gegevens, is de weloverwogen toestemming krijgen van de patiënt. Met een ambitieus doel: tot 2,75 miljoen toestemmingen van burgers komen tegen einde 2015.
Als onmisbare schakel voor eHealth in België had het eHealth-platform drie grote doelstellingen vooropgezet, volgens Thibaut Duvillier, plaatsvervangend algemeen directeur van het eHealth-platform. Ten eerste moet eHealth de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening verbeteren dankzij een betere informatie-uitwisseling (waarbij de nadruk uiteraard ligt op de veiligheid die gepaard gaat met zo’n gegevensuitwisseling). Ten tweede moeten we aantonen wat de roi is van het delen van gegevens (potentiële kostenbesparingen in verband met de vermindering van de papierberg, de daling van het aantal onnodige of overbodige medische onderzoeken, enz.). Tot slot moet eHealth de zorgverleners bevrijden van de administratieve rompslomp door elektronische gegevensstromen te stimuleren (MyCareNet vergemakkelijkt bijvoorbeeld de uitwisseling met de ziekenfondsen).
Een van de sleutels tot het succes van eHealth is uiteraard de aandacht voor de veiligheidsaspecten. Zo bevat het platform geen enkele informatie over iemands gezondheid, want de medische gegevens blijven opgeslagen bij de zorgverlener, terwijl de uitwisselingen worden versleuteld en beveiligd met behulp van de eID en certificaten. De actoren van de gezondheidszorg hebben bovendien beslist (na weliswaar heel wat besprekingen) om de patiënt actief te informeren en zijn eventuele toestemming te vragen voordat zijn gezondheidsgegevens worden doorgegeven (opt-in-model). Daarnaast werd er een aantal waarborgen vastgelegd omtrent de toestemming, meer bepaald het bestaan van een therapeutische relatie, de mogelijkheid om een zorgverlener uit te sluiten, het recht tot opzegging van de toestemming van de patiënt en de traceerbaarheid van de toegang.
UITDAGINGEN
Nu het platform voor meer dan 99,5 % beschikbaar en technisch gezien stabiel is, bestaat de uitdaging volgens de verantwoordelijken van eHealth uit het bereiken van de doelstellingen van de eHealth Roadmap, die de strategie en de visie tot 2018 bepaalt. In deze context werd bovendien een overlegcomité gevormd dat alle actoren uit de gezondheidszorg samenbrengt en dat zal waken over de opvolging van deze roadmap. “De functies en diensten met toegevoegde waarde bestaan al, maar we willen vooral het gebruik ervan door de zorgverleners verhogen”, verduidelijkt Thibaut Duvillier.
Een van de genoemde pistes die wordt voorgesteld is om op te treden op verschillende niveaus. Zo zou de telematicapremie die wordt toegekend aan artsen (817 € per jaar) voortaan worden toegekend in functie van het gebruik van de eHealth-diensten (elektronische medicatievoorschriften, gebruik van MyCareNet, enz.), en zou ze niet meer, zoals vandaag, verbonden zijn aan de aankoop van een software. Nog op financieel vlak werd er onlangs een omzendbrief verstuurd naar de ziekenhuizen waarin een deel van hun financiering wordt gekoppeld aan hun automatisering en hun inspanningen wat betreft de publicatie van documenten (labuitslagen of medische beeldvorming, consultatie- en operatierapporten, enz.), die kunnen worden geraadpleegd door andere artsen in het kader van een betere zorgverlening aan de patiënt.
Ook zou de continue opleiding moeten worden verbeterd. Zo worden opleidingen in telematica en eHealth voortaan erkend in de accreditatie van de huisartsen (om “credit points” te kunnen verzamelen). De vereniging, onder bepaalde voorwaarden, van softwareproducenten om ook (natuurlijk niet al te commerciële) geaccrediteerde opleidingen te geven, is ook een stap vooruit. “Momenteel zou ongeveer 70 % van de huisartsen geautomatiseerd zijn [dat is het aantal beoefenaars die de telematicapremie ontvangen, nvdr]. We moeten hen sensibiliseren voor kennis van eHealth en de voordelen ervan, en hefbomen invoeren zodat ze gemakkelijk toegang krijgen tot aangepaste opleidingen”, aldus nog Duvillier.
Bovendien bestaan er plannen om in de cursus van toekomstige artsen een opleiding in eHealth op te nemen. En tot slot, waarom ons niet laten inspireren door het initiatief éénlijn.be uit Vlaanderen, dat één loket aanbiedt voor technische ondersteuning, opleidingen en e-learning voor de Vlaamse zorgverstrekkers.
ZICHTBAARHEID
Naast deze verschillende (toekomstige) initiatieven liet het eHealth-platform een communicatieplan goedkeuren in verband met de toestemming van de patiënt voor alle actoren, of het nu gaat om ziekenhuizen, artsen, ziekenfondsen, patiëntenorganisaties, medische syndicaten, zorgverleners, enz. “Onze ambitie is om tegen december 2015 allemaal samen de weloverwogen instemming van 25 % van de Belgische patiënten te krijgen, hetzij 2,75 miljoen mensen”, aldus nog Duvillier. “Momenteel tellen we ongeveer 5 miljoen mensen die een globaal medisch dossier hebben geopend en dit dossier moet elk jaar worden verlengd, de ideale kans dus om de patiënt te informeren en voor te stellen dat hij zijn toestemming geeft om zijn gezondheidsgegevens te kunnen delen.” Op dit moment zitten we “dicht bij het miljoen toestemmingen, hoewel ze, zonder in details te treden, soms een andere reikwijdte hebben, afhankelijk of het gaat om toestemmingen die op gewestelijk of op nationaal niveau geregistreerd werden”, voegt Thibaut Duvillier er nog aan toe.
Omwille van de “efficiëntie” “zouden we kunnen overwegen om ons te richten op chronisch zieken, die meer in contact staan met de medische sector”, verduidelijkt Duvillier nog. Het belangrijkste nu is informeren en opleiden. Want nieuwe diensten hebben geen nut als ze niet gebruikt worden. De prioriteit is dus om de bestaande toestand te stabiliseren en de zorgverleners mee op de kar te krijgen om een efficiënt gebruik van eHealth te bevorderen.” Tot slot zei hij nog: “De interesse om een gemeenschappelijk doel voorop te stellen schuilt in het feit dat we zo een inspirerend doel voor ogen hebben. Wat meer telt dan de te bereiken streefwaarde op zich is dat we een doel vooropstellen en samen lessen trekken om de gepaste maatregelen te treffen.”
Marc Husquinet
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier